Rekyus schreef op 21 januari 2016 08:51:
8. In de oncologie is het gebruik van meer dan één geneesmiddel met bij voorkeur een verschillend werkingsmechanisme niet ongebruikelijk. Artsen halen alles uit de kast halen om de kwaadaardige celwoekering te remmen, daarbij sterk leunend op klinische ervaringen. Enige overdosering van (één van) de componenten neemt men voor lief, gezien de ernst van de situatie. Paradoxaal genoeg waren de Nederlandse registratieautoriteiten jaren terug wars van combinatiepreparaten. Ze deden er alles aan om combinaties van de markt te weren. Men had grote twijfels over de geclaimde additieve effect: de som der delen is meer dan ieder deel afzonderlijk. Maar tijden en inzichten veranderen, da’s maar goed ook.
Nu we voor de behandeling van taaislijmziekte afstevenen op het gelijktijdig gebruik van een drietal ‘small molecules’, die zijn afgestemd op de aard van de genetische defecten (mutaties) bij de patiënt, wordt het voorspellen van het te verwachten effect (in termen van werkzaamheid) complexer, zeker wanneer als bijkomende eis een optimale, onderlinge gewichtsverhouding van de samenstellende bestanddelen wordt gesteld. Immers, optimale dosering houdt ook in dat voor ieder van de werkzame bestanddelen de kans op (ernstige) bijwerkingen zoveel mogelijk wordt teruggebracht. Dus niet meer toedienen dan strikt noodzakelijk is voor een goed klinisch effect.
9. Men moet zich realiseren dat er een grote menselijke intervariabliteit bestaat (man/vrouw, kind/volwassene). De ene patiënt is de andere niet. De buitengewoon kostbare DNA sequencing is ingeval van CF minder praktisch en zal dan ook niet kunnen volstaan. Het mechanisme dat ten grondslag ligt aan taaislijmziekte is op zichzelf bezien tamelijk simpel (een defect proteïne), helaas is het aantal mutaties in het gen dat de ziekte veroorzaakt, erg groot.
Organoïden kunnen binnen afzienbare tijd - zoals vermoed - waarschijnlijk als diagnostisch hulpmiddel fungeren, of tenminste een duidelijke differentiatie aanbrengen tussen high- en low-responders. Het hangt er ook een beetje vanaf hoe patiëntvriendelijk een biopt kan worden genomen bij de patiënt. Als bij CF-patiënten het secreet van het neusslijmvlies (snot zogezegd) voldoende is, is er in de praktijk geen enkel probleem. Een bronchiaal biopt is mogelijk wat lastiger of vervelender.
10. De HUB Foundation zal ongetwijfeld garen spinnen bij de toepassing van hun techniek, niet alleen voor preklinische toepassingen, maar zeker ook bij het opzetten van klinische (fase 2 en fase 3) onderzoeken, omdat hun technologie een goede patiëntenstratificatie mogelijk maakt. Een groot succes is echter weggelegd indien de organoïden echt in de kliniek kunnen worden toegepast, dus als ex-vivo diagnosticum. Anders gezegd, een grote voorspellende waarde hebben bij de medicamenteuze behandeling van de (verschillende) Galapagos triple combo’s in variabele samenstelling.
Galapagos met zijn CF-programma is voor de HUB Foundation daartoe het ideale vehikel, lijkt me. Voor Galapagos (en AbbVie) zijn de voordelen evident: men neemt een grote voorsprong op de concurrentie en heeft een instrument in handen dat niet alleen klinisch uiterst relevant is, maar ook farmaco-economisch. Men kan quasi garanderen dat de gekozen combo zal aanslaan bij de patiënt, wat minder verspilling betekent en een hoge prijs rechtvaardigt.
11. Het is de vraag wat de door Galapagos georkestreerde inbreng van de HUB-licentie betekent voor de bestaande AbbVie-Galapagos overeenkomst. Is dit een breekijzer in de onderhandelingen voor een betere deal? Ik denk het wel.
Het persbericht van 19 januari jl. over de vorderingen van Galapagos op het gebied van de nieuwe kandidaat medicijnen voor taaislijmziekte verraadt een paar dingen. Er wordt in de tekst een duidelijk onderscheid gemaakt – mede door cursivering van de woorden – tussen first en next generation correctors. Lees tussen de regels: de bestaande overeenkomst met AbbVie ziet de facto alleen op first generation middelen. Verder wordt expliciet aangegeven dat de in vitro test is gedaan met gebruikmaking van bronchiale epitheelcellen van patiënten. Dit roept het vermoeden op dat hier gebruik is gemaakt van de HUB-technologie. Je mag ook verwachten dat Galapagos na ruim een half jaar ervaring de ins en outs van de nieuwe techniek kent.
12. Ook wordt diverse malen vermeld dat Galapagos en AbbVie samen de verdere ontwikkeling van de complete portfolio voortzetten. Inderdaad, de gezamenlijke belangen zijn groot. Echter, de RA-samenwerking met Gilead - ‘a combination company’ volgens CEO Van der Stolpe – werpt zijn schaduw over de werkrelatie met AbbVie. Gilead met zijn uitgesproken expertise op het gebruik van combinaties van geneesmiddelen staat klaar om het over te nemen. AbbVie kan niet anders dan eieren voor haar geld kiezen en een voor Galapagos aanmerkelijk betere deal accepteren, mede gelet op de HUB-licentie waarover Galapagos (op basis van wereldwijde exclusiviteit voor CF?) beschikt. Samengevat: Galapagos heeft drie troeven in handen om een betere deal af te dwingen: second generation molecules, HUB-licensie en een in combo’s gespecialiseerde partner die klaar staat om het van AbbVie over te nemen.