Waarom gezonde winsten onhaalbaar zijn voor grote bouwers als BAM, VolkerWessels en Heijmans
Grote bouwers die dikke winsten maken? Dat lukt eigenlijk nooit. Hoe groter de bouwer, hoe kleiner de winstmarge, blijkt uit een blik op de jaarcijfers van de Cobouw50. VolkerWessels deed het afgelopen jaar iets beter dan Heijmans en veel beter dan BAM.
“Tevreden” was bestuursvoorzitter Jan de Ruiter van VolkerWessels over de financiële resultaten van afgelopen jaar. “Een goed jaar”, oordeelde Ton Hillen van Heijmans. Alleen bij BAM waren de resultaten volgens afzwaaiend topman Rob van Wingerden “niet om te juichen”.
Maar hoe tevreden kun je zijn als de nettowinstmarge op 2,2 procent uitkomt, zoals bij VolkerWessels. En hoe goed is het als je 2,0 procent marge haalt, zoals Heijmans deed? Het is in ieder geval beter dan de schamele 0,2 procent van BAM.
Grootste bouwers hebben laagste winstmarges
Wie de winstcijfers van 2018 van de vijftig grootste bouwbedrijven van Nederland naast elkaar legt, ziet dat de grootste bedrijven de laagste winstmarges halen. 31 bedrijven in de Cobouw50 behaalden betere winstmarges dan VolkerWessels. Heijmans is de nummer 7 van Nederland als het gaat om omzetgrootte, maar de nummer 37 met zijn nettowinstmarge. Het grootste bouwbedrijf van Nederland, BAM eindigde op plaats 45 op de winstranglijst.
Schrikbarend laag dus die winst van de grote bouwers.
Welke bouwbedrijven doen het wel goed? Burgerlijke en utiliteitsbouwers, vooral de bedrijven die projectontwikkeling erbij doen. De winstgevendste was Ten Brinke Group met een nettowinstmarge van 11,5 procent. Maar ook Van Wanrooij (9,8 procent), Vorm (6,9 procent) en HSB (6,5 procent) scoorden prima.
Blind voor risico’s
In de inframarkt is het veel zwaarder om rendement te maken. De risico-rendementsverhouding bij hele grote werken is al jaren niet naar wens. Dat was tijdens de crisis zo, en het is nog steeds het geval. De honger naar werk maakte bouwers tijdens de crisis blind voor risico’s. Ze wilden een werk te graag om hun mensen aan het werk te houden of omdat het zo’n uitdagende klus was waar naam mee gemaakt kon worden.
Grote bouwers grossieren al jaren in probleemprojecten in de infra, vaak ook met langslepende juridische conflicten. VolkerWessels en BAM blunderden met de zeesluis in IJmuiden en ruzieden op hetzelfde project met de Koreaanse leverancier van de sluisdeuren. BAM ruziet over een sluis in Noord-Duitsland. Heijmans ligt in de clinch met opdrachtgever Tennet om de bouw van hoogspanningsmasten en praat met een mediator vanwege het Zuidasdok. In het verleden struikelde Heijmans na een hoogoplopend conflict met de provincie Noord-Holland bijna met fatale gevolgen over de aanleg van de Westfrisiaweg.
Stikstof is de nieuwe kwelgeest voor de grote bouwers. De uitspraak legt vooral grote infraprojecten lam, terwijl de meeste woning- en utiliteitsbouwprojecten niet tot nauwelijks hinder ondervinden. De kleine infraprojecten lopen redelijk door, maar de orderportefeuilles met grote infraprojecten drogen op; deze projecten liggen stil of worden niet aanbesteed. Voor 2020 is er wel genoeg werk. Maar in 2021 kunnen de eerste gaten in de planning ontstaan. Complete tenderteams zitten op hun handen. “Een tendermanager kun je niet opeens op een steiger zetten”, illustreerde De Ruiter het probleem.
Zonder stikstof in de rode cijfers
BAM heeft geen stikstof nodig om aan de infrakant al rode cijfers te schrijven. Er werd in Nederland ruim 17 miljoen euro verlies geleden. Zowel grote als kleinere projecten hebben last van kostenoverschrijdingen, bekende topman Rob van Wingerden.
Bij VolkerWessels was er wel een positief infraresultaat in 2019: 2,8 procent (EBITDA-marge), tegenover 1,6 procent in 2018. Dat verbeterde resultaat kwam er omdat in 2018 nog 39 miljoen euro verlies werd geleden op de zeesluis IJmuiden.
Heijmans liet ook een beter resultaat zien op de infraprojecten: 2,7 procent (EBITDA-marge), tegenover 1,2 procent een jaar eerder.
Nee zeggen
De Brabanders hadden hun lessen in 2015 al geleerd, toen het bedrijf op omvallen stond. Ton Hillen, die toen nog verantwoordelijk was voor vastgoed, mocht vanaf dat jaar ook de infradivisie onder handen nemen. Te veel risico? “Dan moet je gewoon nee zeggen. Klaar. Gaan we het niet doen, want een bouwbedrijf kan niet overleven als er geen geld wordt verdiend”, was het motto van Hillen.
Dat ‘nee zeggen’ doen alle grote bouwers veel vaker dan vroeger. Al kunnen ze tegenwoordig minder vaak nee zeggen omdat die grote projecten van Rijkswaterstaat door de stikstofcrisis in de wachtkamer staan.
Door deze gedwongen pas op de plaats moeten de grote bouwers eropuit om andere infraprojecten binnen te halen. “Er is gewoon minder werk voor dezelfde hoeveelheid partijen in de markt”, zei De Ruiter van VolkerWessels. Het bouwconcern voelt net als BAM en Heijmans dat de winstmarge onder druk staat. De middelgrote infrabedrijven klagen op hun beurt dat de grote bouwers nu hun markt betreden om werk af te snoepen.
Infrabazen vervangen
Sommige opdrachtgevers, zoals gemeenten en semi-publieke organen, maken gebruik van de ongewisse situatie waarin bouwbedrijven sinds de stikstofcrisis verkeren en stellen bewust projecten uit om straks goedkoper uit te kunnen zijn, klaagt VolkerWessels. Als de opdrachtgevers twee à drie maanden wachten met aanbesteden, hopen ze goedkoper in te kunnen kopen.
Dat de grote bouwers de laatste jaren te weinig grip op hun infraresultaten hadden, noopte hen ertoe nieuw management aan te stellen. VolkerWessels ging zich in 2018 “herpositioneren” en verving onder andere infrabaas Henri van der Kamp. BAM heeft de afgelopen jaren de hele top aan de infradivisie vervangen, bekende Rob van Wingerden. En bij Heijmans werd is ook gewisseld in de top van de infradivisie.
Boven die 2 procent (bruto)winst uitkomen, was de missie van BAM voor dit jaar. “Sommige onderdelen zitten op 4 procent, dus het is geen onmogelijke opgave”, probeerde Van Wingerden een lichtpuntje te vinden. “Maar het is een hobbelige, niet makkelijke weg. Ik had gehoopt dat we verder waren geweest. Maar de sluis heeft niet geholpen, de resultaten in Duitsland hebben niet geholpen.” Even later zei hij: “De meeste projecten gaan goed, maar er gaan er steeds een paar fout en die verpesten dan wel het hele feestje.”
Kleur op wangen
Het zijn de vastgoed- en bouwactiviteiten die BAM, VolkerWessels en Heijmans kleur op de wangen geven. Bij BAM werd 4 procent brutomarge behaald, VolkerWessels scoorde 4,7 procent en Heijmans behaalde 2,6 procent voor woning- en utiliteitsbouw en 5,8 procent voor vastgoed.
Met die cijfers is het begrijpelijk dat grote bouwers vaker nee zeggen tegen moeilijke infraprojecten.