IJsland is nog niet uitgeziekt
05/10/12, 17:00
In het centrum van Reykjavik lijkt iets van het goede leven langzaam terug te keren. Zelfs de Harpa, een megalomaan project dat werd opgezet toen IJslands gouden bergen tot in de hemel leken te reiken, is afgebouwd. De gigantische glazen concertzaal annex conferentieoord schittert in volle glorie vlakbij de haven. IJslanders en toeristen vergapen er zich aan de architectuur. Artiesten uit de hele wereld treden er op. Na de crash van de IJslandse economie lag de bouw ruim twee jaar stil. Nu is de Harpa een symbool voor de tijd van de overmoed én voor het herrijzende IJsland. "Vergeet het maar", zegt een kennis die bij de gemeente werkt. "De Harpa draait met enorm verlies en de vraag is hoe lang we dat nog kunnen bekostigen."
.
Vier jaar geleden trof de ineenstorting van de economie de IJslanders als een donderslag bij heldere hemel. Toch waren ze gewaarschuwd voor de nakende kreppa, zoals de crisis wordt genoemd. De bekende econoom Vilhjalmur Bjarnason voorspelde de teloorgang al in 2003 en trok geregeld aan de bel; alleen wilde (haast) niemand naar hem luisteren, laat staan hem geloven.
Neo-Vikingen
Terwijl de IJslanders hun gouden tijden vierden, stelde hij kritische vragen. Als oud-bankier en voorzitter van de bond van kleine investeerders weigerde hij de bankverslagen te geloven. "Ik werd voor idioot uitgemaakt als ik zei dat het een grote zeepbel was en dat de banken zouden klappen. De IJslanders geloofden liever hun president die door de wereld trok om onze nieuwe jonge ondernemers, de neo-Vikingen, aan te prijzen. Volgens hem was het iets erfelijks: IJslanders waren een vissersvolk dat geleerd had risico te nemen. Nou, hij heeft kennelijk nooit gevist. Mijn moeder komt uit een dorp waar ze leefden van de walvisjacht. Vissers zijn juist altijd enorm voorzichtig."
"Mijn eigen studenten deden volop mee", vertelt Vilhjalmur, die economie doceert aan de universiteit van Reykjavik. "De meesten zaten in het middenkader van het bankwezen, een enkeling aan de top. Iedereen wilde veel graantjes meepikken. Kijk, het probleem van IJsland is dat we een overgang hebben doorgemaakt van een traditionele vissers- en landbouwgemeenschap, naar een modern land. Een van onze weinige industrieën is het smelten van aluminium. Maar dat is niet aantrekkelijk, veel mensen zien dat als een vuile industrie. De financiële wereld, dat was pas groen, en je kon er geld verdienen. Nou, dat hebben we geweten!"
Vilhjamur zat op die beruchte zesde oktober 2008 net in de tv-studio in Reykjavik - hij behoort tot het vaste panel van een populaire quiz - toen premier Geir Haarde in een directe uitzending het volk toesprak. Hij kwam onzeker over, alsof hij de zaak niet onder controle had, leek zelfs niet helemaal coherent. Haarde kondigde noodmaatregelen aan om IJsland van de economische ondergang te redden. Als in een opwelling besloot hij met 'God zegene IJsland', alsof alleen God IJsland nog kon redden.
Vilhjalmur: "Je wist dat het mis zat toen hij zijn toch al onbegrijpelijke toespraak tot het volk besloot met die meest on-IJslandse zin denkbaar eindigde. We gebruiken die uitdrukking hier nooit. Ik was verlamd, het was nog veel erger dan ik had gedacht. Toen twee jaar later het rapport over de banken uitkwam, bleek het nog vele malen erger te zijn."
Honderd procent winst in één dag
Marcel Mendes da Costa, een Nederlandse ondernemer in IJsland maakte, wat hij noemt 'de IJslandse gekte' van dichtbij mee. "Voor de crisis was hier alles mogelijk. Als je de juiste mensen kende, kon je alles gedaan krijgen. Iedereen kon grote huizen kopen en deed dat ook, en iedereen reed in die enorme SUV's. Geld werd gemaakt met geld. Je kon op een en dezelfde dag een bedrijf kopen en verkopen met honderd procent winst. De bank verstrekte gewoon alle leningen voor de volle honderd procent. De bedrijven die het hardst groeiden, waren allemaal gelieerd aan de banken, die ook weer onderling met elkaar verweven waren. Dezelfde investeerders waren tevens eigenaar van de banken, leenden zichzelf rijk en kochten ook nog allerlei bezittingen in het buitenland.
"De essentie van het bankwezen bestond uit het verstrekken van ongedekte leningen. En iedereen wilde voor de banken werken, want daar kon je goed geld verdienen. Vissers gingen ineens in de derivatenhandel, niet gehinderd door enige kennis. Eigenlijk waren er in 2006 al signalen dat het misging. De banken hebben er de regering toen van overtuigd dat er niks aan de hand was, en de regering heeft het volk overtuigd. De bank Icesave was alleen maar opgericht om geld aan te trekken, om in het buitenland spaarders te lokken met hoge rentes. Wat dat betreft heeft iedereen, ook in Nederland, boter op zijn hoofd."
Maar in september 2008 viel de Amerikaanse zakenbank Lehman Brothers om, de geldkraan droogde op en de IJslandse banken sleurden elkaar in hun val mee. Het eilandje met zijn 320.000 inwoners stond aan de rand van de afgrond.
Absolute schok
Ook Olafur Isleifsson, professor in de economie aan de universiteit van Reykjavik, was die avond in de studio. "Mij viel de eer te beurt als eerste te reageren op die wollige rede van de premier met zijn 'God-zegene-IJsland'. Ik verkeerde in absolute schok. De val was zo totaal op alle gebieden: de banken, de valuta, ieder vertrouwen in wie of wat ook was weg. Ik herinner me dat ik die avond er vooral op gehamerd heb alles te doen om onze eigen mensen en onze echte economie te beschermen. Ik gebruikte een oude Vikingterm: we moesten een skjaldborg optrekken, een vesting van schilden, om ons land te redden."
IJslanders trekken niet snel de straat op, het klimaat werkt niet mee, maar na de crash stonden ze maandenlang, in de vrieskou, met pannen en deksels, voor het parlement om het vertrek van premier Haarde en zijn ploeg te eisen. Met succes. De regering viel.
In april dit jaar werd Haarde door een speciale rechtbank veroordeeld wegens nalatigheid in het voorkomen van de crisis. Hij is daarmee tot nu toe de enige politicus ter wereld die in verband met de kredietcrisis is veroordeeld - tot genoegen van veel IJslanders. Straf kreeg hij niet en op veel zware aanklachten, zoals het negeren van de voortekenen in 2006, werd hij vrijgesproken - tot ongenoegen van veel IJslanders.
De oud-premier was het prototype van de politici die het land jarenlang regeerden, een neo-liberaal die in de jaren negentig het privatiseren van de banken steunde en die als premier tot op het laatst zijn bankiersvrienden de hand boven het hoofd hield. Een speciale aanklager heeft inmiddels meer dan honderd dossiers aangelegd om de schuldigen aan de crisis te vervolgen.