Avantium-beleggers tot eind 2018 in onzekerheid over fabriek
Beleggers die hun geld in chemiebedrijf Avantium steken, zitten nog tot zeker eind volgend jaar in onzekerheid of de belangrijkste investering die zij financieren er echt komt. Het gaat om de proeffabriek voor bioplastics in Antwerpen. Dat blijkt uit het prospectus van Avantium.
Avantium gaat volgende week woensdag naar de Amsterdamse en de Brusselse beurs. Het bedrijf wil daarmee ten minste €?90 mln ophalen. Het grootste gedeelte van dat bedrag (€?65 mln tot €?75 mln) is bestemd voor de aanleg voor een proeffabriek voor de productie van pef, een bioplastic dat onder meer voor frisdrankflessen kan worden gemaakt. Dat doet Avantium in een joint venture met het Duitse chemieconcern Basf, waarin Avantium een 49%-belang heeft.
Pas in 2018 besluit
De fabriek is het belangrijkste project van Avantium. De fabriek, die volgens de planning in 2021 moet draaien, moet aantonen dat het mogelijk is op grote schaal pef te produceren uit suikers. Als dat lukt, gaan Avantium en Basf licenties op het procedé verkopen.
Maar uit het prospectus blijkt dat het nog onzeker is of de fabriek er echt komt. Basf en Avantium verwachten pas in het vierde kwartaal van 2018 een beslissing over de definitieve bouw van de fabriek te nemen. Eind dit jaar wordt het al spannend voor beleggers, wanneer Basf en Avantium de verwachte bouwkosten vaststellen. Die worden nu geschat op tussen de €?275 mln en €?325 mln.
Stekker uit project
Als de bouwkosten tegenvallen, kan zowel Basf als Avantium besluiten om de stekker uit het project te trekken. Dat kan als de geschatte bouwkosten boven de €?400 mln uitkomen of als de joint venture onvoldoende schuldfinanciering aan kan trekken. De bedoeling is de helft van de bouwkosten met schuld te financieren.
Mocht een van de partners in de joint venture de bouw van de fabriek afblazen, dan moet Avantium Basf uitkopen uit de joint venture. Het Amsterdamse bedrijf zegt overigens dat het daarvoor voldoende geld in kas heeft. Avantium krijgt dan wel weer het intellectueel eigendom op het pef-productieproces terug; die rechten heeft het bedrijf in de joint venture ingebracht in ruil voor het 49%-belang.
Verwatering
Avantium schetst ook wat er gebeurt als de bouwkosten wel hoger uitvallen dan geraamd, maar onder de €?400 mln blijven. Als het chemiebedrijf zijn deel in de meerkosten niet kan betalen, dan kan het ook bijdragen door zijn belang in de joint venture te laten verwateren. Basf moet daar dan wel mee instemmen.
Avantium maakte woensdag bekend dat het voldoende beleggers heeft gevonden om de geplande aandelenverkoop te kunnen afronden. Het bedrijf kan nog besluiten extra aandelen uit te geven, maar heeft nog niet laten weten of het van die opties gebruikmaakt. In dat geval kan de opbrengst van de beursgang stijgen tot maximaal €118 mln, voor aftrek van kosten.
Suikers uit houtsnippers
Naast het pef-project heeft Avantium nog andere ijzers in het vuur, al zijn die minder vergevorderd. Zo werkt het bedrijf samen met AkzoNobel, RWE en Staatsbosbeheer aan een project om suikers te maken uit houtsnippers. Daarvoor staat nu een pilotfabriek gepland, maar dat is nog op een veel kleinere schaal dan het plan met Basf.
Ook heeft Avantium plannen voor een pilotfabriek om glucose om te zetten naar etheenglycol, een belangrijke grondstof voor de chemische industrie.
Uit het prospectus blijkt ook dat er 1,23 miljoen aandelenopties uitstaan, bij onder meer de raad van bestuur. Als die allemaal uitgeoefend worden, zou dat een verwatering van ruim 13% opleveren.