BRIC-landen helpen Europa
Enkele opkomende landen participeren in het noodfonds van de eurolanden, het EFSF, door het opkopen van de obligaties die het fonds in 2010 heeft uitgegeven.
Het gaat om enkele zogenoemde BRIC-landen, een benaming die wordt gebruikt voor Brazilië, Rusland, India, Zuid-Afrika en China. Dat heeft de financiële topman van het EFSF, Christophe Frankel, maandag gezegd in een interview met de Braziliaanse krant Valor.
,,Wij zijn erg blij dat dat bepaalde BRIC-landen investeren in onze leningen'', aldus Frankel. Volgens hem gaat het om een ,,interessante diversificatie van onze investeerders''. Er is al verscheidene keren overleg gevoerd tussen de EFSF en banken in BRIC-landen om de investeringen te bespreken.
De Braziliaanse minister van Financiën Guido Mantega liet vorige week al weten dat hij deze week in Washington met zijn ambtgenoten van andere BRIC-landen bijeen zal komen. Zij zullen dan bespreken ,,hoe zij de Europese Unie zouden kunnen helpen uit deze situatie te komen''.
President van de Wereldbank Robert Zoellick liet maandag juist weten dat de ontwikkelde landen die in de problemen verkeren niet per se hoeven te rekenen op financiële ondersteuning van opkomende economieën. Zo kan je volgens Zoellick aan de verklaringen van China zien dat het land de eurozone graag wil ondersteunen, maar dat is volgens de Wereldbank-president ,,iets anders dan geld verschaffen''.
Daarnaast hebben ook opkomende landen minder ,,fiscale ruimte'', omdat zij zijdelings ook geraakt worden door economisch moeilijke tijden in Europese landen, aldus Zoellick.