Top tien bouwer Mourik kampt met druk op de marges
Tjabel Daling
Vandaag, 09:53
Bouwer Mourik uit Groot-Ammers kampt met druk op de marges bij bijna alle divisies, maar zag vorig jaar toch de winst en omzet stijgen. Wel leden de wegenbouwactiviteiten van deze top tien bouwer voor het eerst in de geschiedenis van het familiebedrijf verlies. In het buitenland, waar het bedrijf circa 25% van de totale omzet vandaan haalt, konden verschillende verliesgevende activiteiten weer winstgevend worden gemaakt.
Voor het familiebedrijf was 2014 een overgangsjaar. Toen stonden de resultaten voor het eerst sinds de crisis sterk onder druk. Maar 2015 was voor de Zuidhollandse aannemer, actief in onder de wegenbouw, de renovatie van sluizen en stuwen en dienstverlener voor de olie- en gasindustrie en petrochemie, een jaar van voorzichtig economisch herstel. De nettowinst steeg van €7,3 mln naar €9,6 mln. De omzet van €476 mln was beduidend hoger dan de €430 mln van 2014.
Overcapaciteit
Bij de divisie Infra boekte Mourik een hogere omzet door enkele grote infraprojecten, waaronder de dijkverbetering Kinderdijk-Schoonhoven en diverse werken aan de vaarwegen van Limburg en Brabant. Maar bij de wegenbouwactiviteiten had Mourik veel last van de overcapaciteit in de markt en het geringe aanbod. Gevolg was een forse druk op de marges en een verliesgevende exploitatie.
Projecten Rijkswaterstaat
Aan grote projecten van Rijkswaterstaat van enkele honderden miljoenen waagt het bedrijf zich niet, zegt topman Kees Jan Mourik. Daar zijn te risico’s veel te groot. Mourik sluit zich dan ook aan bij recente pleidooien van de bouwers Dura Vermeer en de Van Gelder Groep om grotere infraprojecten (wegen, spoor bruggen) meer te gaan spreiden in de tijd en op te knippen in kleinere stukken. Ook moeten de financiële risico’s niet meer vooral bij de aannemers liggen. Nu schrijven bouwers vaak in tegen veel te lage prijzen en lopen ze eenzijdig grote risico’s op. ‘Rijkswaterstaat zou met meer projecten moeten komen tussen de €20 en €40 mln, verspreid over een grotere periode. Dat soort projecten zijn behapbaar en ook voor bouwers als ons interessant.’
Mourik verlegde daarom de afgelopen jaren de focus al naar infraprojecten voor gemeenten, provincies en de industrie, die doorgaans minder complex zijn als die van Rijkswaterstaat. De openbare aanbestedingsmarkt wordt meer en meer gemeden.
Dalende olieprijs
Ook in de industrie voelt Mourik de druk op de marges, maar het bedrijf voerde meer onderhoudsstops uit. Klanten zijn de grote oliemaatschappijen als Shell, Total, ExxonMobil en BP en petrochemische concerns als Dow Chemical. Ook Tata Steel IJmuiden is een grote klant.
De effecten van de dalende olieprijs vallen mee, zegt bestuursvoorzitter Mourik. De olie- en gasmaatschappijen investeren weliswaar veel minder in nieuwe projecten dan enkele jaren geleden, maar bij Mourik zit het werk aan de onderhouds- en raffinagekant. En het onderhoud van de installaties van deze bedrijven gaat door, groeit zelfs nog. ‘Maar we krijgen wel minder voor onze contracten. De multinationals willen minder betalen. Dat zet de marges sterk onder druk.’
Buitenland
In landen als Duitsland, de Verenigde Staten en Venezuela maakte het bedrijf weer winst, na verliesgevende resultaten in 2014. In het Zuid-Amerikaanse land slaagde Mourik er zelfs in een groot project in dollars uitbetaald te krijgen. De gierende inflatie in het land, de politieke onzekerheid en de instorting van de bolivar hadden er in 2014 voor gezorgd dat Mourik in Venezuela verlies leed. Vanwege geopolitieke problemen en de economische crisis in Rusland had het familiebedrijf vorig jaar al afgezien van een miljoeneninvestering in een onderhoudsbedrijf voor de Russische petrochemie.
Omgevallen hijskranen
2015 was ook het jaar van de ramp met de Julianabrug en de omgevallen hijskranen in Alphen aan de Rijn. Bij de bouw van de brug vielen twee kranen van onderaannemer Peinemann bovenop een aantal huizen in het centrum. Wonder boven wonder vielen bij deze ramp geen doden of gewonden. Mourik was hoofdaannemer van dit project, waarbij ook een andere onderaannemer (BSB Staalbouw) betrokken was. De drie bedrijven richtten vorig jaar een steunfonds op voor gedupeerden en erkenden hun verantwoordelijkheid.
Daarom verwacht bestuursvoorzitter Mourik ook dat het uiteindelijk meevalt met de imagoschade voor het bedrijf. ‘We zijn goed omgesprongen met de gedupeerden en de samenwerking met de gemeente was goed. Alle partijen zijn ook goed verzekerd. Maar het was natuurlijk een heel ander verhaal geweest als er doden of gewonden waren gevallen. Gelukkig is dat, tot mijn grote opluchting, niet gebeurd. Het wachten is nu op het rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid.’