Ik zal dan maar weer de eerste zijn met het artikel! :-)
ArcelorMittal zal profiteren van herstel cyclische waarden
Cyclische aandelen beginnen eindelijk te bewegen. Staalfabrikant ArcelorMittal behoort tot de meest cyclische bedrijven, omdat het een hoge operationele hefboom heeft door zijn hoge vaste kosten enerzijds en zijn aanzienlijke schuldenlast anderzijds. De staalgigant uit Luxemburg zou daarom goed moeten presteren bij economisch herstel. Dat is echter
nog niet gebeurd.
Staalsector geeft diffuus beeld Vaak komen de koersen van industriële cyclische bedrijven pas tegen het einde van een conjunctuurgolf in beweging. Recent zijn al enkele bouwbedrijven opgeveerd en ook de staalsector ontwikkelt zich positief. In Nederland is dat te zien aan Aperam en in Duitsland aan marktleider ThyssenKrupp, waarvan de koers sinds het dieptepunt in 2012 verdubbelde.
Maar het beeld van de staalsector is niet uniform. Zo is de koers
van Salzgitter, de andere speler in Duitsland, na een aantal
teleurstellende kwartalen op een dieptepunt beland. In Amerika was de koers van marktleider Nucor verdubbeld na het dieptepunt in 2011, maar door tegenvallende kwartaalresultaten is die koerswinst recentelijk grotendeels weer ingeleverd. Ook de koers van de wereldwijde marktleider ArcelorMittal blijft iets boven zijn dieptepunt hangen. Het is de vraag of dat terecht is.
2014: resultaten mijnbouwdivisie verzwakken
Volgens de prognose van februari 2014 zou de ebitda (winst voor afschrijvingen, interest en belasting) uitkomen op $8 miljard. Het
management was daarbij wel uitdrukkelijk uitgegaan van een prijs voor ijzererts van $120 per ton. Analisten vonden dat echter niet realistisch, omdat de ertsprijs toen al was gedaald naar $100.
In september verlaagde ArcelorMittal zijn ebitda-prognose volgens
verwachting naar $7 miljard. Om onbegrijpelijke redenen zakte de koers sindsdien met 30% tot een nieuw dieptepunt van € 8 halverwege januari 2015.
Resultaten tweede jaarhelft bevredigend
De koersreactie was niet alleen overdreven omdat al lang duidelijk was dat de prognose onhoudbaar was, maar vooral omdat de resultaten sindsdien goed zijn. Zowel in het derde als in het vierde kwartaal overtroffen de resultaten niet alleen de consensusverwachtingen maar ook de eigen prognose. Uiteindelijk steeg de ebitda in 2014 met 8,5% van $6,7 miljard naar $7,3 miljard.
Het ebitda-resultaat van de mijnbouwdivisie daalde weliswaar met
37%, maar de staaldivisie compenseerde dat ruimschoots. Ook de schuldpositie verbeterde boven verwachting.
Marktdynamiek ijzererts vergelijkbaar met olie ArcelorMittal is wereldwijd de vierde producent van ijzererts, na de Australische giganten RioTinto en BHP, en het Braziliaanse Vale.
De omstandigheden in de ertsmarkt tonen sterke gelijkenis met de marktomstandigheden in de oliesector. Want net als in de oliesector is de prijsdaling van het afgelopen half jaar vooraf gegaan door een lange periode van prijsstijgingen die veroorzaakt werden door hoge vraag uit China. Daarom hadden de mijnbouwers hun capaciteit fors verhoogd. De twee Australische marktleiders overspoelen de ertsmarkt nu met als doel de nieuwe, veelal Chinese ertsproducenten, met hun hoge kostprijzen, uit de markt te drukken.
In 2013 was de mijnbouwdivisie, met maar 6% van de groepsomzet, goed voor 30% van het ebitda-resultaat van heel ArcelorMittal. In 2014 steeg de omzet van de mijnbouwdivisie door capaciteitsvergroting weliswaar nog met 15%, maar dat kon niet verhinderen dat de halvering van de ertsprijzen het ebitda-resultaat deed dalen met bijna één miljard, oftewel met 40%. De bijdrage van de divisie aan het ebitda-totaal is nu nog 15%.
Door efficiëntiemaatregelen en capaciteitsvergroting zal de divisie
overigens winstgevend blijven, zelfs als de ertsprijzen vanaf het
huidige niveau halveren.
Belangrijke deals
Vorig jaar deed zich een zeldzame kans voor om de positie op de Amerikaanse markt te versterken. ThyssenKrupp had namelijk in Alabama voor $5 miljard een hypermoderne staalverwerkingsfabriek laten bouwen die staalplaten uit Brazilië zou verwerken tot eindproducten. Die Braziliaanse staalplaten bleken echter veel duurder te zijn dan begroot, waardoor ThyssenKrupp besloot zich weer terug te trekken uit Amerika.
ArcelorMittal kan wel goedkoop aan staalplaten komen en kocht de fabriek daarom vorig jaar met een Japanse partner voor $1,5 miljard.
Strategisch gezien was de aankoop van die fabriek, die nu een bezettingsgraad heeft van 80%, een uitstekende deal. De financiering was echter een probleem, omdat ArcelorMittal sowieso al teveel schulden had. Dat probleem is opgelost door diverse bedrijfsonderdelen te verkopen. Zo was in 2012/2013 al een 15%-belang in een Canadese mijn verkocht voor $1,5 miljard en werd vorig jaar recylingbedrijf Gallatin voor $770 miljoen verkocht aan Nucor. Daarnaast is ook de laatste Russische fabriek verkocht.
De desinvesteringsopbrengsten van 2014 waren voldoende om
$3,7 miljard aan investeringen te bekostigen en bovendien de schuldenpositie met $300 miljoen te verlagen.
Zie verder deel 2: