Ronald Brus, CEO Crucell, gaat nieuw bedrijf starten.
31-12-2011
Ronald Brus, eerste man van biotechbedrijf Crucell, dat begin dit jaar voor €?2,1 mrd is verkocht aan Johnson & Johnson, stapt op. Brus heeft zijn zinnen gezet op een nieuw bedrijf, dat de ernstig zieke gezondheidszorg moet genezen.
Henk Engelenburg, FD-Weekend 31 december 2011
Crucell is koud een jaar onder de hoede van J&J en u stapt nu reeds op?
‘Crucell heeft heel goede vaccins in de pijplijn en er is voldoende geld om ze te ontwikkelen onder de uitstekende leiding van J&J. We wilden van Crucell het grootste biotechbedrijf van Europa maken en dat is gelukt. De droom was ook om voor mensen overal ter wereld een gelijke start te creëren. Dat kan met vaccins en ook dat lijkt te lukken. Je ziet dat onze vaccins op grote schaal worden ingezet, dat is fantastisch. Dat per se mijn persoon leiding zou moeten geven aan deze doelstellingen, lag niet in de verwachting. Mijn rol als aanjager die staat te roeptoeteren is toch anders binnen zo’n grote organisatie als J&J. De vrijheid is ook anders dan bij een zelfstandig bedrijf. In dat geval kun je zelf snel beslissen en nu moet alles aansluiten bij het grotere geheel. Bovendien zijn de omstandigheden veranderd. Er is een ernstig zieke in mijn familie; ik heb ruimte nodig om bij diegene te zijn.’
Wat zijn de plannen voor een nieuw bedrijf?
‘Eigenlijk kan ik daar niet veel over zeggen, het is allemaal nog prematuur, ik wil niet te veel verklappen. Het wordt in elk geval een bedrijf dat de ontwikkeling van nieuwe medicijnen dichter bij de patiënt brengt. Die afstand is nu heel groot. Overheden zijn door excessen in het verleden zo bang voor schadelijke medicijnen, dat de controle op de ontwikkeling van nieuwe middelen totaal is doorgeslagen. Door een medicijn eindeloos te testen op tienduizenden mensen kost de ontwikkeling honderden miljoenen en is een nieuw medicijn al 12 tot 15 jaar oud als het op de markt komt. De patentbescherming en dus ook de terugverdienperiode zijn dan nog maar heel kort, wat medicijnen nog eens duurder maakt.’
‘Het wachten en alles uitzoeken doet veel patiënten tekort voor wie een medicijn in ontwikkeling levensreddend kan zijn. Niet de zieke patiënten met bijvoorbeeld een tumor of mensen die aan alzheimer lijden, maar machtige internationale instituten oordelen over nieuwe geneesmiddelen. Ze proberen daarmee sterfgevallen te voorkomen, maar dat systeem kost waarschijnlijk meer mensenlevens dan wanneer je medicijnen sneller naar de markt brengt. Is het niet merkwaardig dat niemand voor die sterfgevallen verantwoordelijkheid draagt?’
Hoe zou het model van de sector moeten zijn?
‘De relatie tussen arts en patiënt moet weer centraal staan. Artsen mogen uitsluitend medicijnen voorschrijven die door overheden zijn toegestaan en door verzekeraars worden vergoed. Dat heeft weinig te maken met geneeskunst. We moeten weer beseffen dat medicijnen worden ontwikkeld om mensen te genezen. Patiënten moeten kunnen meebeslissen over hun medicatie. Dan komen nieuwe medicijnen vier, vijf jaar eerder naar de markt. Dat zal de terugverdienperiode verlengen, de prijzen van medicijnen doen dalen en het zal veel levens redden.’
‘Waarom accepteren we dat het oordeel over leven en dood nu niet bij de patiënt ligt? De hiv-patiënten die in de onderzoeksfase de eerste aidsremmers kregen, wisten één ding heel zeker: ik krijg óf die remmer, of niets en dan ga ik dood. Ze hebben toen, buiten medeweten van de wetenschappers, het placebomechanisme doorbroken door placebopillen en echte aidsremmers bij elkaar te gooien. De kans op een aidsremmer kwam daarmee op 50% in plaats van wellicht nul met een placebo. Dit is precies wat ik bedoel: de patiënt moet kunnen beslissen.’
Hoe giet u dat in de vorm van een nieuwe onderneming?
‘Nogmaals, ik kan niets verklappen. Maar de autoriteiten in de VS en Europa die over nieuwe medicijnen oordelen, hebben nog altijd het model van dertig jaar geleden, toen mensen nauwelijks over informatie beschikten. Tegenwoordig staat alles over medicijnen die ontwikkeld worden op internet. Moet je dan afwachten tot een aantal ambtenaren dat voor je heeft gerangschikt?’
‘Je gaat naar een model waarin vraag en aanbod van nieuwe medicijnen via internet weer bij elkaar worden gebracht. Patiënten met een levensbedreigende ziekte kunnen zelf prima afwegen of ze een medicijn al dan niet kunnen slikken. Het risico komt dan bij de patiënt te liggen. Excessen houd je ook bij het huidige farmamodel niet tegen. Je mag bijvoorbeeld zelf de afweging maken voor een liposuctie, wat echt een riskante ingreep is, en je wordt al binnen twee dagen geholpen. Maar je mag niet beslissen over een nieuw antikankermiddel in ontwikkeling dat wellicht je leven redt.’
U wilt een wereldwijd dichtgetimmerd systeem doorbreken?
‘Men zal onmiddellijk roepen dat het niet kan. Totdat je het zo sterk versimpelt, dat iedereen zegt: natúúrlijk gaan we dit doen, lógisch dat goede medicijnen meteen beschikbaar moeten zijn. Terug naar de basis is altijd de pijnlijkste weg omdat het schuurt met de status quo.’
‘Is het je wel eens opgevallen dat vrijwel geen farmaconcern wordt geleid door een arts? Het zijn bijna allemaal juristen aan de top, en zie de verstarring. De concerns hebben vorig jaar $?100 mrd gespendeerd aan medicijnonderzoek en dat leverde één echt nieuwe geneeskrachtige stof op. Door regelgeving, door angst voor claims en voor merkloze geneesmiddelen worden farmaconcerns aangestuurd door risicomijdende managers, die door hun studie hebben geleerd dat het allemaal niet maakbaar is. Ze zijn gericht op cijfertjes, op behoud van marktaandeel en operationeel presteren.’
‘Grote succesvolle IT-bedrijven zoals Apple en Microsoft worden geleid door mensen die nog precies weten waar het om gaat en die drijven op een enorme bevlogenheid van mensen zoals Bill Gates en Steve Jobs. Ze denken beter na over de producten en ze zeuren niet over marges, dat is oud denken. In The Social Network, de film over de oprichters van Facebook, zie je hoe de kompaan van Mark Zuckerberg telkens over allerlei businessmodellen begint. Hopeloos. Zuckerberg had een droom. Wat is jouw droom? Als je dat vraagt aan een manager wordt hij helemaal panisch.’