AFM: we hebben shortsellers terecht hun gang laten gaan
Heeft u dat ook weleens? Dat u 's nachts in bed ligt te malen over een discussie die u dezelfde avond had? En dat u dan wél opeens die argumenten te binnen schieten, waarmee u op grootse wijze uw gesprekspartners de mond had kunnen snoeren? Om ze daarna joviaal een biertje aan te kunnen bieden, met een opmerking als: 'Dit is eigenlijk zo'n saai onderwerp, nu gaan we het over iets leuks hebben.'
Zoiets moet de Autoriteit Financiële Markten hebben gehad toen ze daar hun 'Market Watch' opstelden. Het is de eerste publicatie in een reeks, waarin de AFM zich gaat verdiepen in een actueel onderwerp op de kapitaalmarkten, met 'eigen data en eigen inzichten'.
Winst door koersdaling
Het onderwerp van het maandag gepubliceerde stuk: 'Short gaan tijdens covid 19'. Het gaat verder waar de discussie tussen Europese financiële toezichthouders eind maart ophield. Zes van de 27 EU-landen hadden tijdens de hectiek op de financiële markten van half maart een verbod op shortselling ingevoerd. In onder meer Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en Nederland zagen de financiële toezichthouders echter niets in zo'n verbod.
Nu legt de AFM uit waarom het toen die beslissing nam. Eerst vertelt de toezichthouder nog eens wat 'short gaan' inhoudt: het lenen van bijvoorbeeld aandelen, om die dan direct door te verkopen. Later kan de 'shortseller' ze terugkopen, om ze dan weer te leveren aan de uitlenende partij. Hij hoopt dat in de tussentijd de koers is gedaald, zodat hij ze goedkoper kan terugkopen en winst maakt op de hele transactie.
Er zijn hieraan, zo geeft AFM toe, gevaren verbonden. Niet alleen voor de uitvoerder ervan, maar voor de hele markt. Te veel van dit soort spelers in een markt en koersdalingen kunnen versterkt worden. Ook kan het gebruikt worden om koersen te manipuleren.
Ook voordelen
Maar voordelen zijn er ook. 'Shortsellers handelen in het algemeen op basis van fundamentele economische kennis en dragen zo bij aan terechte prijscorrecties van overgewaardeerde aandelen en het efficiënt functioneren van de markt', aldus de AFM. Soms ontdekken ze zelfs serieuze misstanden bij bedrijven waardoor ze ook nog als klokkenluiders fungeren.
Gezien de voor- en nadelen, moeten er volgens de toezichthouder wel heel goede redenen zijn om ze de deur te wijzen. Bijvoorbeeld als ze een serieus gevaar zouden vormen voor de stabiliteit van de markt of het vertrouwen onder beleggers.
Verrassing: die goede redenen waren er niet. De AFM heeft geen marktmanipulatie gezien. Ook is het beleggersvertrouwen niet gedaald door de aanwezigheid van shortsellers. 'De markt heeft goed gefunctioneerd sinds de covid-19-uitbraak' en de AFM had gewoon gelijk. Iemand een biertje?