Barclays besluit pas over hoger bod na vonnis
Barclays neemt geen beslissing over het mogelijk verhogen van zijn bod op ABN Amro, voordat er duidelijkheid komt van de Nederlandse Hoge Raad. Deze zal de zaak mogelijk terugverwijzen naar de Ondernemingskamer. Dat zeggen ingewijden rond de bank. Tot die tijd kunnen beleggers geen voorkeur uitspreken voor Barclays of het consortium vanFortis, Royal Bank of Scotland of Santander.
Barclays gaat er vooralsnog van uit dat zijn huidige bod op ABN Amro hoog genoeg zal zijn. De bank hoopt dat de Hoge Raad een besluit neemt waardoor de verkoop van LaSalle aanBank of America definitief doorgaat. Dan valt de bodem onder het huidige bod van het consortium weg. Die wil ABN Amro kopen inclusief LaSalle.
Waarde van het bod
'Het is bovendien geen gegeven dat de waarde van ons bod lager zal liggen dan de waarde van het bod van het consortium', zei Barclays' hoofdonderhandelaar Naguib Kheraj gisteren in een interview met persbureau Bloomberg.
'De waarde van ons bod hangt af van de waarde van onze aandelen op het moment dat beleggers een beslissing moeten nemen', aldus Kheraj. Als Barclays de koers van begin dit jaar terugkrijgt, passeert zijn bod dat van het consortium. Op 26 februari piekte Barclays op £ 7,94. Gisteren stond het aandeel 7,5% lager op £ 7,34.
Kheraj reageert op aanhoudende geruchten dat Barclays bereid is zijn bod te verbeteren als dat nodig is om de strijd om ABN Amro te winnen. Zowel Barclays als ABN Amro zoekt manieren om extra cash vrij te maken. De Britten bieden euro 65 mrd, te betalen in aandelen. Het consortium biedt euro 71 mrd, grotendeels in cash. Cash is populairder bij beleggers. Kheraj erkent dat Barclays alle opties openhoudt met betrekking tot het bod, maar er zijn volgens hem nog geen besluiten genomen.
Voorkeur
Voordat beleggers hun voorkeur kunnen uitspreken voor Barclays of het consortium, moet eerst de Hoge Raad uitspraak doen over het cassatieverzoek dat ABN Amro, Barclays en Bank of America hebben ingediend tegen de uitspraak van de Ondernemingskamer. ABN Amro wacht met het uitschrijven van een aandeelhoudersvergadering tot na de uitspraak. Deze wordt verwacht in juli. Uitstel is nog steeds mogelijk. Bovendien houden advocaten van beide kampen er rekening mee dat de Hoge Raad de zaak, eventueel met commentaar, terugverwijst naar de Ondernemingskamer, of zelfs overlaat aan een Amerikaanse rechter.
Begin deze week hebben de Vereniging voor Effectenbezitters (VEB) en het consortium hun verweerschriften van in totaal 300 pagina's ingediend bij de Hoge Raad. De VEB stelt, net als ABN Amro, cassatie in. De Ondernemingskamer had volgens de VEB de verkoop van LaSalle moeten bestempelen als een gifpil. De verkoop moet alleen al vanwege zijn strategische belang worden voorgelegd aan aandeelhouders, stelt de VEB. ABN Amro meent juist dat de verkoop van LaSalle geen goedkeuring nodig heeft van aandeelhouders. Volgens de bank staat dat in de wet en heeft de Ondernemingskamer nieuwe regels bedacht.
Bank of America stelt dat de Ondernemingskamer buiten zijn boekje is gegaan door de verkoop van LaSalle te bevriezen tot aandeelhouders zich daarover hebben uitgesproken. De rechter mag volgens de Amerikanen niet ingrijpen in een contract dat te goeder trouw door Bank of America is gesloten, zelfs niet als de rechter vindt dat ABN Amro zijn plichten jegens zijn aandeelhouders niet nakomt.
Hoe ver de Ondernemingskamer mag gaan als deze tijdelijke maatregelen neemt, is nooit eerder door de Hoge Raad vastgesteld.