Vandaag stond het onderstaande artikel in het AD. Het is een Premium-artikel dus ik heb de inhoud even geknipt en geplakt:
Benzineprijs stijgt naar 1,81: dreigt een nieuwe olie-supercyclus?
Ondanks de coronapandemie zijn de olieprijzen afgelopen maanden hard gestegen. Automobilisten moeten aan de pomp al 1,81 euro aftikken en het nationale record van 2012 is helemaal niet ver weg. Markten houden bovendien rekening met een nieuwe supercyclus van de olieprijzen.
De benzineprijs heeft afgelopen jaar een flinke sprong gemaakt. Lag de adviesprijs eind april nog op 1,57 (E10), de maanden erna kwam er ruim een dubbeltje bij. Na een kleine daling in oktober startte dit najaar de huidige spurt. Van 1,61 op 3 november sprintte de prijs tot ruim 1,81 euro vandaag. Dat is nog maar 8,5 cent van het absolute record van begin oktober 2012. Ook diesel steeg fors van net onder de 1,25 per liter begin november naar 1,487 euro.
Paul van Selms, die voor consumentencollectief United Consumers al twintig jaar de pompprijzen minutieus bijhoudt, noemt de dure benzine opmerkelijk. ,,Verschillende factoren pleiten juist voor het tegendeel. Door corona draait de wereldeconomie niet florissant en daalde de vraag naar olie. De euro won recent bovendien terrein ten opzichte van de dollar, wat eveneens gunstig uitpakt voor de brandstoftarieven. Ook heeft Saoedi-Arabië de productie licht beperkt.”
Er is echter één factor die al deze punten overstijgt, weet Van Selms. ,,De olieprijzen komen van ver en liggen al sinds 2015 laag.” De afgelopen tijd kwam daar verandering in: de aankondiging van het Pfizer-vaccin eind vorig jaar, gevolgd door andere vaccin-ontwikkelaars, heeft bij beleggers en banken voor optimisme gezorgd. De verwachting is dat de economie aantrekt als coronamaatregelen later dit jaar worden versoepeld. De vraag naar olie stijgt dan snel. Veel overheden helpen hun eigen economie met steunpakketten ter waarde van tientallen miljarden euro’s.
Het grote optimisme heeft de prijs van een vat Brent-olie sinds dit najaar met de helft doen stijgen. Ten opzichte van het dieptepunt vorig jaar april verdrievoudigde de prijs zelfs van 20 dollar naar 63 dollar eerder deze week. ,,Dat gaat richting de prijs van 70 dollar. Dat wordt door experts gezien als een mooi evenwicht’’, aldus Van Selms.
De vraag is of het nationale record van 2012 er de komende maanden aan gaat. Van Selms verwacht van niet, maar wil het zeker niet uitsluiten. ,,Zolang er niets onverwachts gebeurt in de wereld, een oorlog of iets dergelijks, lijkt het me een brug te ver. Weinigen verwachten dat een vat olie naar 100 dollar gaat.” Tegelijk is een prijsstijging van 10 dollar per vat of nog meer helemaal niet ondenkbaar, zeker als de coronacrisis sneller zou verdwijnen dan nu gedacht. ,,De benzineaccijnzen zijn sinds 2012 bovendien enkele centen omhoog gedaan, dus dat plafond is gemakkelijker haalbaar dan toen.”
Diverse zakenbanken, zoals JP Morgan, gaan er zelfs van uit dat we zijn begonnen aan een zogenaamde supercyclus, een periode waarin olieprijzen langjarig stijgen. De vorige supercyclus eindigde na twaalf jaar met de financiële crisis van 2008. JP Morgan stelde tegen Bloomberg diverse factoren te zien die op een potentiële supercyclus wijzen: een economie die na de pandemie fors zal groeien, een hogere inflatie, het geld scheppende monetair beleid van centrale banken met aanhoudend lage rentes; en een zwakker wordende dollar. Daarbij steken oliemaatschappijen steeds minder geld in het zoeken naar nieuwe olie. Dat kan de productie op termijn hinderen. Ook andere experts sluiten een fikse verdere toename van de olieprijs niet uit.
Supercyclus of niet, de gestegen olieprijzen betekenen sowieso welkom nieuws voor de vijf geplaagde oliegiganten BP, Chevron, ExxonMobil, Shell en Total . Afgelopen jaar kelderde hun gezamenlijke productie met zo’n 900.000 vaten per dag, een afname van 5 procent ten opzichte van 2019. Samen boekten de vijf daardoor in totaal bijna 63 miljard euro (76 miljard dollar) aan verliezen.
Wereldwijd kelderde de olie- en gasproductie in 2020 door de coronacrisis van een kleine 100 miljoen vaten per dag naar circa 89 miljoen per dag, schatte de OPEC eerder. BP, Chevron, ExxonMobil, Shell en Total namen hiervan 11,3 miljoen vaten per dag voor hun rekening. Volgens Rystad Energy zorgt de coronacrisis ervoor dat ‘peak oil’, de hoogste olieproductie voordat een definitieve daling inzet, al in 2028 wordt bereikt. De wereldwijde vraag zal dan ruim 102 miljoen vaten olie- en gas per dag bedragen, waarvan 18 miljoen vaten door de oliegiganten. Eerder voorspelde Rystad een hoger olieplafond van 106 miljoen vaten per dag en ook pas in 2030.
De daling komt ook doordat steeds meer energiegiganten hun bakens verzetten en focussen op duurzame energie. Zo kondigde Shell begin deze maand aan de shift naar groen flink te versnellen.