Contouren besluit woningbouwimpuls 2020
Minister van Veldhoven stuurde een brief aan de Tweede Kamer over de criteria van de woningbouwimpuls.
Het kabinet geeft prioriteit aan het verbeteren van de toegankelijkheid van de woningmarkt voor starters en middeninkomens. Naast een korting op de verhuurderheffing voor nieuwbouwwoningen die oploopt tot 1 miljard euro in de komende 10 jaar, is 1 miljard euro vrijgemaakt om een impuls te geven aan de bouw van betaalbare woningen.
In het Besluit Woningbouwimpuls 2020, waarvan de consultatie tot 8 februari loopt, is beschreven aan welke selectiecriteria een projectaanvraag moet voldoen om in aanmerking te komen voor middelen uit de impuls. Er zijn in totaal zeven selectiecriteria. Een aanvraag is alleen kansrijk als het voldoet aan alle zeven criteria:
De projectaanvraag is ingediend door een gemeente: de impuls is bedoeld voor gemeenten1. Een gemeente krijgt een specifieke uitkering voor de financiering van de publieke kosten van maatregelen om meer betaalbare woningen te bouwen.
De projectaanvraag heeft regionaal draagvlak en provinciale steun: gemeenten inventariseren binnen de regio en met de provincie welke projecten met de impuls geholpen zijn en waar het meeste impact bereikt kan worden. Dit wordt met een provinciale steunverklaring bekrachtigd. De woningbehoefte in een gemeente kan beïnvloed worden door de woningbouw van een andere gemeente, waardoor een regionale afweging wenselijk is. In veel regio’s wordt al intensief over de gemeentegrenzen heen samen gewerkt, bijvoorbeeld via de woondeals.
Een woningbouwprogramma voorziet in de realisatie van netto ten minste 500 woningen in een aaneengesloten gebied: met een grens van 500 woningen draagt het Rijk bij aan het inlopen van het woningtekort in een groot deel van Nederland, zowel binnen- als buitenstedelijk, binnen en buiten de Randstad, en in grotere en kleinere gemeenten.
Het programma bevat een substantieel aandeel betaalbare woningen: kern van de impuls is om de bouw van betaalbare woningen voor starters en middeninkomens te stimuleren, met een substantieel aandeel huurwoningen onder de € 1000 (ook sociale huurwoningen) en koopwoningen onder de NHG-grens. In de regeling definiëren we substantieel als ten minste 50 procent.
Het project is voldoende concreet en bevindt zich in de ontwikkelfase voorafgaande aan de bouwfase: we willen met de impuls bijdragen aan het realiseren van projecten die een laatste zetje nodig hebben, zodat daadwerkelijk worden bereikt (liefst zo snel mogelijk). Voor deze projecten geldt wel dat de bestemmingsplanprocedure doorgaans nog doorlopen moet worden, anders is al sprake van bouwprojecten die financieel rondkomen. In de ministeriële regeling staat de eis dat de bouw uiterlijk in 2023 moet starten.
Het project kent een financieel tekort op de publieke exploitatie van een gemeente, ondanks planoptimalisatie en substantiële cofinanciering van betrokkenen: projecten die ook zonder bijdrage kunnen starten, komen niet voor de impuls in aanmerking. We verwachten dat partijen kijken welke mogelijkheden er zijn om het plan te optimaliseren en zo het publieke tekort te reduceren. Van marktpartijen verwachten we dat ze maximaal bijdragen (het wettelijk kostenverhaal biedt hiervoor het instrumentarium). Daarnaast verwachten we substantiële additionele bijdragen van medeoverheden. In de ministeriele regeling definiëren we substantieel als ten minste 50 procent.
De opgevoerde kosten van investeringen zijn noodzakelijk en toerekenbaar: met de impuls kunnen investeringen mogelijk gemaakt worden die tot woningbouw leiden. We dragen niet bij aan investeringen die niet direct gerelateerd zijn aan de woningbouw.
Deze criteria zijn tot stand gekomen in overleg met verschillende gemeenten, provincies en marktpartijen.
Arbeidsmarktscan
In de NHG-pilot zal worden ingezet op maximaal 600-800 verstrekte hypotheken per jaar op grond van een Arbeidsmarktscan. Er wordt verwacht dat binnen een periode van twee tot drie jaar tot statistisch significante conclusies kan worden gekomen over of de voorspellende waarde van de Arbeidsmarktscan, met name met betrekking tot het betaalgedrag en de betaalbaarheid van de hypotheeklasten.
Bron: Rijksoverheid