2)
Onhoudbaarheid gegarandeerd.
Qua PR is het een vondst, die Juridische Houdbaarheid. Het suggereert dat rechters wetten en beleid toetsen op iets objectiefs, iets dat vérstrekkender is dan die wetten zelf, zoals de Grondwet of de universele mensenrechten. Terwijl die Juridische Houdbaarheid niets meer of minder is dan de mening van een rechter over een stukje beleid. Geeft de rechter de staat gelijk, dan is het beleid van de minister Juridisch Houdbaar; krijgt Vollenbroek of Urgenda gelijk, dan is het Juridisch Onhoudbaar.
Uiteraard konden burgers altijd al procederen tegen beslissingen van de overheid, en kregen ze soms gelijk van de rechter of de Raad van State. Dat is het risico van het vak voor elke bewindspersoon. Maar sinds dat is verabsoluteerd tot de Juridische (on)Houdbaarheid van beleid, durven bewindslieden niet of nauwelijks nog beleid te maken dat substantieel afwijkt van wat een rechter eerder expliciet heeft goedgekeurd.
Preutse smetvrees
Hoe zijn we terecht gekomen in deze situatie, waarin rechters zich zonder enige gene tegen ons klimaat- milieu- en immigratiebeleid aan bemoeien? De Urgenda-uitspraak was overduidelijk een geval van juridische usurpatie, en van Ruggegraatloze Rutte hoefden we natuurlijk geen weerstand te verwachten. Maar waarom zitten alle politici in het centrum en op rechts zo onder de plak van de rechter? Voor een deel komt dat vast omdat onze politiek wemelt van de juristen en bestuurskundigen, maar verder?
Zelfs wanneer je als politiek formeel geen instrumenten hebt om rechters op andere gedachten te brengen, kan je op z’n minst signalen afgeven wat je van hun beslissingen vindt en ze inpeperen wat die aanrichten in Nederland. Rechters worden toch geacht midden in de samenleving te staan? Maar van links tot rechts hebben politici last van preutse smetvrees om beslissingen van rechters te kritiseren. Terwijl er toch echt niks heiligs is aan een vonnis.
Er is nog hoop
Het is niet alleen maar kommer en kwel in onze oergezellige legalistische moerasdelta (vrij naar Gerard Reve). Twee recente uitspraken van de rechtbank in Limburg geven enige hoop dat de duizenden PAS-melders door de rechter beschermd zullen worden tegen de juridische guerilla van Vollenbroek. PAS-melders zijn boeren die onder de PAS-regeling, geheel legaal, een natuurvergunning verkregen hebben, hoewel hun bedrijf een kleine hoeveelheid stikstofdepositie op naburige Natura2000-gebieden veroorzaakt (meer dan het vogelpoepje van 0,07 gram, minder dan de nieuw voorgestelde grenswaarde van 14 gram).
Toen de Raad van State in 2019 de hele PAS-systematiek verwierp, werden deze PAS-melders met terugwerkende kracht illegaal, maar tot nu toe hebben lokale overheden er vanaf gezien om hierop te handhaven. Immers, die PAS-melders hebben niets illegaals gedaan, en zijn slachtoffer van onbehoorlijk bestuur.
Dat kon Johan Vollenbroek – juridisch: zijn actievehikel MOB – natuurlijk niet laten passeren: hij is begonnen om procedures aan te spannen die de provincies moeten dwingen om PAS-melders hun vergunning af te pakken. In twee van deze zaken heeft de rechtbank Limburg nu uitspraak gedaan, en die is duidelijk: deze twee boeren – een varkenshouder en een geitenhouder – mogen hun vergunningen houden.
Daarmee zijn zeker nog niet alle PAS-melders uit de brand: de rechtbank vindt namelijk dat de provincie in dit geval genoeg doet om de totale stikstofdepositie op deze Natura2000-gebieden omlaag te brengen, onder andere door een uitkoopregeling van boerenbedrijven in de omgeving. Rond andere Natura2000-gebieden kan de situatie anders zijn, en zijn de PAS-melders vooralsnog vogelvrij voor Vollenbroek.
Niettemin gloort hier een straaltje redelijkheid in het juridische moeras: de rechtbank had ook kunnen zeggen: niks mee te maken, provincie, jullie moeten gewoon handhaven, volgens de letter van de wet. In plaats daarvan maakt de rechtbank, terecht, een belangenafweging en kijkt naar het grotere plaatje.
Laat Raad van State nu eens redelijk zijn
Maar nu de hamvraag: is dit Juridisch Houdbaar? MOB kan namelijk in hoger beroep bij (tromgeroffel) de Raad van State. In alle eerdere stikstofzaken heeft die zich uitermate legalistisch opgesteld. Als ‘niet bij voorbaat kan worden uitgesloten’ dat minieme hoeveelheden stikstofdepositie op een Natura2000-gebied schade aan de natuur aanrichten, dan mag er van de Raad van State niks. Ziedaar de reikwijdte van het voorzorgsbeginsel voor activistische rechters. Ook voor deze twee PAS-melders geldt, dat schade aan de natuur ‘niet bij voorbaat kan worden uitgesloten’, want dat kan nooit als je de onmeetbare effecten van onmeetbaar kleine hoeveelheden stikstof tot juridisch struikelblok verheft.
Ik hoop oprecht dat de Raad van State nu eens een keer in redelijkheid inconsequent is, en die twee boeren hun vergunningen laat houden. Als ze dit ook nog afschieten, wordt dit land Juridisch Onhoudbaar.
Wetenschapsjournalist?Arnout Jaspers? is auteur van de bestsellers?De?Stikstoffuik?(2023) en?De Klimaatoptimist?(2024), over energietransitie in Nederland. De boeken zijn?HIER?en?HIER?te bestellen. Informatie voor media en boekhandel: ?info@blauwburgwal.nl.??