Shell tekent deal voor lozen uitstoot Noordzeebodem
Bedrijven gaan hun vervuilde uitstoot afvangen en diep in de zeebodem opbergen. Shell en ExxonMobil hebben voor zo’n eerste opvang in de Noordzee de definitieve contracten getekend, andere opslag volgt. Het kabinet breidt steun voor afvang van broeikasgassen uit. Maar wetenschappers zijn kritisch.
Als alle vergunningen binnen zijn, valt dit voorjaar het definitieve besluit en starten de bedrijven in 2024 met de aanleg.
De olie- en gasbedrijven vangen met Air Liquide en Air Products in Rotterdam samen 2,5 miljoen ton van het broeikasgas af, claimen zij, en bergen die op in lege gasvelden. De hele Rotterdamse haven zou ineens 10% minder CO2 uitstoten.
De industrie kijkt belangstellend mee. Deze afgevangen CO2 zou later weer als verwerkte grondstof kunnen gaan dienen. Vanwege het belang van het project maakte de Europese Unie ruim €100 miljoen subsidie over. Inmiddels liggen er al zo’n veertig aanvragen van bedrijven die ook subsidie willen om hun fossiele CO2-uitstoot uit hun fabriek af te vangen, soms te gebruiken, maar vooral permanent op te slaan. Daarvoor gebruiken Shell en ExxonMobil straks grote lege gasreservoirs, tot vier kilometer diepte in de Noordzee.
Extra ruimte
Het kabinet Rutte IV zet een tandje bij en scherpt de doelen aan naar ten minste 55% CO2-reductie. ’Om de doelstellingen bovenop het klimaatakkoord te realiseren vergroten we de ruimte voor carbon capture storage’, aldus de coalitiepartijen VVD, D66, CDA en ChristenUnie over deze opslag van bij de industrie afgevangen schadelijke koolstofuitstoot. Oktober vorig jaar werd het maximum dat de industrie mag opslaan door Den Haag met 35% verhoogd tot 9,7 miljoen ton CO2.
Na Porthos volgt het veel grotere afvangproject Aramis. Hiervoor bouwt Shell, nu met TotalEnergie, Gasunie en Energiebeheer Nederland, een nieuw netwerk met pijpleidingen, waar grote uitstoters als cementfabrieken en kunstmestfabrikanten direct op kunnen aansluiten. Aanvankelijk voor 5 miljoen ton CO2 afvang, later 25 miljoen ton. Daarvoor wordt dwars door Europoort naar de Maasvlakte een buis aangelegd, die voor de kust eindigt in de ondergrondse opslag. Die aanleg, inclusief bouw van een compressorstation om de CO2 voort te stuwen, zou twee jaar duren. Daarover hakt Shell met partners volgend jaar de knoop door.
„Het is een aanpak die voor bedrijven op korte termijn haalbaar is. Je kunt dit waarschijnlijk voor 2030 realiseren”, zegt Olof van der Gaag, directeur van de Nederlandse Vereniging Duurzame Energie, die tegen opslag op land is. „Dat is in de bodem bij Barendregt eerder geprobeerd, maar de bevolking keerde zich daar faliekant tegen. Dat moet je niet meer willen. Op zee is de beste remedie, ook voor de overige opslag.”
Snel resultaat
De overheid heeft al €2 miljard gereserveerd voor project Porthos, een opslag van CO2 in de Rotterdamse haven. „Het is een manier om op korte termijn grote hoeveelheden CO2 tegen relatief lage kosten uit de atmosfeer te houden’, zo onderbouwt de Shell-top zijn investering. Bovendien, er zijn op korte termijn weinig alternatieven om zulke grote slagen te maken, zegt het olie- en gasconcern met $183 miljard omzet, dat zich zegt te hervormen tot een multinational die vooral uit duurzame energie geld gaat verdienen.
Shell studeert al jaren op zulke oplossingen. Deze afvang van CO2 ’aan de pijp’ geeft hele vervuilende chemie en olie- en gassector de komende jaren enige tijd om ondertussen de productiemethoden veel schoner te maken.
Na de aangekondigde verhuizing van het hoofdkantoor naar Londen verbond Shell zich in december als ’één van de grootste aanjagers van de energietransitie in Nederland’ nog eens uitdrukkelijk aan zulke projecten.
’Meer tijd’
Maar er rijzen zorgen. Allereerst over het tempo. „Shell belooft veel en heeft de kennis, het is wel nieuwe technologie die nergens op een dergelijke schaal goed getest is. Ik betwijfel of het snel al op zo’n grote schaal lukt”, zegt de in Tilburg gepromoveerde econoom Roweno Heijmans, onderzoeker van deze markt. „Het duurt vaak wel tien of vijftien jaar om dit soort technologieën goed door te ontwikkelen.”
Shell vindt dat er in twintig jaar voldoende is getest in Noorwegen, Canada en de Verenigde Staten. Er zijn wereldwijd 65 commerciële bedrijven actief in het afvangen van CO2.
Maar in West-Australië strandde zo’n afvangproject na €1,9 miljard investeringen in de Greater Gorgon-gasvelden. In de VS stopte eerst het Kemper-project, na €6,7 miljard investeringen, en vervolgens vorig jaar het Petra Nova-initiatief van NRG Energy. Tata Steel, Nederlands grootste vervuiler, zag eind vorig jaar af van de CO2-opvang en zegt in IJmuiden over te stappen op schonere waterstofproductie.
„Ondergrondse opslag van CO2 leek dé manier om uitstoot van CO2 naar de lucht te verminderen”, zo reageerde biochemicus Martijn Katan, emeritus hoogleraar aan de Vrije Universiteit, eerder auteur van een rapport van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen over de afvang. „Helaas blijkt CO2-opslag vooral mislukkingen op te leveren.”