Niet beleggers, maar consultants, zakenbankiers en analisten maken zich schuldig aan kuddegedrag. Bestuurders luisteren ten onrechte naar hen, meent Arnoud Boot.
Door onze redacteur
JEROEN WESTER
Overveen, 26 sept.
Hij bevindt zich in een verdachte hoek, zegt hij zelf. Er is in de samenleving een unheimisch gevoel ontstaan over de financiële markten, over de rol van aandeelhouders in beursgenoteerde banken en ondernemingen. En juist dit terrein is het vakgebied van Arnoud Boot, hoogleraar ondernemingsfinanciering aan de Universiteit van Amsterdam. Vandaag verschijnt zijn boek De ontwortelde onderneming, waarin hij de aandeelhouder nadrukkelijk vrijpleit als veroorzaker van de kredietcrisis, van mislukte overnames of van te ver doorgevoerde bedrijfssplitsingen waarbij de ziel van een organisatie wordt veronachtzaamd. Volgens de econoom is het een illusie dat aandeelhouders zomaar kunnen ingrijpen bij ondernemingen. „Bestuurders hebben hun oren te veel naar de wispelturige financiële markten laten hangen. Zij hebben zelf hun speelruimte verkleind en vertonen gedrag dat kortetermijngericht is.”
Al die koerswijzigingen van bedrijven ‘omdat aandeelhouders dat wilden’ waren dus niet nodig?
„Nee. Je krijgt van de financiële markten wel degelijk de ruimte om een eigen lijn uit te zetten. Ahold kreeg de tijd en vertrouwen van de markt na enkele bestuurswisselingen en het boekhoudschandaal. Iets vergelijkbaars was te zien bij Philips dat in 1990 het vertrouwen van de financiële markten verloor. De topman werd vervangen en er kwamen mensen met een sterke reputatie als Eustace. Dat zijn voorbeelden van hoe financiële markten opereren. Die zitten niet te wachten op een overname van een onderneming, maar wel op verandering zodra een bedrijf zijn goede reputatie verliest. Het is net als met voetbalcoaches. Op het moment dat je klem zit, moet de topman weg, hoe goed je ook bent. Het is alles of niets. Een onderneming die in de hoek zit waar de klappen vallen kan heel moeilijk langetermijnbeleid voeren. Dat betekent dat je bestuurders moet vervangen, maar je ziet dat de markt dat goed oppikt.”
Dat klinkt toch weer als hijgerige financiële markten?
„Alles is vluchtiger geworden, dat klopt. Maar ondernemingsbestuurders zijn in paniek geraakt. Typerend voor de laatste tien tot vijftien jaar is de permanente veranderingsdruk. Als bestuursvoorzitter van een onderneming heb je altijd een probleem. Ik kijk ook naar mijn eigen rol bij McKinsey [waar Boot een jaar partner was, red.] Die consultant of analist komt bij jou op bezoek. Heb je een lage aandelenkoers, dan zegt de adviseur: je moet wat doen, anders gaat de concurrentie je overvleugelen. Een bedrijf verbeteren kost te veel tijd, dus je moet overnames plegen. En snel. Maar nu het bizarre: als je een hoge aandelenkoers hebt, komt de consultant met hetzelfde advies. Die zegt dan: we hebben de waarde van jouw onderneming geanalyseerd, we kunnen maar 70 procent van je aandelenkoers verklaren. De markt verwacht veel meer van jou: je moet dus op korte termijn overnames plegen om dat gat in de verwachtingen te dichten.”
Reden: de aandeelhouder wil het.
„Exact. Maar het zijn niet de aandeelhouders die bij de ondernemingen op de stoep staan, het zijn de consultants, de investment bankers en de analisten. Daar komt geen aandeelhouder aan te pas. Die komen pas als ze bewerkt zijn door de zakenbankiers: zou u niet eens naar dat bedrijf kijken? De adviseurs gaan ook als regisseur de agressieve beleggers in het spel betrekken. Als bestuurder van een onderneming stel je dan elke dag je strategie ter discussie. Dat is een ontwortelingsproces, je levert je over aan de druk van buiten. Dan hoef je het woord aandeelhouder niet eens te noemen.”
Dat hebben bestuurders niet door?
„Een aantal bestuurders las mijn boek vooraf. Die gingen zich toen pas realiseren waar hun onrust vandaan komt. Consultants, zakenbankiers en analisten zijn de ultieme representanten van het kuddegedrag. Waarom? Heel logisch: ik zie als adviseur dat bij jouw onderneming iets goed gaat en dat je elke ochtend tweemaal omhoog springt. Ik ga vervolgens naar een andere onderneming en zeg: je moet ook tweemaal omhoog springen. Dat is wat consultants en zakenbankiers doen. Als je je oor te luisteren legt, rent iedereen dezelfde kant op. In de financiële sector betekent dat een systeemcrisis: iedereen doet het gelijktijdig verkeerd.”
Nee, iedereen probeert het als beste te doen. Dat heet best practice.
„Ja, en je ziet hoe stompzinnig dat is. Iedereen doet te veel dezelfde activiteit. De financiële sector verruilde oorspronkelijke activiteiten voor handelstransacties: het zakenbankieren, het verpakken en doorverkopen van leningen of de handel in andere innovatieve producten. Daar werd het geld verdiend. Al dat gerommel met die klanten was maar lastig. Door dat snelle kwartetten kon je wel razendsnel de hele structuur van je balans wijzigen. Ook bij de risicomodellen speelde kuddegedrag een rol.”
Hoezo?
Vergeet nooit dat een model een vereenvoudigde weergave is van de werkelijkheid. Je mag conclusies van een model nooit als waarheid nemen, maar als hulpmiddel. De modellen die gebruikt worden om de risico’s bij banken te berekenen missen altijd wat. Aangezien iedereen dezelfde modellen gebruikt, zit iedereen gelijktijdig verkeerd.”
U schrijft: men gedraagt zich naar modellen in plaats van andersom.
„Concepten en modellen bieden houvast. Maar op het moment dat je ze hebt, ga je het misbruiken. Stel, je prestaties zijn perfect in lijn met x en y. Als ik jou dan een contract geef waarbij ik het expliciet aan x en y koppel, dan ga je het manipuleren. Dat is gebeurd met het aandeelhoudersdenken. Met het centraal stellen van de aandeelhouder hoeft niets mis te zijn, maar als je het management erop gaat afrekenen, gaan bestuurders dat manipuleren.”
Net als met het marxisme, aardig concept maar niet uitvoerbaar?
„Je kunt een ander wereldbeeld hebben, maar als concept is winstmaximalisatie oké. Als je er op gaat sturen, gaat het vaak mis. Uiteindelijk speelt er, of het nu gaat om marxisme of kapitalisme, een banaal machtsmechanisme doorheen. Waar het geld verdiend wordt, ligt de macht. Het is altijd de laatste hype waar het geld verdiend wordt. Die heeft dan ook altijd de overhand.”
Is de crisis de schuld van de mens of het systeem?
„Ten principale is het de mens. Die heeft ordening nodig. Maar als je accepteert dat de mens is zoals hij is, dan kom je toch tot de conclusie dat het systeem heeft gefaald.”