Vergaande prefabricage vergroot de veiligheid bij bouw Océ-kantoor
utiliteitsbouw29
Vergaande prefabricage vergroot de veiligheid bij bouw Océ-kantoor
Een dispuut over de fundering in de beginfase gaf BAM extra t?d om het nieuwe hoofdkantoor van Océ veel verder te prefabriceren en vooral het modulaire installatieconcept door te ontwikkelen. Dat kwam behalve de kwaliteit vooral ook de veiligheid van de bouwplaats ten goede.
Het is een super overzichtelijk gebouw; een ontwerp dat zich laat lezen als een klok. In een bosperceel aan de rand van Venlo zet BAM Bouw en Techniek een afgeplatte kubus neer van 50 bij 50 bij 35 meter. Dak en gevel zijn al een tijdje dicht en binnen is zo’n 120 man bezig met de afbouw. Komend voorjaar verwacht projectleider Joost Wieland het pand, bijna turnkey op te leveren. Alleen het losse meubilair plaatst Océ daarna nog zelf. Maar de tapijten zijn dan al gelegd, de pantry’s ingericht en vooral: de bomen en struiken zijn geplant in de royale greenplaza’s in de hoeken van het pand. Alsof er rondom al niet genoeg groen te vinden is.
Die greenplaza’s zijn het centrale thema in het gebouw. Ze omspannen twee verdiepingen, verspringen naar boven toe steeds een hoek en verraden hun aanwezigheid aan de buitenkant door een afwijkende zaagtandgevel. Binnen bieden ze aangename ruimte voor medewerkers van de printerfabrikant om even een telefoongesprek te voeren, een kop koffie te drinken, te overleggen of de dagstart te houden. De binnentuinen zijn bovendien de plek om verder een weg te zoeken door het gebouw. De meeste trappen komen uit bij een greenplaza. En dat zijn uitnodigende trappen, die de medewerkers moeten verleiden om de lift in het atrium links te laten liggen.
BAM levert het pand volgend voorjaar bijna turnkey op en plaatst zelfs de bomen en struiken voor de greenplaza’s.
Printerfabrikant Océ, die vanaf januari verder gaat onder de naam van het Japanse moederbedrijf Canon, beknibbelt voor het nieuwe hoofdkantoor duidelijk niet op ruimte. In het gebouw van 15.000 vierkante meter komen in totaal 550 mensen te werken. Alleen al uit die getalsverhouding blijkt volgens projectleider Wieland de ambities van de opdrachtgever. Want hij heeft eerder wel gebouwen neergezet met evenveel vloeroppervlak waar zomaar 300 man meer kwam te werken. “Dat is het verschil tussen het werken voor een ontwikkelaar, die meer naar bruto-netto-vloerverhoudingen kijkt, en bouwt direct voor de toekomstige gebruiker, die een aantrekkelijke werkomgeving wil voor zijn medewerkers. Océ heeft duidelijk zijn zinnen gezet op een gezond en prettig gebouw. Kwaliteit staat voorop.”
Door de verdiepingen 20 centimeter lager uit te voeren kwam het project binnen budget zonder het concept geweld aan te doen
Na de onderhandse aanbesteding waaraan naast BAM nog twee aannemers meededen, volgde er twee jaar terug niettemin een optimalisatieronde. Dat BAM daarna de opdracht kreeg, komt volgens Wieland omdat de aannemer alles binnen budget wist te krijgen zonder dat de uitgangspunten van het ontwerp van Broekbakema architecten wezenlijk in gevaar kwamen. Er werden overal wat dingen geschrapt, maar het hoofdidee bleef overeind. “De grootste winst boekten we door de verdiepingshoogtes met 20 centimeter te verlagen tot 2,80 meter.” Omdat er via het centrale atrium en de greenplaza’s overal voldoende daglicht en lucht het gebouw instroomt, is die verlaging volgens Wieland nauwelijks van invloed op de sfeer in het gebouw. “Die twintig centimeter minder bij de kantoortuinen, waar iedereen geconcentreerd zit te werken, merk je nauwelijks. Dat wordt royaal gecompenseerd in de rest van het ruim opgezette gebouw, waar in de buurt altijd wel zo’n groene long te vinden is.”
BAM had het werk net binnen, toen er een dispuut ontstond over de fundering. De in de grond gevormde palen dreigden cruciale bodemlagen in het waterwingebied te perforeren. De impasse doorbrak de bouwer – in nauwe samenwerking met de adviseurs van de opdrachtgever – door het complete pand op kortere palen te zetten. Dat vergde wel een compleet nieuw ontwerp van de fundering. De maanden die daarmee waren gemoeid, werden door het bouwteam benut om de voorbereiding te verbeteren en de mate van prefabricage verder op te voeren.
De modulaire distributiebanen met leidingen voor warm en koud water en de sprinkler paste BAM al eerder toe. Voor Océ / Canon werden ze verder opgetuigd.
De modulaire distributiebanen die BAM eerder al toepaste bij onder meer het gebouw van de Hoge Raad en het WTC in Utrecht werden verder opgetuigd. Het gaat om geprefabriceerde modules waarin de warm- en koudwaterleidingen voor de klimaatplafonds zijn opgenomen, maar ook de hoofdleiding voor de sprinklerinstallatie. Dit keer werden zo veel mogelijk ook de kabelgoten voor de E-installaties meegenomen.
Maar veel meer impact had volgens Wieland de vergaande prefabricage van de verticale installatieschachten. Die kwamen aan in frames van 14 meter hoogte met alle luchtkanalen, mantelbuizen, riolering en leidingen voor warm en koud water al op hun plek. Zelfs de werkbordessen voor het maken van verdiepingsaansluitingen waren aangebracht. Vooral dat laatste verhoogde de veiligheid tijdens de bouw. Wieland: “Want hoe gaat dat meestal tijdens zo’n project: de sparing in de betonvloer wordt tijdelijk dichtgezet met een houten vlonder. Maar bij elke installateur die een leiding plaatst, wordt er een gat in dat vlonder gezaagd, totdat er nog een heel gammel vloertje over is waar het niet verantwoord is om iemand op te laten werken. Bijna ongemerkt verslechtert zo de veiligheidssituatie.
De verticale schacht werd compleet met alle leidingen en werkbordessen ingehesen in Venlo.