Dit artikel geeft wel ongeveer aan hoe ik de korte termijn toekomst v/d beurzen zie:
Het is nog maar enkele weken geleden dat ik het hier had over een onheilspellende beursstart in 2014. Nu, enkele weken later boekte alleen de technologiesector een bescheiden winst van 1%, terwijl de meeste traditionele beursindices nog altijd op verlies staan voor het jaar.
Op zich hoeft dit niet zo’n probleem te vormen, ware het niet dat er diverse zorgwekkende parameters opduiken in de markt. Ik had het eerder al over de stijgende verwachtingen van analisten en economen.
Nu de positieve beurstrend al enkele jaren onderweg is, trekken deze experts die lijn door naar de economische ontwikkelingen en de daarbij horende winstontwikkeling van de ondernemingen. Of anders gezegd, de verwachtingen geraken almaar hoger gespannen.
Nieuwe impuls
Tot op heden verliep dit parcours van hoge winsten in combinatie met oplopende verwachtingen zonder veel kleerscheuren, maar dit liedje kan niet blijven duren. Ooit breekt deze veer. Beleggers zouden er goed aan doen om hun verwachtingen te temperen, maar exact het tegenoverstelde gebeurt vandaag.
Met de ingang van 2014 kreeg het positivisme onder beleggers een nieuwe impuls. We horen al maanden dat het beleggerssentiment bijzonder positief is, maar tot op heden vertaalde zich dit nog niet in een toename van het geïnvesteerde kapitaal in de aandelenmarkten.
Maar tegenwoordig zijn beleggers weer massaal bereid om hun woorden om te zetten in daden. De volgende grafiek laat duidelijk een verschuiving in de asset allocatie zien van de leden van AAII, een Amerikaanse belangenvereniging voor beleggers.
Meer in aandelen
Het percentage aan aandelen binnen hun portefeuilles bereikte onlangs het hoogste niveau sinds de technologiebubbel rond de eeuwwisseling. Deze verschuiving ging overduidelijk ten koste van zowel obligaties als de cashposities.
Beleggers hebben weer zin in aandelen, terwijl er steeds meer winstwaarschuwingen opduiken. Grote multinationals zoals Best Buy, UPS of Intel biechtten allemaal ondermaatse kwartaalresultaten op, waardoor de opgewekte vooruitzichten van de markt getemperd werden.
Uiteraard waren er ook nog voldoende bedrijfscijfers die wel aan de verwachtingen voldeden, maar ik merk dat de weegschaal begint over te hellen. Afgelopen week wist slechts 50% van de bedrijven binnen de S&P 500 de consensus te kloppen, versus een historisch gemiddelde van 63%.
Game over
Enkele weken terug had ik het al over de fabricage van de stijgende winstcijfers, met name de oplopende winst per aandeel (WPA). Dit kwam mede door de lage rente (veroorzaakt door het beleid van de centrale banken), waardoor bedrijven goedkoop geld konden krijgen om vervolgens eigen aandelen in te kopen.
Dit soort cosmetische ingrepen duurt natuurlijk maar even: zodra de rentes oplopen en/of de winsten dalen, is het game over. Ik vind het daarom opmerkelijk dat de bedrijfsleiders, die met de fondsen van de onderneming eigen aandelen inkopen, dezelfde aandelen voor hun persoonlijke portefeuilles massaal van de hand doen.
In de voorbije maanden waren de verkopen van deze insiders nooit zo hoog ten opzichte van hun aankopen, getuige de onderstaande grafiek van deze insider-ratio voor de S&P 500.
Onrealistisch
Uiteraard zijn er tal van redenen om aandelen te verkopen, maar als het simultaan én met een dergelijke overtuiging gebeurt, neem het maar van mij aan: dit zaakje stinkt. CEO’s en andere insiders zijn steeds nauw betrokken bij hun onderneming(en). Ze ruiken meteen onraad.
Als de economie begint te sputteren, maar ook als de verwachtingen te hoog oplopen. De toenemende tegenvallers zijn met name een voortvloeisel van dat laatste. Te hoge verwachtingen vertalen zich ook steeds in onrealistische waarderingen.
Een koers-winstverhouding (k/w) van 19x voor een brede index als de S&P 500 is niet goedkoop. Toch krijgen we tegenwoordig regelmatig te horen dat dit niveau nog ver verwijderd is van de hallucinante waarderingen tijdens de technologiebubbel.
Rampspoed
En dat klopt ook, maar men vergeet dan wel de gepimpte w in k/w erbij te vermelden. Wilt u echt weten of de beurs duur is of niet, dan is daar een simpele graadmeter voor, namelijk de marktkapitalisatie afgezet tegenover de economie (bbp).
Telkens als de aandelenmarkten duurder worden dan het bbp, kunt u beter even wat gas terugnemen op de beurs. Zoals u ziet op onderstaande grafiek kruisten de twee indicatoren elkaar ergens halverwege 2013 en schiet de beurskapitalisatie in de jongste maanden volledig door naar boven toe.
Een bewezen recept voor rampspoed op de beurs in 2000 en 2007.
Tijd voor realisme
Een perfecte indicator voor onraad op de beurs. Dit is niet voor niets de favoriete graadmeter van Warren Buffett! De beurs heeft daarom nood aan een correctie, en als het aan mij ligt, mag er wel eens flink aan de boom geschud worden.
Beleggers moeten hun verwachtingen temperen. Als dat niet goedschiks kan – door middel van realistische prognoses, dan maar kwaadschiks – door een stevige beurscorrectie. Dat zet iedere marktparticipant weer eens met de voeten op de grond.
Want de beursrally (die nu al 56 maanden aan de gang is) stijgt steeds meer beleggers naar het hoofd. Het is hoog tijd voor wat realisme op de beursvloer, want hoe hoger de stijging, hoe dieper de val. Ik herhaal mijn oproep om her en der wat winsten te nemen en de cashpositie op te krikken.
Zoals het beursverleden telkens heeft uitgewezen, volgt daarop later weer een mooie instapkans!
Bron: IEX