INTERVIEW: Ten Cate wil samenwerken voor groei en kostenbesparing


Door Bart Koster

Van DOW JONES NIEUWSDIENST


AMSTERDAM (Dow Jones)--Koninklijke Ten Cate nv (KTC.AE) zet in op samenwerkingsverbanden en het vergroten van de inkomsten uit de industriele sector, terwijl kostenbesparingen moeten zorgen voor herstel van de resultaten op korte termijn.

Loek de Vries, bestuursvoorzitter en CEO van het concern dat textiel- en kunststoftoepassingen produceert voor onder meer uniformen, defensiematerialen, vliegtuig- en autobouw, infrastructuur en kunstgrassystemen, blijkt een groot voorstander van samenwerking in productieketens en met wetenschappelijke instituten.

In juli moest Ten Cate zijn winstverwachting voor 2012 loslaten, omdat met name het product Defender M voor uniformen van militairen en hulpdiensten en Armour composietmateriaal voor onder meer voertuigbepantseringen, last hebben van teruglopende overheidsbestedingen, met name van het Amerikaanse leger, maar ook in Nederland.

Dat dwingt het bedrijf enerzijds tot inkrimping van productiecapaciteit in bepaalde divisies en anderzijds tot focus op andere afnemers, waarvoor nieuwe producten moeten worden ontwikkeld en aangeboden. Voor de financiering daarvan is Ten Cate deels aangewezen op partnerships met andere partijen, die behalve geld ook eigen kennis en expertise inbrengen.

De Midkap-multinational uit Almelo kondigde eerder deze week een omvangrijk samenwerkingsverband aan voor de productie van composietmaterialen voor de automotive-industrie. De samenwerking moet leiden tot toenemend gebruik van autofabrikanten van deze materialen in plaats van staal en aluminium. Partners van Ten Cate in dit consortium zijn het Nationaal Luchtvaart Laboratorium (NLR), de ingenieursbureaus VIRO en Kok & Van Engelen en de producent van composietproducten en -onderdelen DTC.

Het is illustratief voor de nieuwe strategie voor productontwikkeling, zegt de 61-jarige De Vries, die sinds 1990 bij Ten Cate in dienst is.

"Regionaal, nationaal en internationaal werken we voor onze productontwikkeling steeds meer samen met wetenschappelijke en industriele partners, waar we vroeger graag alles in eigen hand en binnenshuis hielden uit concurrentie-overwegingen", licht de CEO toe. De beperkte financiele armslag voor onderzoek en ontwikkeling (R&D) van Ten Cate speelt daar ook een rol bij, voegt hij eerlijkheidshalve toe.

Als voorbeelden noemt hij onder meer het op zijn initiatief in juni opgerichte regionale samenwerkingsverband Advanced Materials Manufacturing Oost-Nederland (AMMON).

"AMMON richt zich op industriële samenwerking in Overijssel en Gelderland, met als doelstelling het versnellen en verbreden van innovatie, productontwikkeling en marktbenadering door krachten te bundelen. Door die onderlinge samenwerking ontstaat een technologische infrastructuur, die in Oost-Nederland ontbrak", zegt De Vries.

"De blik in Nederland richt zich traditioneel vooral op de industrie in de Randstad en Brabant/Limburg, maar het blijkt dat 28% van de beroepsbevolking in de driehoek Deventer-Twente-Zwolle in de maakindustrie werkt; in de metaal, kunststoffen, en chemische toepassingen. Dat, gebundeld met wetenschappelijke ondersteuning van de Universiteit Twente en verschillende regionale HBO-instituten, kan in deze Materials Valley tot nieuwe producten en systeemtoepassingen leiden."

De Vries merkt op dat in deze tijden van bezuinigingen de rol van nationale en regionale overheden moet veranderen van bureaucratische subsidieverstrekkers naar innovatieve aanbesteders, wat bijvoorbeeld kan leiden tot nieuwe oplossingen als slimme dijken met geosynthetische materialen en optische bewakingssensoren, en slimme wegen met sensoren en waarschuwingssystemen.

"De financiering doen we dan als gezamenlijke ontwikkelaars en producenten zelf wel", zegt hij.

Op het grote vroegindustrieële Ten Cate-complex in Nijverdal, nu ingericht met moderne technologieen, is te zien dat Ten Cate alweer stappen verder is: daar staat bijvoorbeeld een proefmodule van te ontwikkelen kunstgras geluidswallen, die niet alleen geluid absorberen, maar ook fijnstof kunnen opnemen.

De CEO meldt dat een ander kunstgrasconcept, ontwikkeld samen met Wavin en Pentair, met ingebouwde wateropslag en -zuivering, goed toepasbaar is in gebieden waar gewoon gras niet wil groeien en goede drinkwatervoorziening schaars is of ontbreekt.

De Vries betitelt de ontwikkeling van dergelijke concepten als "de omslag van traditionele productie naar productinnovatie, gevoed door technologische innovaties". Hij wijst op een plan om op de voormalige luchtmachtbasis Twente een heel nieuw onderzoeks- en ontwikkelingscomplex voor de deelnemende partijen op te bouwen.

De samenwerkingsverbanden waarin Ten Cate actief is, beperken zich niet tot de regio, maar gaan ook over de grenzen en de omvang van Ten Cate zelf heen. Met DSM en TNO wordt onder andere samengewerkt voor de ontwikkeling van nieuwe composietmaterialen. En voor de toepassing van deze materialen wordt weer samengewerkt met ruimtevaart- en vliegtuigbouwers als Airbus en Boeing, verschillende autofabrikanten en de olie- en gasindustrie. Daarmee wil Ten Cate ook minder afhankelijk worden van traditionele overheidsopdrachten, die wereldwijd vanwege overheidsbezuinigingen minder worden of uitblijven.

"Bovendien zien we in steeds meer landen het protectionisme de kop opsteken, waarbij overheden orders alleen aan leveranciers uit eigen land gunnen", aldus De Vries.

Als gevolg van de sterk teruggelopen defensie- en andere overheidsopdrachten trok Ten Cate in juli de winstverwachting voor 2012 in en kondigde het bedrijf een herstructurering aan, waarbij 10% van de in totaal ongeveer 4.500 banen zullen verdwijnen, voornamelijk in de Verenigde Staten.

Over de eerste helft van 2012 daalde de omzet met 9% tot EUR539,6 miljoen, terwijl de nettowinst met 56% afnam tot EUR14,7 miljoen. Het aandeel Ten Cate daalde dit jaar tot op heden met 17%.


- Door Bart Koster; Dow Jones Nieuwsdienst; +31 20 571 5201; bart.koster@dowjones.com