Bron: Telegraaf vandaag
Topman Peter F. van megafraude verdacht
door Bart Mos
AMSTERDAM, woensdag
De van miljoenenfraude verdachte extopman van Ballast Nedam, Peter F., betaalde in een voorgaande functie bijna driekwart miljoen gulden terug aan zijn werkgever om te voorkomen dat hij ook daar wegens fraude ontslagen zou worden. Vervolgens stapte F. op, trad hij in dienst bij Ballast Nedam en moet hij deze week voor de rechter verschijnen wegens het achteroverdrukken van tientallen miljoenen euro’s bij dit bouwbedrijf.
„Peter F. betaalde het betonbedrijf RWK, rechtsvoorganger van de huidige BTE Groep uit Andelst, in 1990 700.000 gulden. Het ging om geld dat hij in handen had gekregen bij frauduleuze transacties, vergelijkbaar met wat hij later bij Ballast Nedam uithaalde. In ruil voor de terugbetaling zag RWK af van een ontslagprocedure en aangifte tegen F.. Een jaar later trad hij doodleuk in dienst bij Ballast”, aldus een ingewijde. Han Keijser, advocaat van F., ontkent de schikking en stelt dat zijn client destijds bij RWK is vertrokken vanwege een meningsverschil. „Hij heeft het bedrijf geen cent betaald”, aldus de raadsman.
De inmiddels gepensioneerde Peter F. staat deze week samen met drie medeverdachten terecht wegens het achterover drukken van miljoenen euro’s bij zijn voormalige werkgever Ballast Nedam. Tot 2003 zou de als zeer vroom bekend staande F. (68) op grote schaal steekpenningen hebben aangenomen, boekwinsten op verkoop van bedrijfsonderdelen in eigen zak hebben gestoken en voor honderdduizenden euro’s valse declaraties hebben ingediend, waaronder voor de trouwjurk van zijn dochter en bezoekjes aan dames van lichte zeden. Deze laatste werden verantwoord onder de noemer ‘juridisch advies’.
Volgende kolom
• Peter F.
Handig
Justitie kwam de megafraude op het spoor, doordat F. samen met diens ’zakenpartner’ Ton de G. weigerde belasting te betalen over de miljoenen euro’s die zij achterover drukten bij de verkoop van Ballast Nedam-bedrijfsonderdelen. De twee dachten handig gebruik te kunnen maken van de zogeheten ’deelnemingsvrijstelling’, bedoeld om winst op verkoop van bedrijven onbelast te laten. Maar F. en De G. konden deze winst binnenslepen doordat zij de bedrijven eerst zelf voor een relatief laag bedrag kochten van Ballast Nedam, enkele dagen in bezit hielden en dan doorverkochten. De Belastingdienst vond de transacties van F. opmerkelijk en stapte er mee naar justitie.