Singapore is een van enkele wereldsteden waar ik iets mee heb.
Ik ben er nogal vaak geweest - voor het werk, maar ook met vakantie. Het één inspireerde het ander: wanneer ik gedurende "verplichte" bezoeken onvoldoende gelegenheid had om me in het volle exotische leven te storten gingen wij dat in de vakanties nog eens op ons gemak overdoen.
Ik heb Singapore in de loop van meer dan 40 jaar zien veranderen van een exotische droom met bonte markten, beeldschone chinese en buddhistische tempeltjes en stinkende smalle straatjes, open riolen vol met ratten en kakkerlakken, in een indrukwekkende metropool met enorme wolkenkrabbers, brandschone moderne winkelstraten en brede autowegen. Het deed een beetje pijn om de oude stad onder de slopershamer te zien verdwijnen, maar er bleven toch wel plekjes over: langs de Singapore River bv. en rondom het prachtige oude Raffles Hotel.
Waar de Singapore River in de zeehaven stroomt staat de bekende Singapore Lion, oftewel de "Merlion" - het waterspuwende stenen beeld van een vis met een leeuwenkop. Een paar stappen verderop ligt de Queen Elizabeth Walk, en daar vond mijn eerste kennismaking met Boskalis plaats.
Aan de Queen Elizabeth Walk ligt namelijk een eetgelegenheid zoals men die alleen maar in tropisch Azië kent. Het is de overgrootmoeder van alle chinese fonduen. Een deels overdekte grote cirkel met vele tientallen tafeltjes binnenin. Rondom staan in een kring stalletjes met alle mogelijke soorten groente, fruit, vlees, schaaldieren, vis en dranken. Op elke tafel komt, geheel naar wens, een wok, een bakplaat of een chinese "steambowl", verhit door een gasbrander in het midden van de tafel. Onze all-time favoriet was de steambowl, fondue met kippenbouillon.
Je gaat gewoon aan een tafel zitten. De bediening komt bij je met hete kippenbouillon, witte rijst, bordjes, kommetjes, eetstokjes, kruiden, sojasaus en sambal, vult de steambowl met bouillon en zet de brander aan. Dat allemaal kost ca. 1 Euro per persoon.
Vervolgens pak je een mandje en ga je "shoppen" langs de stalletjes. Als je de kring volgt kom je van alles tegen: grote garnalen, gamba's, inktvis, mosselen, oesters, reepjes rund, varken en kip, alle mogelijke soorten (kool)bladeren, pepers, limoenen, paddestoelen, mini-maiskolfjes, taugé - teveel om op te noemen. Alles is netjes schoon en vers verpakt in 1-persoons porties. Het enige waar ik altijd met een grote boog omheen liep waren de karbonaadjes Python en andere slangendelen, met kop en al. Gerookte hondetongen, zoals in Hongkong gebruikelijk, heb ik er gelukkig nooit gezien.
Met je volle mandje loop je tenslotte langs een kassa en je rekent af. Meer dan enkele Euro's per persoon ben je er niet voor kwijt. Je gaat terug naar je tafel en iedereen begint voor zichzelf te koken, te fondueën of te braden. De bouillon wordt door alle ingrediënten steeds pittiger en tenslotte drink je die uit kleine schaaltjes op. Soep aan het einde van de maaltijd dus, niet vooraf.
Rondom aan de vele andere tafeltjes zitten allemaal Singaporeanen - toeristen zie je er hoogst zelden. Die durven meestal niet, omdat ze bang zijn voor maag-darm ellende. Een uitgelezen kans dus voor "meet the locals". Die zijn zeer behulpzaam als je iets niet weet of kent - en vreselijk nieuwsgierig naar waar je vandaan komt, wat je beroep is, hoeveel kinderen je hebt, hoe je hun stad vind en waar je logeert. Hartstikke leuk!
Die ene keer nu zaten aan het tafeltje naast ons drie heren te "stomen". Twee oogden chinees, de derde duidelijk west-europees. Ze spraken Engels, de voertal in Singapore. Wij schonken er verder geen aandacht aan.
Ineens stond de west-europees ogende man op en kwam bij onze tafel staan. Goedenavond, zei hij, jullie zijn Nederlanders?
Over het algemeen zijn wij in den vreemde niet zo erg gesteld op nederlands gezelschap, maar hij was heel sympathiek en vroeg beleefd of hij er even bij mocht komen zitten.
Ja, natuurlijk, zou u zeggen. Wij dus ook. En jawel, hij was Nederlander en hij werkte bij Boskalis.
Even later kwamen zijn singaporeaanse vrienden er ook bij zitten en wij hadden samen een geweldig gezellige avond. Ze waren (in een Joint venture) bezig met het opspuiten van een eiland vlak voor de kust, waar tegenwoordig een heel winkelcentrum op staat, de Marina. Singapore is een klein stadstaatje en kan, net als Nederland, alleen maar uitbreiden als het de zee in gaat.
Ik was Boskalis eigenlijk al helemaal vergeten, omdat mijn beurskennis zich altijd beperkt heeft tot de hoofdfondsen van de AEX. Totdat begin van dit jaar Boskalis ineens in de AEX opdook - als vervanging van Fortis. Toen dacht ik ineens weer aan die prachtige tropische avond aan de haven van Singapore, aan de arrak met pineapple juice en de grote verlichte baggerschepen die je in de verte in het water kon zien liggen.
Ik heb meteen aandelen gekocht, helaas niet genoeg. Later, toen ik er achter kwam dat ze ook nog een prima dividend opleverden, waren ze al boven de 19 Euro gestegen. Toch heb ik er de nodige bijgekocht.
Ze gaan niet zo geweldig hard omhoog met de AEX nu - wat dat betreft lijken het eerder brave, veilige, non-cyclische aandelen zoals Unilever en Ahold. Maar toch hebben ze iets avontuurlijks. Kijk eens op hun site: Nederland als zeevarende natie, net als ten tijde van de VOC. Je komt ze overal tegen waar met en in het water gewerkt moet worden. Prima bedrijf, alleen een beetje onbekend - en dus onbemind, onder beleggers.
Op 20 augustus komen ze met hun halfjaarsverslag naar buiten: ik hoop van harte dat ze dan weer van zich doen spreken. Solide, geen schandalen, geen gegraai, geen bonuscultuur. Harde werkers, goede kerels, prima netwerkers, geavanceerde techniek.
En als Nederland ooit dreigt te verzuipen door het smeltende poolijs: Geen nood - wij hebben altijd nog Boskalis om ons te redden.
..................................................
Voda voegt straks de technische details toe over de maand juli.
BT.