Acht vragen over de bazooka van Mario Draghi
Martin Visser
AMSTERDAM -
Sinds oktober gaat het op de financiële markten over bijna niets anders: komt er meer QE? De Europese Centrale Bank besluit hier vanmiddag over. Acht vragen over QE.
1. Wat is QE?
QE staat voor quantitative easing, kwantitatieve verruiming in het Nederlands. Het is een instrument dat centrale banken inzetten om een slecht draaiende economie te stimuleren. Bij QE koopt de centrale bank allerlei obligaties van banken en andere financiële partijen. Sinds maart koopt de ECB voor €60 miljard per maand, grotendeels staatsobligaties. Sinds de persconferentie van ECB-president Mario Draghio van oktober is duidelijk dat hij overweegt om meer te gaan doen.
2. Waarom QE?
Het gaat nog steeds zo goed met de economie van de eurozone. Er is weinig economische groei. De werkloosheid in de 19 eurolanden is gemiddeld 10,7%. In totaal zijn dat 17.240 werklozen in de eurozone. Verder is de inflatie al lange tijd heel erg laag. In november stegen de prijzen met gemiddeld 0,1%. De ECB vreest voor een deflatiescenario en wil daarom de inflatie opkrikken. Bij deflatie komt de economie in een negatieve spiraal terecht.
3. Hoe werkt QE?
Financiële instellingen die hun staatsobligaties aan de ECB verkopen krijgen meer ruimte om te investeren in de echte economie. Zo zouden banken meer kredieten moeten gaan verlenen. Verder jaagt de extra geldhoeveelheid de inflatie aan waardoor een deflatiespiraal wordt verkomen. En het drukt de koers van de euro waardoor onze export goedkoper wordt.
4. Werkt het?
Daarover verschillen de meningen. De inflatie is nog altijd laag en ook de inflatieverwachtingen voor de middellange termijn zitten ruim onder de beoogde 2%. Verder blijft de economie in de eurozone kwakkelen. Wel trekt de kredietverlening voorzichtig aan. Het grootste effect is merkbaar in de koers van de euro ten opzichte van de dollar. Een jaar geleden zat de euro dicht tegen de $1,40 aan. En sinds de geruchtenstroom over een ophanden zijnd ECB-programma op gang kwam, zakte de euro rap weg. Sinds de start van de opkoopactie in maart lijkt de euro te stabiliseren. Sinds de uitlatingen van Draghi in oktober is de weg omlaag weer ingezet. De euro staat inmiddels onder de $1,06. Dat is goed voor de export en zou dus een positief effect moeten hebben op de economie.
5 Waarom is er dan discussie?
Sommige economen denken dat het voorzichtige herstel van de economie er al was. De dalende olieprijs heeft namelijk ook een positieve bijdrage geleverd. Daardoor werden veel producten ook goedkoper. Verder is de lage olieprijs de belangrijkste veroorzaker van de beperkte inflatie. Dat heeft juist voor extra koopkracht van consumenten gezorgd. Waarom zou je die impuls teniet willen doen?, zo vragen deze criticasters zich af.
6. Wat zijn de risico's?
Het gevaar zit hem in de aandelen- en obligatiemarkten. Daar kunnen zeepbellen ontstaan. Verder bestaat natuurlijk het risico dat eurolanden hun staatsleningen niet kunnen aflossen. Dan draait de ECB op voor het verlies. En zo'n verlies moeten de andere eurolanden aanzuiveren. Ook kan de lage rente investeringen in de reële economie beïnvloeden. Zo kunnen er bubbels ontstaan op de vastgoedmarkt. Kritische bestuurders binnen de ECB, zoals de Nederlander Klaas Knot en de Duitser Jens Weidmann, waren dan ook geen voorstander van QE en zullen ook niet voor uitbreiding ervan zijn.
7. Doet de ECB nog meer?
Jazeker. Er was al een uitgebreid programma voor goedkope bankfinanciering, de beleidsrente (0,05%) staat historisch laag en de depositorente die banken krijgen voor het stallen van geld in Frankfurt is negatief (-0,2%). Vooral dat laatste is nu relevant. In oktober hintte Draghi er namelijk op die depositorente verder negatief te maken. Dat betekent dat banken nog meer moeten betalen om hun geld bij de ECB onder te brengen. Dat moet kredietverlening verder stimuleren.
8. Wat merkt de consument hier allemaal van?
De rente wordt alsmaar lager en lager. Dat betekent nog minder rendement op spaargeld. Inmiddels is de spaarrente in Nederland nog maar 0,7%. Maar ook de hypotheekrente gaat omlaag. Dat maakt de aanschaf van een huis veel betaalbaarder. Voor pensioenfondsen en verzekeraars is een lage rente slecht nieuws, zij moeten dan meer geld gaan aanhouden om aan toekomstige verplichtingen te voldoen. Verder is het de bedoeling dat de economie wordt aangejaagd. Als dat zou slagen, is dat te merken in een dalende werkloosheid en hogere lonen. Als de stimulans de reële economie niet bereikt, is QE vooral profijtelijk voor beleggende en vermogenden. Bij eerdere QE in de VS en Engeland was er heftige discussie of QE niet heeft geleid tot grotere ongelijkheid