Sif: onmisbare schakel in de offshore wind toeleveringsketen
Binnen de Add Value Fund portefeuille is Sif, met bijna 100% van de omzet gerelateerd aan de offshore wind markt, de onderneming met de meeste blootstelling aan de energietransitie. Europese overheden hebben de bouw van windparken op zee als een van hun topprioriteiten gesteld om te voldoen aan de Europese klimaatwet. Begin 2023 hebben de lidstaten zeer ambitieuze doelstellingen neergezet om de capaciteit van windenergie op zee te verhogen van circa 20 GW eind 2023 naar 111 GW in 2030, 230 GW in 2040 en 317 GW in 2050. Het zal dan ook de komende jaren storm lopen met nieuwe tenders voor windparken op zee. Onderstaande grafiek laat de verwachte capaciteitstoevoeging van offshore wind zien in Europa, inclusief het Verenigd Koninkrijk.
Met deze enorme offshore wind uitbouw in het verschiet heeft Sif vorig jaar de knoop doorgehakt om maar liefst € 328 miljoen te investeren om de productiecapaciteit op de Maasvlakte II flink uit te breiden naar effectief 400 kiloton. Een ongekend hoge investering, groter dan de beurwaarde van Sif, maar noodzakelijk om aan de vraag te voldoen. Om de nieuwste generatie windturbines van 15 MW op zee te kunnen ondersteunen, zijn er nog stevigere en grotere funderingen nodig. Met de nieuwe faciliteit zal Sif in staat zijn om XXXL monopiles te produceren met een diameter van 11 meter en een gewicht van 2,5 kiloton.
“Sif bouwt momenteel de grootste offshore wind funderingsfabriek ter wereld”
Een jaarlijkse productie van 400 kiloton, vertaalt zich dan in een productie van circa 160 monopiles, die elk een turbine van 15 MW zullen ondersteunen. Dit komt neer op 2,4 GW aan offshore wind dat Sif jaarlijks zal ondersteunen met haar monopile productie. De monopiles worden vaak een á twee jaar voordat het windpark aan het elektriciteitsnetwerk wordt aangesloten geproduceerd. De timing lijkt dan ook perfect, want de nieuwe offshore wind projecten nemen exponentieel toe vanaf 2025. Om de ambities waar te maken moet de hele toeleveringsketen opschalen. Niet voor niets hebben Invest-NL en grote klanten (Equinor, Shell, Eneco) van Sif de fabriekshal mede gefinancierd.
Terwijl de productie van huidige generatie monopiles volop doorgaat wordt er nu al ruim een jaar gebouwd aan de nieuwe productiefaciliteit. De hal staat er inmiddels en binnen wordt er druk gewerkt aan het gereed maken van de drie monopile productielijnen. De eerste productielijn zal deze zomer klaar zijn om de eerste test te draaien. Waarna vervolgens geleidelijk opgeschaald kan worden.
In mei gaven CEO Fred van Beers en CFO Ben Meijer na afloop van de AvA een rondleiding door de nieuwe fabriekshal. Tijdens de rondleiding werd er druk gewerkt aan het installeren van de verschillende machines, die exclusief voor Sif ontwikkeld zijn. De rondleiding liet duidelijk zien dat er een doordacht plan ligt. Hierbij heeft Sif zo veel mogelijk knelpunten van het huidige productieproces weggehaald. Met eigen kennis en externe consultants van Royal HaskoningDHV is een zeer efficiënt productieproces ontwikkeld, uniek in de wereld.
De nieuwe fabriekshal van Sif draagt niet alleen een steentje bij aan de Europese energietransitie, ook voor aandeelhouders is er zicht op een uitstekend rendement. De terugverdientijd van de investering is drie tot vier jaar en het management heeft als verwachting afgegeven dat in 2025 en 2026 een EBITDA in het verschiet ligt van respectievelijk € 120 en € 160 miljoen. Oftewel, een ruime verdrievoudiging ten opzichte van de EBITDA van € 42 miljoen in 2023.
Afgezet tegen de huidige beurskoers van € 10,- plus de extra schuld die Sif is aangegaan ter financiering van de nieuwe fabriekshal, noteert het aandeel Sif tegen een ondernemingswaarde van minder dan 3,5 keer de verwachte EBITDA in 2026. Dat is spotgoedkoop te noemen en duidt erop dat de markt er nog niet van uit gaat dat de financiële doelstellingen in 2025 en 2026 als realistisch worden geacht. De lage waardering valt misschien te verklaren uit het minder goede (financiële) track record van Sif en de
problemen in de toeleveringsketen van de offshore wind markt. Ondanks groei wist de toeleveringsketen niet voldoende rendement te behalen op het geïnvesteerde kapitaal of bedrijven, zoals windturbinemakers, waren zelfs verlieslatend. Technologische veranderingen volgden elkaar razendsnel op om de kosten van windparken op zee te verlagen. Zo moesten windturbinemakers steeds krachtigere turbines ontwikkelen, van een megawatt voor de eerste windparken op zee naar maar liefst 15 megawatt nu. In het kielzog moesten ook de funderingen groter en steviger worden. Dit vergde iedere keer forse investeringen, terwijl de vorige investeringen nog niet terugverdiend waren. De afgelopen jaren kwamen daar nog eens de inflatie en de hoge rente bij, wat de ontwikkeling en bouw van
windparken op zee plotseling fors duurder maakten. Echter lijkt nu weer de wind uit een andere hoek te gaan waaien. Inflatie lijkt weer onder controle, de rente heeft gepiekt en overheden zijn weer bereid om hogere subsidies te geven voor windparken op zee. Daarnaast heeft de EU in oktober 2023 een 15-punts actieplan opgesteld om de offshore wind industrie in Europe te versterken.
De projecten voor de nieuwe generatie XXXL monopiles die nu al in het orderboek zitten zijn ook afgesloten tegen significant hogere marges en met betere voorwaarden, zoals vergoeding bij project uitstel of afstel. Niet voor niets spraken CEO Fred van Beers en CFO Ben Meijer tijdens de jaarvergadering van Sif hun volste vertrouwen uit over het behalen van de EBITDA-doelstellingen in 2025 en 2026.
Bron: Maand mei 2024 update Add Value Fund