Artikel van FD:
Gemiddelde aandeelhouder is na vijf maanden alweer gevlogen
Het is de droom van iedere bestuursvoorzitter en financieel directeur: een aandeelhouder die meedenkt over de strategie, die zich committeert voor een lange periode en nooit bedelt om een douceurtje als een hoger dividend. Bedrijven en beleggers benadrukken de lange termijn dan ook in allerlei gedragscodes. Maar in de praktijk is de gemiddelde aandeelhouder al binnen een half jaar weer vertrokken.
Het FD berekende voor de beursgenoteerde bedrijven in de AEX en de Midkap hoe lang de aandeelhouders hun stukken gemiddeld vasthouden. Daaruit blijkt dat er nauwelijks bedrijven zijn die aandeelhouders voor een jaar aan zich kunnen binden. Bij een AEX-fonds worden aandelen gemiddeld 5,3 maanden na aankoop weer van de hand gedaan. In de Midkap ligt dat gemiddelde op 8,8 maanden.
Het is de droom van iedere bestuursvoorzitter en financieel directeur: een aandeelhouder die meedenkt over de strategie, die zich committeert voor een lange periode en nooit bedelt om een douceurtje als een hoger dividend. Bedrijven en beleggers benadrukken de lange termijn dan ook in allerlei gedragscodes. Maar in de praktijk is de gemiddelde aandeelhouder al binnen een half jaar weer vertrokken.
Het FD berekende voor de beursgenoteerde bedrijven in de AEX en de Midkap hoe lang de aandeelhouders hun stukken gemiddeld vasthouden. Daaruit blijkt dat er nauwelijks bedrijven zijn die aandeelhouders voor een jaar aan zich kunnen binden. Bij een AEX-fonds worden aandelen gemiddeld 5,3 maanden na aankoop weer van de hand gedaan. In de Midkap ligt dat gemiddelde op 8,8 maanden.
'Dit blijft een bron van frustratie voor bestuurders en commissarissen', zegt Jaap van Manen, voorzitter van de Monitoring Commissie Corporate Governance Code. 'Die zijn heel veel bezig met strategie, met commitment. We hebben de hele Code ook om waardecreatie op de lange termijn heen gebouwd. Maar een aandeelhouder kun je niet dwingen om daar ruimte voor te creëren.'
Familiebedrijven
Uit het onderzoek blijkt dat de omloopsnelheid van de aandelen van bedrijf tot bedrijf uiteenloopt. Familiebedrijven, zoals WDP, Sligro en Heineken, willen het jaar nog weleens halen. Ook Shell en IMCD kunnen op een relatief vaste aandeelhoudersbasis rekenen. Aan de andere kant van het spectrum staan volatiele en cyclische aandelen zoals Air France-KLM en Gemalto.
Robert Jan van de Kraats, cfo van Randstad, noemde een langetermijnblik begin oktober 'behoorlijk uitzonderlijk'. Zijn opmerkingen, op een rondetafelsessie waarbij het FD aanwezig was, waren aanleiding voor het onderzoek. Volgens Randstad, dat met oprichter Frits Goldschmeding overigens wel degelijk een grote langetermijnaandeelhouder heeft, houdt de gemiddelde belegger zijn stukken vijf maanden vast. Dat is iets langer dan de drie maanden die uit het FD-onderzoek blijken.
'Veel mensen nemen aan dat er “long termism” in de markt is, maar dat is er niet', zegt Van de Kraats. 'Een goed voorbeeld is onze aankoop van Monster. Het was vooraf al duidelijk dat het veel tijd zou gaan kosten voordat de upside eruit zou komen. Meteen zagen we dat aandeelhouders hun stukken verkochten. Wij hebben geleerd dat we onze langetermijnstrategie moeten opdelen in veel kleine stapjes, zodat we de belegger kunnen meenemen.'
Voor het onderzoek is geput uit informatie over de gemiddelde dagelijkse handelsvolumes, afkomstig van Fidessa. Door die te vergelijken met de hoeveelheid uitstaande aandelen is berekend na hoeveel tijd alle aandelen eenmaal van eigenaar zijn verwisseld.
Dit is de enige manier om onderling vergelijkbare cijfers te krijgen, omdat niet alle bedrijven onderzoek naar hun beleggers laten doen. Nadeel is dat het geen zicht biedt op de onderliggende verhouding tussen lange- en kortetermijnaandeelhouders, en dus ook niet op de rol van dag- en flitshandelaren, die zich hoe dan ook niet met de bedrijfsstrategie bemoeien, maar wel de gemiddelde beleggingsduur drukken. Ter illustratie: Randstad zegt wel gegevens over de aandeelhoudersbasis te hebben. Bij het bedrijf houden de twintig grootste aandeelhouders hun stukken grofweg twee jaar en de rest gemiddeld zo'n twee maanden.
Gevolgen voor de investeringen
Lars Dijkstra, chief investment officer bij vermogensbeheerder Kempen, vraagt ceo's en cfo's regelmatig over welke horizon ze beslissingen nemen. 'Dan zeggen ze: “twee jaar, langer heb ik niet”. Dat heeft gevolgen voor de investeringen ze doen; in onderzoek, productontwikkeling, fabrieken en apparatuur. Mede hierom zijn de investeringen wereldwijd teruggelopen.'
'Ieder aandeel dat op de markt komt, moet ook weer gekocht worden', vult Van Manen aan. 'Een bestuurder moet zich dus zo mooi mogelijk maken voor de kortetermijnkoper. Dan tellen zaken als de kwartaalresultaten, dividenduitkeringen en de koers-winstverhouding. Dat zijn belangrijke cijfers, maar beleggers die vaak switchen kijken met minder diepgang. Innovatie, trackrecords blijven onderbelicht. Een onderneming is veel meer dan zijn cashflow.'
Recent McKinsey-onderzoek wijst uit dat bedrijven met een focus op de lange termijn beter renderen. Ook voor beleggers is zo'n perspectief beter, meent Martyn Hole van Capital Group. 'De timing van een beleggingsbeslissing kan lastig zijn. Maar als je een aandeel lang vasthoudt, maakt het precieze moment van aankoop minder uit.'
De snelle omloopsnelheid van aandelen maskeert dat er wel degelijk sprake is van stabiel aandeelhouderschap, meent Rients Abma van Eumedion, de koepelorganisatie van institutionele beleggers. 'Wij hebben in het verleden onderzoek gedaan onder vier Nederlandse pensioenfondsen en twee beleggingsfondsen, en die bleken een ijzeren voorraad aandelen aan te houden. 80% van de portefeuilles werd voor zeker vijf jaar aangehouden. Alleen in de staart handelden ze veel.' Abma wijst daarnaast op de opkomst van passief beleggen, waardoor steeds meer beleggers hun aandelen vasthouden zo lang een bedrijf in de index blijft.
Vijf jaar in plaats van vijf maanden
Governance-expert Van Manen waarschuwt voor de conclusie dat bestuurders hun oren minder naar de blijkbaar vluchtige aandeelhouders zouden kunnen laten hangen. 'Je kunt die niet “vergeten”, je hebt met alle stakeholders te maken. Bovendien hoort handel ook bij een beursnotering. Zonder kopende en verkopende aandeelhouders is er geen liquiditeit, en dat heeft weer nadelige gevolgen voor de ondernemingsfinanciering.'
Toch is er volgens Dijkstra nog een wereld te winnen. 'Langetermijnbeleggen moet geen doel op zich worden, maar ik vind dat je als belegger zo diepgaand en kritisch in een bedrijf moet duiken dat je er voor bijvoorbeeld vijf jaar ingaat. Niet voor vijf maanden.'