Topvrouw Rijkswaterstaat baalt van laag innovatiegehalte: “Tempo moet omhoog”
Topvrouw Michèle Blom is de lage innovatiegraad op het gebied van infra beu. Rijkswaterstaat gaat daarom de duimschroeven aandraaien en het tempo opschroeven. Daarnaast werkt de opdrachtgever aan fors hogere eisen voor duurzaamheid, circulariteit en data. “Het tempo moet fors hoger.”
Blom is inmiddels bijna 1,5 jaar Directeur-Generaal van Rijkswaterstaat. “Het voelt soms als 1,5 dag”. Met de opening van de Marktdag grijpt zij haar kans om nieuwe accenten te zetten, die stuk voor stuk grote impact zullen hebben op de bouw. De hoogste baas gooit niet meteen het roer om, maar verschuift de koers richting meer circulariteit, duurzaamheid en slimmere data.
“Ja, eisen”
“Daar gaan we stuk voor stuk hogere eisen aan stellen. Ja, eisen.” De 300 toehoorders schrikken op. Daar staat een topvrouw met vlasblond haar, een donkergrijs broekpak een zalmroze blouse en blauwe hakken en ze heeft meteen alle aandacht. “Maar niet zonder eerst te vertellen wat we verwachten en welke richting we op willen”, stelt ze ook gerust.
Topvrouw Blom opent haar eerste Marktdag en zet meteen de toon.
De toon is gezet, maar blijft vriendelijk. Dit is tenslotte het netwerkfeestje van Rijkswaterstaat met de markt, de eerste keer dat Blom de bijeenkomst opent. De Marktdag is in het Utrechtse Westraven, het bruisende hart van contracten en projecten. Dit keer geen preken over gebrekkige samenwerking, vechtcontracten en ‘the race to the bottom’. Geen verwijzingen naar nieuwe verliesgevende projecten zoals de zeesluis IJmuiden of de Gaasperdammertunnel.
“Ineens zagen we boten varen”
Niet teveel achterom kijken, lijkt de teneur. Blom: “De crisis ligt definitief achter ons. Er is weer vertrouwen in de toekomst. Het Regeerakkoord en de begroting geven vertrouwen over de budgetten in de toekomst. En over die toekomst moeten we het hebben.” Niet toevallig is ‘De toekomst’ als centrale thema van de middag gekozen.
“Het klimaat verandert, wordt onvoorspelbaarder. Ik woon zelf langs de IJssel, kijk tegen een dijk aan. Maar afgelopen januari zagen we ineens de boten varen. Kort daarna werd ik gebeld. Alle vijf de stormvloedkeringen moesten tegelijk dicht. Voor de zekerheid, maar dat nog nooit eerder gebeurd. Natuurlijk ben ik gaan kijken. Dat is toch bijzonder aan deze baan.”
Enkele maanden daarna gingen de hoge waterstanden over in droogste zomer ooit. Dijken, rivieren en waterbeheer zijn belangrijke onderdelen van haar portefeuille. De aanpak van 1100 kilometer verzwakte dijken staat dan ook hoog op haar lijst met prioriteiten.
Pushbericht over de brug in Genua
Het besef van haar nieuwe rol drong pas goed door op het moment dat er een pushbericht op haar mobieltje verscheen over de ingestorte brug in Genua. “Oeps, kan dit ook in Nederland, schoot meteen door mijn hoofd”, vertelt ze. “Dan blijkt al snel dat ons netwerk en controlesysteem goed op orde is. Dat we constructieve veiligheid constant in de gaten houden en met vervanging en renovatie erger voorkomen. Veiligheid gaat dan boven alles, desnoods gaat dan een brug tijdelijk dicht. Dat neemt niet weg dat er ook bij de vervanging van kunstwerken nog een enorme opgave voor ons ligt. Daar staat 1,5 miljard euro voor opzij.”
Michèle Blom
Michèle Blom is sinds 15 mei 2017 directeur-generaal Rijkswaterstaat: “Rijkswaterstaat heeft een belangrijke maatschappelijke opdracht; samen met onze partners werken we aan een veilig, leefbaar en bereikbaar Nederland. Ik ben trots dat ik leiding mag geven aan een organisatie met zo’n mooie taak.”
Blom (1963) studeerde toerisme aan de hoge school in Breda en sociologie aan de Universiteit van Amsterdam. In 1991 trad ze in dienst bij de Algemene Rekenkamer en stroomde in 1998 naar ministerie van Justitie. In 2007 werd ze hoofddirecteur bij de Inspectie Verkeer en Waterstaat en een jaar later directeur Regionale Bereikbaarheid op het toenmalige ministerie van Verkeer en waterstaat. Van 2010 tot 2014 was ze plaatsvervangend directeur-generaal Bereikbaarheid en van 2014 tot 2017 directeur-generaal Straffen en Beschermen bij Justitie.
De baan van Michele Blom is allesbehalve saai. Dat had ze ook niet gedacht toen ze eraan begon. Ze heeft het afgelopen jaar veel projecten bezocht en kennis gemaakt met veel bouwdirecteuren. “Niet allemaal hoor, maar wel veel.” Blom is op haar hoede om uitspraken te doen over haar indruk van de bouwsector waar ze nog met relatief frisse blik tegenaan kijkt. Helemaal blanco staat ze niet tegenover de bouw, want tussen 2007 en 2010 werkte ze op het ministerie van Verkeer. “Ik geloof dat je een sector leert kennen door goed te begrijpen wie je zelf bent en oprechte interesse te tonen in anderen”, antwoordt ze diplomatiek. Op de vraag of ze de bouw al in haar vingers heeft, wil ze geen antwoord geven.
Meer innovatie is ook meer risico
Het is haar al wel opgevallen dat de innovatiegraad in de bouw erg laag ligt. Het wordt eveneens een van de speerpunten van de komende jaren. “Het innovatietempo moet echt omhoog. Bij de markt, maar ook binnen Rijkswaterstaat. Dat zal betekenen dat we meer risico’s zullen lopen en dat dingen zullen mislukken. Die risico’s willen we ook niet allemaal bij de markt leggen. Die verdeling moet ‘fair’ zijn. Over innovatie kun je eindeloos praten, maar het gaat erom wat je buiten ziet veranderen.”
Uiterlijk 2050 zie ik…
“Dan verwacht ik in 2050, en hopelijk al veel eerder, snelwegen met zelfrijdende elektrische auto’s en treintjes van vrachtwagens die in colonnes rijden. Dat soort keuzes heeft grote gevolgen voor bouwprojecten, voor contracten. Het vergt lef om een volledig circulair viaduct uit te vragen of alle regels overboord te zetten, zoals bij project DOEN, zoals we nu al doen. Het is alvast een voorzichtig begin.” Het is duidelijk dat Blom wil breken met al te veel voorzichtigheid bij Rijkswaterstaat. Voorlopig krijgt ze het voordeel van de twijfel of ze Rijkswaterstaat ook echt in een hogere versnelling kan krijgen.
Eerste publicatie door Ingrid Koenen op 26 sep 2018
Laatste update: 27 sep 2018