1/2
Welke winst bij de Amerikaanse presidentsverkiezingen is goed voor de beurzen?
Republikeinse winst bij de Amerikaanse presidentsverkiezingen is goed voor de beurzen, tenminste dat is de gedachte. Maar een analyse van rendementen leert dat Democratische presidenten gemiddeld meer waarde creëren op de beurs.
Elke vier jaar kiezen de Amerikanen hun president, en elke vier jaar kampen beleggers met hoop en vrees. Zal de nieuwe commander-in-chief een beleid voeren dat goed is voor de economie en de aandelenmarkt?
In het kort
Een Republikeinse zege is gunstiger voor de koersen op de dag na de presidentverkiezingen, dan Democratische winst.
Gemeten over de ambtsperiode presteren Democratische presidenten gemiddeld wel beter.
Niet alleen de president is belangrijk, ook de macht van de partijen in het Congres.
Wat er zou gebeuren als Donald Trump zich een weg naar het Witte Huis wist te banen? De consensus onder marktpartijen vóór 6 november 2016 was groot. De beurzen zouden crashen, de prijs van goud zou door het dak gaan, en er zou een run op de dollar zijn.
Niets hiervan kwam uit. De S&P 500 zette ongestoord zijn klim voort, om uiteindelijk pas op 19 februari dit jaar een punt te zetten achter de langste bullmarkt uit de Amerikaanse beursgeschiedenis: 3999 dagen.
Elke vier jaar kiezen de Amerikanen hun president, en elke vier jaar kampen beleggers met hoop en vrees. Zal de nieuwe commander-in-chief een beleid voeren dat goed is voor de economie en de aandelenmarkt? Opmerkelijk genoeg reageren ze zelf vaak ambigu op de uitslag, leert een analyse van de beursrendementen. Rooskleurigheid daags na de verkiezingen slaat op langere termijn bijvoorbeeld vaal uit.
Betrouwbare voorspeller
Eerst de korte termijn. Wat gebeurt er rond de verkiezingsdag? Afgaand op ervaringen uit het verleden, haalt Donald Trump dinsdag geen tweede termijn binnen. De S&P blijkt een vrij betrouwbare voorspeller: sinds 1936 heeft de beursindex de uitslag 20 van de 23 keer juist voorspeld, stelt vermogensbeheerder Capital Group. 'Als de S&P 500 in de drie maanden voorafgaand aan de verkiezingsdag stijgt, wint de zittende partij meestal. Als de aandelenmarkt in die periode daalt, is de overwinning doorgaans voor de tegenpartij.'
Volgens deze indicator ziet het er niet best uit voor Trump, die in de peilingen achterligt op zijn Democratische tegenkandidaat Joe Biden. De belangrijkste Amerikaanse beursindex is de afgelopen drie maanden met 0,8% gedaald, al rest er Trump nog één beursdag.
Historisch gezien profiteren beleggers de dag na de verkiezingen meer van een Republikeinse overwinning leert onderzoek van Winton, een vermogensbeheerder. Bij Republikeinen gaat de aandelenmarkt dan doorgaans omhoog, het omgekeerde gebeurt bij een Democratische zege. Het effect is des te groter als het om een onverwachte uitslag gaat. Dat was niet alleen het geval bij Trump in 2016, maar ook bij Harry Truman. Die was in 1945 plots president geworden na de dood van Franklin Roosevelt. Zo zeker was zijn nederlaag in 1948 tegen zijn Republikeinse rivaal Thomas Dewey, dat verschillende Amerikaanse kranten al ‘Dewey defeats Truman’ hadden gekopt. Niet dus.
Vriendelijk voor bedrijven
Tot zover de korte termijn. Hoe doet de beurs het over de hele ambtsperiode van een president? Het vermoeden is dat Republikeinen daar een streepje voor hebben. De Grand Old Party heeft de reputatie ondernemersvriendelijker te zijn dan de Democraten, minder overheidsbemoeienis voor te staan, en meer gericht op vrijhandel. Trump is wat dat laatste punt betreft atypisch.
Toch vertellen de cijfers iets anders. Jeremy Siegel, hoogleraar aan de Amerikaanse Wharton businessschool, onderzocht het beursrendement van de afgelopen zeventig jaar, en stelt vast dat dat onder Democratische presidenten gemiddeld 10,6% per jaar bedraagt. Met Republikeinse bewoners van het Witte Huis is dat maar 4,8%. Beide cijfers zijn gecorrigeerd voor inflatie.
Het Amerikaanse zakenblad Kiplinger deed een eigen exercitie, die loopt vanaf 1901. De berekening van het jaarlijks gemiddeld beursrendement (niet gecorrigeerd voor inflatie) onder twintig verschillende presidenten gebeurde tot 1929 met de Dow Jones, daarna met de breder samengestelde en dus representatievere S&P 500.
President Hoover (ambtstermijn 1929-1933) tekende voor het belabberdste beurstraject, met een gemiddelde jaarlijkse daling van 30,8%. 'Ik ben niet bang voor de toekomst van ons land', had de Republikein in zijn inaugurele rede verkondigd. 'Die straalt van hoop.'
Het bleek een hoop ellende. Een paar maanden later brak de Grote Depressie uit, en begon de ergste bearmarkt uit de Amerikaanse geschiedenis. Niet geholpen door het mismanagement van Hoover, die vond dat de economie de oplawaai maar moest ondergaan.
Ook de op een na slechtste beurstermijn komt voor rekening van een Republikein. George W. Bush zag in 2001 in zijn debuutjaar de dotcomzeepbel leeglopen, en vliegtuigen in WTC-torens crashen. Een paar maanden voor het einde van zijn tweede termijn brak bovendien de financiële crisis uit. Het gemiddeld beursrendement bedroeg in die acht jaar een beroerde -5,6%.
Vroegtijdig plaatsmaken
Het wordt nóg erger voor de Republikeinen, want ook de derde stek is voor die partij. Richard Nixon (1969-1974) voerde de dure, hopeloze Vietnamoorlog, schafte de verkapte goudstandaard af, en moest vroegtijdig plaatsmaken door het Watergate-schandaal. Achter zijn naam staat een gemiddeld beursrendement van -3,9% per jaar. Dat is nog flatteus, omdat het een periode was met hoge inflatie, die ook de koersen beïnvloedde.
En nog is het niet voorbij. Plaats vier en vijf van slechtste beurspresidenten? U raadt het: Republikeinen, met name William Howard Taft (1909-1913) en Teddy Roosevelt (1901-1909). Pas daarna volgt met Woodrow Wilson (1913-1921) eindelijk een Democraat.
Bron: FD