Mega-contracten Rijkswaterstaat drogen snel op: En dan?
De mega-contracten bij Rijkswaterstaat drogen binnen drie jaar op. Dan verschuift de aandacht naar renovatie en onderhoud. Gemiddeld schrijven 3 bouwers in voor de contracten van de belangrijke gww-opdrachtgever. “Nog niemand heeft afgezegd vanwege te weinig personeel.”
Inkoopdirecteur Jessie van der Linden van Rijkswaterstaat maakt zich voorlopig geen zorgen over de aantrekkende bouwmarkt en signalen van krapte. In de regelmatige gesprekken met de bouwers gaat het wel vaker over het gebrek aan goed personeel. “Maar we hebben nog geen enkele keer te horen gekregen dat tekort aan goede arbeidskrachten een aanleiding was om niet in te schrijven bij een tender.”
Duikgedrag voorbij
Duikgedrag komt de inkoopexpert niet vaak meer tegen, maar soms heeft Rijkswaterstaat wel de handen vol aan verongelijkte verliezers zoals bij de Blankenburgtunnel of de zoutcontracten. Of ziet Rijkswaterstaat zich geconfronteerd met een enorme inschattingsfout zoals bij de zeesluis IJmuiden waar BAM en VolkerWessels een verlies moeten nemen van 135 miljoen euro op een contract van 600 miljoen euro.
Ook de opkomst van steeds meer buitenlandse spelers op de Nederlandse inframarkt ziet Rijkswaterstaat als een gegeven, van een boycot van Nederlandse bouwers is geen sprake. Van der Linden gaat niet in op deze lopende projecten, maar signaleert meer realisme rond inschrijfprijzen en risico’s.
Zijn er zorgpunten of mislukte tenders?
“Nee, geen last van. We zijn heel tevreden over het aantal inschrijvers en de kwaliteit van inschrijvingen. Er valt niets te klagen over gebrek aan animo en we hebben geen enkel signaal dat daar op korte termijn verandering in komt.
Zeesluis van IJmuiden
BAM en VolkerWessels nemen 135 miljoen verlies op de zeesluis IJmuiden
Twee offertes is uitzonderlijk
Sinds 2011 zijn altijd drie inschrijvers geweest bij de grote tenders. De contracten voor Zuidasdok en Blankenburgtunnel zijn daar uitzonderingen op. Daar waren twee geschikte partijen over en dat werkt ook prima.”
Geen last van oplopende inschrijfprijzen?
“We zien steevast realistische inschrijfprijzen. Misschien kruipt het prijsniveau iets omhoog door stijgende prijzen van arbeid of materialen. Wel horen we meer kritische geluiden vanuit de markt over risico’s zoals recent van VolkerWessels over grote projecten. Daar is niets mis mee. Bouwers moeten alleen inschrijven als ze een goede boterham zien in een project en denken het tot een goed einde te kunnen brengen.”
Verandert er iets in de inkoopstrategie door de stijgende marktspanning?
Daar is op dit moment geen aanleiding voor. De markt wordt krapper, die berichten bereiken ons ook, maar er is bij Rijkswaterstaat geen sprake van minder inschrijvingen of grote prijsstijgingen. Dus ook geen aanleiding om onze strategie aan te passen.
BVP een blijvertje
We kiezen ook nu relatief vaak voor prestatiecontracten bij onderhoud en e&c of d&c bij projecten waar ook een ontwerpfase bij hoort. Ook Best Value Procurement is een blijvertje om kansen en risico’s extra op tafel te krijgen en de beste partij te kiezen. Dat zie je bij onderhoudscontracten, maar bijvoorbeeld ook bij de A1 Azelo.
Nooit een partij hoeven aanspreken op ongewenst gedrag?
“Natuurlijk wel. Houding en gedrag zijn de uitgangspunten bij de Marktvisie. Die cultuur verandert langzaam maar zeker, maar een open cultuur en elkaar aanspreken hoort daar juist bij. Mijn boodschap naar de markt daarbij is: volhouden, ook als het lastig wordt. Dat is niet altijd makkelijk. Dat is een leerproces waar we allemaal doorheen moeten.”
Er is wel toekomst voor dbfm-contracten?
“Deze combinatie van ontwerp, bouw, financiering en onderhoud hoort bij ons contractenpallet. Per project maken we de afweging voor de vorm van contracteren en kijken naar de meerwaarde. Bij grote projecten is dat relatief vaak dbfm.
De wegverbredingen tussen Schiphol, Amsterdam Almere zijn allemaal in dbfm-contracten op de markt gezet. Foto: Rijkswaterstaat
Uit gesprekken met de markt blijkt niet dat bouwers daar vanaf willen. Ze hebben juist fors geïnvesteerd om in te kunnen spelen op onze wensen en willen graag een voorspelbare opdrachtgever. Maar het is ook logisch dat bouwers goed opletten op het risicoprofiel en hun eigen afweging maken.”
Zitten er nog wel mega-contracten in de pijplijn?
Meer informatie over dit project
Meer informatie over dit project
Naar het Bouwbericht
“Een paar, zoals SAA A9 Almere, VIa 15 en de A1 Azelo, maar ze drogen langzaam op. De contracten boven de 500 miljoen euro worden de komende jaren schaarser. Bij de Ring Utrecht en de A27 hebben we in overleg met de markt gekozen voor opknippen van de contracten en samen gekeken naar de logische plek om die projecten op te knippen.
“Soms is een knip logisch”
Zo is bij de ring Utrecht geknipt in een noordelijk en zuidelijk deel. Bij het eerste contract ligt meer de nadruk op zware staalconstructies bij het verbreden van de Galecopperbrug en bij het zuidelijk deel gaat het meer om asfalt. Eenzelfde soort knip is gemaakt bij de A27. Bij die verbinding naar het zuiden moeten namelijk vier bruggen op rij volledig worden vervangen, waaronder de Merwedebrug. Daar is knooppunt Everdingen de logische knip om twee contracten te maken.
We mogen tenslotte volgens de Proportionaliteitsgids niet onnodig opdrachten stapelen en de markt heeft gevraagd terughoudend te zijn met grote contracten. Niet in de laatste plaats vanwege de grote risico’s die daarbij horen. Daar praten we tegenwoordig uitvoerig open over met de markt.”
Maar over pakweg drie jaar geen mega-contracten meer?
“Die constatering is terecht. De focus zal verschuiven naar beheer- en onderhoud en kleinere werkzaamheden. Zoals de inkoopplanning er nu uitzien, zijn de grote aanlegprojecten dan wel zo’n beetje voorbij.”