Dit is wat ik bedoel:
Verkochte aandelen moeten worden geleverd aan de koper, meestal binnen een aantal handelsdagen en wie dat niet doet riskeert een forse boete van in eerste instantie 30% van de koers. De aandelen zullen dus geleend moeten worden.
Maar welke aandeelhouder gaat nou zijn aandelen, waarvan hij verwacht dat ze renderen en dus omhoog gaan, uitlenen aan iemand die de omgekeerde mening is toegedaan, en die aandelen wil gebruiken om de koers lager te zetten?
Raar maar waar, vaak bent u dat zelf. Indirect, dat wel. Partijen die aandelen uitlenen zijn bijvoorbeeld beleggingsfondsen, grote vermogensbeheerders, pensioenfondsen, verzekeraars, grote banken of uitgevers van ETF’s of trackers.
De laatsten bijvoorbeeld houden de aandelen aan van de index die gevolgd wordt, maar kunnen die tussendoor uitlenen aan hedge funds op optiepartijen. Niet alle ETF-uitgevers doen dat, het Nederlandse Think ETF’s bijvoorbeeld pertinent niet, maar veel wel voor de extra cash.
(...)
Oplossing
Wel zullen toezichthouders het marktpartijen moeilijker moeten maken om grote shortposities in te nemen bij relatief kleine beursfondsen. Dat zou bijvoorbeeld om te beginnen kunnen door het inlenen van stukken moeilijker en transparanter maken.
Te denken valt aan het publiceren, naast de shortpositie, van de partij waarvan men de stukken leent, om maar wat te noemen. De belegger die daar zijn aandelen onder heeft gebracht kan dan zelf beslissen of hij wil dat zijn aandelen worden uitgeleend of niet.
(Een passage uit "Zet shorts in hun Nakie" door Nico Inberg, 7 november 2014)