deel 2
Die grote revolutie, die komt er niet, zegt ook Martens. Wat wel? Meer comfort en veiligheid: auto’s krijgen steeds meer systemen die de bestuurder ondersteunen. Hij wordt daardoor niet zelfrijdend in de zin dat de chauffeur een tukje kan doen, maar hij behoedt hem wel steeds beter voor ongelukken. Ook worden opstoppingen steeds beter voorspeld, waardoor we er makkelijker omheen navigeren. En door al deze ontwikkelingen gaan we méér autorijden, denkt Martens. Nog meer. ‘Omdat je lekker droog zit, ongegeneerd kan bellen, je je spullen bij je hebt.’ Waarschijnlijk wordt het dus nog veel drukker op de weg. Bijvoorbeeld doordat mensen in plaats van te gaan wandelen of fietsen een Uber pakken.
En de snelweg dan?
Goed. Geen zelfrijdende auto’s dus in onze binnensteden. Dan dus maar de snelweg op, waar zelfstandig rijden immers veel makkelijker is: geen tegenliggers, geen voetgangers, wel duidelijk afgebakende rijstroken. Helaas. Ook hier laat de volledig autonoom rijdende auto zich nog even niet zien. Zeker, hij kan de komende jaren steeds meer zelf, maar de kans dat je als chauffeur binnenkort lekker een boekje kunt gaan lezen, is klein.
Hoe moeilijk de stap naar autonoom rijden is, laat de Audi A8 zien die een paar jaar geleden werd aangekondigd, schetst Martens. Die kon level 3 rijden (er zijn 5 levels voor autonoom rijden). Maar alleen in de file en niet sneller dan 60. ‘Dat is best beperkt. En dat ding is er nog steeds niet. Zo lastig is het dus.’ Ook een project bij Göteborg waar twee jaar geleden Volvo’s zelfstandig over de ringweg zouden rijden, is nooit van de grond gekomen.
‘De techniek kan het misschien al voor 99,9 procent zelf af’, aldus Van Wee. ‘Maar er zijn veel meer negens achter de komma nodig, omdat het aantal ongevallen anders onacceptabel hoog is.’ Bovendien accepteren burgers fouten veel minder als ze zelf geen controle hebben, aldus Van Wee. ‘Er zijn nog steeds mensen die liever met de auto naar Barcelona rijden dan te vliegen. Terwijl ze weten dat vliegen veiliger is. Maar velen hebben moeite de controle uit handen te geven.’
Een verkeersslachtoffer als gevolg van een fout door een computerauto wordt hierom veel minder acceptabel gevonden dan een ‘gewoon’ slachtoffer. ‘De grote vraag is waar het omslagpunt ligt. Is dat bij 99,999 procent perfectie? Hoeveel negens heb je nodig voor de technologie wordt geaccepteerd? Dat weten we niet.’
Elektrisch dan?
Al met al een magere score voor de auto: de twenties zullen in dit opzicht dus niet roaring worden, al was het maar omdat de meeste auto’s straks een stille elektromotor hebben. Prettig voor de leefbaarheid in de stad en ook wat betreft luchtkwaliteit scoort de e-auto beter, al wordt dat effect kleiner doordat de brandstofauto almaar schoner wordt. Niettemin is de auto steeds minder welkom in de stad. ‘Amsterdam wil straks nog maar 0,1 parkeerplaats per huishouden’, zegt Van de Weijer. ‘Dat is tamelijk onverstandig. Als je auto’s zo sterk weert, zullen gezinnen vertrekken. Dat begint nu al.’ Een trek uit de steden zal de leefbaarheid geen goed doen.
Ford-fabriek in de VS, jaren twintig. Beeld Bettmann Archive
Van de Weijer vermoedt dat de auto niet verdwijnt. En parkeergarages evenmin, zoals nu weleens wordt beweerd. Er komen er juist meer, verwacht de Eindhovense onderzoeker. Toegankelijk via ‘doodlopende inprikkers’, zoals Van de Weijer de wegen ernaartoe noemt. Grote, goed toegankelijke garages nabij het centrum blijven bestaan, waar auto’s keurig verstopt worden en vanwaaruit de bezoeker per openbaar vervoer, fiets of wandelend verder de stad in gaat.
Ook de functie van de auto zal veranderen, denkt Martens. De kofferbak zal een kluisje worden waar pakketbezorgers spullen in droppen. Daar wordt nu al mee geëxperimenteerd. Maar het kan nog een stapje verder, zegt Martens. ‘Dat je een pakketje vervoert in je kofferbak zonder het te weten, dat er op de bestemming uit wordt gehaald voor verdere distributie.’ Flexibele pakketpost zou een extra verdienmodel kunnen zijn voor deelauto’s, denkt Martens. ‘Al zijn er nog wel wat issues op te lossen. Want er kunnen natuurlijk ook spullen in worden achtergelaten die het daglicht niet verdragen.’
Veel van de geschetste ontwikkelingen zullen niet zomaar gebeuren, zegt Martens. Veel hangt af van politieke keuzes die worden gemaakt. Overheden zullen blijven zoeken naar de balans in veiligheid, bereikbaarheid en milieu. De wereld verandert, ook de komende tien jaar. Maar een vergelijkbare autorevolutie zoals honderd jaar geleden, zit er vermoedelijk niet in.