In de Britse zakenkrant Financial Times stond afgelopen week een ingezonden brief van professor Nouriel Roubini (1959). Over de Eurozone. En echt optimistisch is hij niet.
Allereerst een korte introductie van Roubini zelf: Nouriel Roubini promoveerde in de internationale economie aan de vooraanstaande Harvard University. Momenteel is hij hoogleraar economie aan de Stern School of Business van New York University.
Roubini werd bij een groter publiek bekend met zijn waarschuwende woorden over de Amerikaanse huizenmarkt. Daarvan voorzag hij als een van de weinigen tijdig de ineenstorting. Aanvankelijk kreeg hij om die reden ook de bijnaam 'Dr. Doom'. Ingehaald door de feiten heeft CNBC Roubini inmiddels omgedoopt tot 'Mr. Realistic'. Over de Eurozone stelde deze 'Mr. Realistic' afgelopen week:
"De aanpak van doormodderen in de Eurozone heeft gefaald het fundamentele probleem van economische divergentie op te lossen. Er wordt een pad bewandeld dat leidt naar oncontroleerbare faillissementen van landen en uiteindelijk het uiteenvallen van de Eurozone zelf..."
Paradox
Euro-optimisten, in het bijzonder ook vele politici, gaven ten tijde van de invoering van de Euro aan te verwachten dat een gemeenschappelijke munt ertoe zou leiden dat de verschillende Europese economieën naar elkaar toe zouden groeien. Wat dan uiteindelijk zou resulteren in een fiscale en politieke unie. Dat bleek, in de woorden van Roubini, een 'kleine' misrekening:
"De realiteit bleek precies omgekeerd. Paradoxaal genoeg leidde het effect van convergerende rentes in de beginjaren van de Eurozone ertoe dat het fiscale beleid van de verschillende Eurolanden juist extra kon divergeren. Het roekeloze gebrek aan discipline in landen als Griekenland en Portugal werd enkel geëvenaard door het ontstaan van enorme bubbels in landen als Spanje en Ierland. Structurele hervormingen werden uitgesteld terwijl lonen - gecorrigeerd voor productiviteitsstijgingen - in bovengenoemde landen juist flink stegen. Het gevolg is dat deze economieën nu nog amper concurrerend zijn."
Niet concurrerend
Het echte probleem van de Eurozone is volgens Roubini dus dat sommige economieën veel competitiever zijn dan andere. Landen in de periferie van Europa zijn nauwelijks in staat te concurreren met de noordelijke Eurolanden. En het al dan niet kwijtschelden van schulden verandert daaraan niets:
"Het kwijtschelden van schulden lost het probleem van excessieve schuld in sommige landen gedeeltelijk op. Maar het helpt totaal niet voor wat betreft economische convergentie. Zonder economische convergentie zal de periferie van Europa simpelweg in een permanente staat van stagnatie, recessie en hoge werkeloosheid belanden."
Slechts één oplossing
Wanneer een land als Griekenland ervoor kiest in de Euro-unie te blijven, kiest zij volgens Roubini zelf voor jaren van recessie en hoge werkeloosheid. En telkens zullen extra leningen en extra garanties noodzakelijk blijken. Aan belastingbetalers elders in Europa zijn die politiek bezien steeds moeilijker te verkopen.
Na een aantal andere theoretische oplossingen besproken te hebben die allen waarschijnlijk niet zullen werken, stelt Roubini dat er eigenlijk maar één echte oplossing is voor de landen in de periferie van Eurozone:
"Er is eigenlijk maar één manier om de concurrentiepositie en de groei in de periferie te herstellen: door uit de Euro te gaan, door de eigen munt weer in te voeren en door deze gelijk flink te devalueren. Immers, in alle opkomende markten in crisis waren flexibele wisselkoersen een essentieel en onvermijdelijk onderdeel voor het herstellen van economische groei..."
Schuldeisers gaan het schip in
Wanneer een land als Griekenland besluit haar schuld niet terug te betalen, draagt zij de rekening als het ware over aan haar schuldeisers. Dat zijn met name Duitse en Franse banken. Maar eveneens Nederlandse banken, onze pensioenfondsen en de Nederlandse overheid (lees: de Nederlandse belastingbetaler). Bij een failliet van Griekenland gaan zij allen het schip in.
Door het bieden van extra leningen en allerlei extra garanties kan een faillissement van Griekenland nog een tijdlang uitgesteld worden. Maar tenzij men in Noord-Europa bereid is Griekenland tot in de eeuwigheid te subsidiëren stelt dit het onvermijdelijke enkel uit, zo besluit 'Mr. Realistic':
"Een wanbetaling van Griekse schuld is onvermijdelijk. De vraag is enkel nog wanneer (vroeger of later) en hoe (geordend danwel ongeordend). Maar zelfs een wanbetaling is voor Griekenland onvoldoende om de concurrentiepositie te verbeteren en groei te herstellen. Wanneer dat eindelijk onder ogen gezien wordt zal de optie om de Eurozone te verlaten de voorkeur gaan krijgen. Op een gegeven moment zullen de Grieken zelf doorzien dat het voor hen zelf aantrekkelijker is de Euro te verlaten dan ten koste van alles in de Euro te willen blijven."
Welk land daarna aan de beurt is? Op de obligatiemarkt wordt gefluisterd over Ierland...