raanse olieminister niet naar Doha.
De olieprijs is woensdagochtend weggezakt op berichten dat 's werelds grootste olieproducent Saoedi-Arabië een verlaging van de olieproductie uitsluit, terwijl Iran in plaats van de olieminister, een lagere regeringsafgevaardigde naar de OPEC-bijeenkomst van volgende week in Doha stuurt. Dit meldde persbureau Reuters woensdag.
Een vat West Texas Intermediate werd woensdag 2,0 procent goedkoper, op 41,30 dollar, terwijl de prijs voor een vat Brent 1,9 procent daalde op 43,85 dollar. Dinsdag sloot een vat ruwe olie aan de Nymex nog op het hoogste punt van het jaar.
De Saoedische olieminister, Ali al-Naimi, sloot een productieverlaging woensdag uit in een interview met staatskrant al-Hayat. "Vergeet het maar", zei de minister in antwoord op een vraag daarover.
Saoedi-Arabië ontmoet op 17 april in Doha, in Qatar andere OPEC-producenten en Rusland, om te praten over een bevriezing van de productie op de huidige niveaus. Rusland sprak dinsdag nog de hoop uit op een deal, terwijl het Russische persbureau Interfax op basis van een bron meldde dat Riyad en Moskou overeenstemming zouden hebben bereikt om de productie te bevriezen, zelfs als Iran niet meedoet.
Eerder stelde Saoedi-Arabië nog als voorwaarde dat alle grote OPEC-landen mee zouden moeten doen met een beperking van de output, anders zou er geen deal komen.
Volgens Interfax zouden de Saoedi's hun beslissing echter niet langer willen laten afhangen van Iran, dat niet mee wil werken aan een productiebevriezing omdat het juist marktaandeel probeert terug te winnen na het opheffen van internationale sancties.
Reuters meldde woensdag verder dat de Iraanse olie-minister niet zal deelnemen aan de besprekingen in Doha. Hij stuurt een Iraanse overheidsafgevaardigde in zijn plaats.
Voor de markt zijn de verwachtingen voor komende zondag "hoog gespannen", schreef analist Hans van Cleef van ABN AMRO. "Wij verwachten dat er meerdere olieproducerende landen zijn die zich zullen aansluiten bij het bestaande akkoord. Een verlaging van de productie lijkt ons echter zeer onwaarschijnlijk."
Volgens Van Cleef is de verbale interventie op de markt al genoeg om de olieprijs te laten stijgen.
Kijkend naar de opvattingen van Iran en het voornemen van Teheran om meer te produceren, denkt ABN AMRO "dat dit effect reeds in de olieprijs is verwerkt" en dat een productieverhoging door Iran "een akkoord tussen de overige olieproducerende landen niet in de weg zou moeten staan."
Van Cleef sloot evenwel uit dat de Verenigde Staten zich aan zal sluiten bij een eventueel 'Doha-akkoord'.
Wat betreft de ontwikkeling van de olieprijs, verwacht ABN AMRO dat de prijs in de tweede helft van het jaar verder zal stijgen en dat de volatiliteit hoog blijft.