trixxx schreef op 4 juli 2018 14:37:
fd.nl/ondernemen/1260445/het-old-boys...‘Het old boys network is nergens hechter dan in Frankrijk’
Een rel rond de benoeming van een nieuwe baas van Air France-KLM roept de vraag op of alle Franse topmannen uit dezelfde mal komen. Klopt dat beeld?
Het zal toch niet waar zijn, was de teneur van de reacties op het nieuws dat Philippe Capron, de huidige directeur financiën van nuts- en vervoersbedrijf Veolia de nieuwe topman van Air France-KLM zou worden. Net als de vorige chefs Juniac en Janaillac heeft Capron geen ervaring in de luchtvaart. En net als Juniac en Janaillac is Capron alumnus van de uiterst selectieve bestuursschool ENA, de École Nationale d’Administration.
Philippe Capron (links), hier in zijn tijd als cfo van mediabedrijf Vivendi. Rechts toenmalig ceo Jean-Francois Dubos.Foto: Reuters
Een énarque, zoals de afgestudeerden van de ENA worden genoemd, is eigenlijk een hoge ambtenaar. Ze werken na hun opleiding verplicht eerst vier jaar in overheidsdienst. Daarna slaan ze hun vleugels uit in het bedrijfsleven, waar vaak een mooie functie op ze wacht.
‘Énarques worden geparachuteerd in de top van bedrijven waar de Franse staat een flinke vinger in de pap heeft’ zegt de econoom Nicolas Bouzou. ‘Dat is een groot probleem dat bestaat sinds de golf van privatiseringen die vanaf 1986 op gang kwam.’
Mentaliteit
De Franse autoriteiten hebben bovendien altijd moeite gehad hun voormalige staatsondernemingen als gewone bedrijven te zien, benadrukt Bouzou. Dat geldt al helemaal voor Air France: ‘Air France is altijd beschouwd als een deel van de staat. En die mentaliteit levert het type leiders op dat we de afgelopen jaren aan het werk hebben gezien. Vaak zijn het ook politieke vrienden van de zittende macht.’
Volgens Bouzou zou het goed zijn als Sébastien Bazin, de huidige topman van hotelgigant Accor, aan het roer komt bij Air France-KLM. ‘Een innoverende ondernemer, dat zou een breuk zijn.’ Bazin — die gewoon bedrijfskunde studeerde — heeft zijn oog laten vallen op het aandeel van de staat (14,5%) in Air France-KLM om er met Accor de nummer 1 in Europa op het gebied van reizen en toerisme van te maken.
'ENA en HEC zijn als Oxford en Harvard'
Pierre-Yves Gomez, docent aan de EM-businessschool in Lyon, relativeert de kritiek van Bouzou. Het profiel van Franse topmannen verschilt niet wezenlijk van dat van managers in veel andere landen, zegt hij. ‘In Frankrijk komen ze van de ENA, of HEC (een business-school in Parijs) of de ingenieursopleiding Polytechnique. Deze opleidingen zijn het Franse equivalent van Oxford en Cambridge, of van Harvard en Stanford.’
‘Sinds de financiële sector in de economie eind vorige eeuw van steeds groter belang werd, is overal het idee ontstaan dat managers inwisselbaar zijn’, voegt Gomez daar aan toe. ‘Capron heeft het profiel van iemand die overal aan de slag zou kunnen, maar dat is dus geen specifiek Franse omstandigheid.’
'Alle toplieden werken op één locatie in de westelijke banlieue van Parijs, in de zakenwijk La Défense'Foto: Getty Images/iStockphoto
Old boys network
Wat wel erg Frans is, is de hechtheid van het old boys network. ‘Alle toplieden werken op één locatie in de westelijke banlieue van Parijs, in de zakenwijk La Défense of elders, en ze wonen ook meestal aan deze kant van de stad. Ze zijn lid van dezelfde golf- en tennisclubs en komen elkaar tegen op de scholen die hun kinderen bezoeken. Iedereen kent elkaar, de netwerken zijn sterker dan in veel andere landen.’
De benoemingsprocedure bij Air France-KLM is volgens Gomez dit keer juist goed verlopen. ‘Men wilde laten zien dat er van politieke invloed geen sprake is. De commissie bestaat uit een Fransman, een Nederlander en de interimbaas Anne-Marie Couderc, ze hebben alles gedrieën gedaan, zonder enige bemoeienis van de regering. Die was juist ontevreden met de kandidatuur van Capron.’
Tragisch dat het mis is gegaan, concludeert Gomez. ‘Ik geloof niet dat mensen met luchtvaartervaring zijn uitgesloten, ze moeten ook maar net beschikbaar zijn. Het belangrijkste lijkt me dat je voor deze post, waar zoveel spanning op staat, consensus moet zien te creëren. En met drie mensen achter gesloten deuren gaat dat niet.’