Interessant artikel :
Het Luikse bedrijf ASIT Biotech tekende deze week voor de grootste koerscrash op de Brusselse beurs sinds 2001 omdat zijn hooikoortsmiddel onvoldoende werkt. Hoe gevaarlijk zijn deze ‘one trick ponies’, de bedrijven met slechts één product in portefeuille?
Wie belegt in biotechbedrijven die nog geen geneesmiddelen op de markt hebben, weet dat hij een veel hoger risico loopt dan wie investeert in gevestigde ondernemingen die al bewezen hebben winst te kunnen maken met hun producten of diensten. Studies in de VS wijzen uit dat slechts 1 op de 10 biotech start-ups succesvol is. De rest gaat op de fles. Vaak werken de kandidaat-producten niet of niet beter dan wat er al op de markt is, is er geen of onvoldoende vraag naar, vinden de bedrijven geen geld, of trekken ze niet snel genoeg de stekker uit teleurstellende, dure studies.
Dat ondervonden de beleggers in ASIT Biotech. Maandag kelderde het aandeel 82 procent. De onderneming moest opbiechten dat haar middel tegen graspollenallergie onvoldoende werkt tegenover een placebo. De week voordien was het aandeel nog 62 procent gestegen omdat beleggers speculeerden op gunstige testresultaten. ASIT heeft alleen nog een potentieel middel om allergische reacties bij het eten van pindanoten tegen te gaan. De ontwikkeling is net gestart. Maar met amper 3,8 miljoen euro op de rekening heeft het daar het geld niet meer voor. Bovendien braken al veel andere bedrijven hun tanden stuk op die allergie. Na het nieuws, regende het verkoopadviezen voor het aandeel. Het gemiddelde koersdoel is teruggevallen van meer dan 3 euro naar amper 15 cent. Het toont aan hoe gevaarlijk beleggen in monoproductbedrijven is.
‘Wij maken in onze waarderingsmodellen een groot verschil tussen de ‘one trick pony’-companies en de bedrijven met meerdere kandidaat-geneesmiddelen in portefeuille of een goed draaiend ontwikkelingsplatform waaruit bijkomende producten kunnen ontstaan’, zegt Sandra Cauwenberghs, biotechanaliste bij KBC Securities. Zij hanteerde voordien al een verkoopadvies voor ASIT. ‘ASIT heeft een ontwikkelingsplatform, maar is de praktijk toch een monoproductbedrijfje omdat de andere middelen nog in een erg vroege preklinische fase zitten. Wanneer een middel nog niet is getest op een mens, kennen we er vrijwel nooit waarde aan toe.’
Biotechaandelen waarderen is niet eenvoudig, en voer voor specialisten. De waardering is gebaseerd op een rekenmodel met talloze parameters. Een eerste is bijvoorbeeld het discount cashflowmodel, waarbij de analisten de toekomstige inkomsten van de geneesmiddelen proberen in te schatten. Daarnaast maken ze een ‘sum of the parts’, waarbij ze aan elk ontwikkelingsprogramma een intrinsieke waarde toekennen. Als een bedrijf slechts één programma heeft lopen, en als dat dan faliekant afloopt, is meteen het hele bedrijf zo goed als niets meer waard.
Alzheimer en Parkingson
Een groot deel van de waarde hangt af van de slaagkansen van een medicijn. ‘Om dat in te schatten, baseren we ons op meer dan tien jaar onderzoek in de sector voor middelen in de 1ste, 2de of 3de testfases’, legt Cauwenberghs uit. ‘Er zijn grote verschillen per pathologie. De slaagkansen liggen anders in pakweg ontstekingsziektes, oncologie of harftalen. Voor neurologische aandoeningen, zoals de ziekte van Alzheimer en Parkingson, zien we bijvoorbeeld spijtig genoeg dat veel onderzoeken nog mislukken in de derde en laatste testfase.’
Het Brusselse koersenbord telt veel ‘one trick ponies’. Ondanks hun risico zijn ze bijzonder populair bij kleine beleggers. In de top tien van drukst verhandelde aandelen van onlinemakelaars als Bolero, Binck en Keytrade Bank prijkten deze week namen als ASIT, Kiadis, Celyad of Curetis. Hun koersen gaan vaak moet tientallen procenten de hoogte of de diepte in.
Goed nieuws is daarvoor niet nodig. Zo verdubbelde de koers van Kiadisin enkele dagen, ook al is er alleen maar negatieve berichtgeving over het aandeel te ontdekken. Midden november stopte Kiadis met onmiddellijke ingang de laatste, grootschalige tests met een middel om stamceltranplantatie bij patiënten met bloedkanker te vergemakkelijken. Het blijkt niet beter te werken dan wat nu al op de markt is. De helft van de bijna 100 personeelsleden komt om straat te staan. Het meest opmerkelijke was nog dat CEO Arthur Lahr toegaf dat na een ‘nieuwe lezing’ de bestaande therapie beter blijkt te werken dan bij de start van de fase 3-tests van Kiadis’middel. Analisten stellen zich vragen bij de overlevingskansen van het bedrijf. Dankzij een kleine overname in de VS eerder dit jaar, heeft Kiadis nog enkele zeer vroege programma’s met therapieën die een herval bij stamceltransplantaties moeten tegengaan. ‘Wij kennen daar nog geen waarde aan toe’, stelt het beurshuis Jefferies. De onderneming is met andere woorden niet meer waard dan de cashpositie van 47 miljoen euro. Toch bedraagt de beurswaarde nog 80 miljoen.
Positieve persberichten
‘Een kenmerk van veel kleine medische bedrijven is dat ze meester zijn in het sturen van persberichten met een positieve ondertoon, maar die in weze weinig informatie bevatten’, zegt een trader, die niet wil dat zijn naam en beurshuis in de krant komt. ‘Ze moeten hun beurskoers ondersteunen, want ze geven met de regelmaat van een klok aandelen uit om zich te financieren. Voor banken zijn deze bedrijven veel te risicovol. Ook professionele traders houden zich niet met deze aandelen bezig. Ze zijn louter het speelterrein van de particuliere beleggers.’
De trader verwijst naar Curetis. Het Duitse diagnosticabedrijf met een notering in Brussel en Amsterdam steeg begin deze week 40 procent na de melding dat het van de Amerikaanse toezichthouder FDA ‘constructieve feedback’ kreeg voor een longtest. Curetis heeft voorlopig slechts 1 goedgekeurde test voor infecties van de onderste luchtwegen op de Amerikaanse markt. Zijn minilabo Unyvero verkoopt voor geen meter. Curetis moet er vaak meer terugnemen dan het er nieuwe kan plaatsen. In heel de VS zijn er slechts 15 geïnstalleerd. Het monoproductbedrijf fuseert in 2020 met een Amerikaanse sectorgenoot in een poging te overleven.
Veroveren van Amerika
De droom in biotechland is het veroveren van de VS, veruit de belangrijkste en lucratiefste markt. Maar dat is voor Europese spelers bijzonder moeilijk. Ook het Mechelse Biocartis , dat meerdere kankertests commercialiseert voor zijn enige product, het minilabo Idylla, komt in de States moeilijk van de grond. Na het halveren van de groeiprognoses, halveerde het aandeel. Al zien de analisten nog potentieel. Biocartis telt alleen koopadviezen. ‘De recente lancering van een longkankertest met vloeibaar weefsel kan de groei ondersteunen. Maar er blijven nog veel vraagtekens over de commerciële strategie in de VS’, stelt Trevor Hougen van Degroof Petercam. Biocartis brak onlangs met zijn Amerikaans partner Fisher Healthcare en telt voor de hele Amerikaanse markt amper 14 verkopers. Ook MDxHealth, dat twee producten heeft om prostaatkanker op te sporen, slaagt er niet in om in Noord-Amerika de beloofde volumes te halen.
Het Luikse Celyad decimeerde in enkele jaren, al veerde de koers recent weer op. Het bedrijf kreeg van de Waalse overheid 8,5 miljoen euro subsidies en kan verder tot eind 2021. Celyad was eind 2017 wereldnieuws, toen het een ten dode opgeschreven leukemiepatiënt toch genas. Maar bij anderen werkte de therapie veel minder of zelfs niet. Bij Celyad draait alles rond zijn platform voor celtherapie, van waaruit het meerdere kankers wil bestrijden. Met verschillende programma’s is het niet echt een monoproductbedrijf, maar die zijn zo pril dat we op Celyad toch de sticker ‘allerhoogste risico’ moeten kleven.