UTRECHT - Het Nederlandse spoor moet op de schop om beter bestand te zijn tegen extremer weer, zoals hitte van 35 graden plus, stormwinden en hoosbuien. ProRail werkt met het ministerie van Infrastructuur, Rijkswaterstaat en experts aan een plan van aanpak. Dat moet komend najaar gereed zijn.
? AS Media
„We brengen alle bedreigingen nu gedetailleerd in kaart. Het spoor is aangelegd voor een gematigd klimaat met minder zwaar treinverkeer. Dat is aan het veranderen. Na corona zal het reizigers- en vrachtvervoer richting 2030 al sterk groeien. Treinen gaan vaker en sneller rijden en het weer wordt heftiger. Dat vereist concrete maatregelen”, stelt deskundige klimaatverandering Stefan Jak van ProRail.
Zwakke plekken
Infra-architect Onno Hazelaar bevestigt dat het huidige spoorsysteem steeds kwetsbaarder wordt als er geen ingrijpende maatregelen volgen om zwakke plekken te versterken. „We willen voorkomen dat het treinverkeer vaker ontwricht gaat worden. We maken ons zorgen om langere periodes van extreme hitte afgewisseld met ernstige wateroverlast door intense regenval. Daar moeten we ons goed op voorbereiden, anders nemen storingen flink toe.”
Hazelaar en Jak noemen enkele voorbeelden. „Bij overvloedige buien kunnen spoortunnels en stations onderlopen. Hitte zet staal uit en kan elektriciteitskasten onklaar maken. Sneeuw en ijs laten wissels vastlopen. Aanhoudende droogte zorgt voor verzakkingen. Storm en bliksem kunnen schade toebrengen aan de bovenleiding en overkappingen van perrons.”
Ter illustratie toont Jak een kaart van Nederland met rode (acuut in de gevarenzone), roze (matige risico’s) en groene (niks aan de hand) plekken op en rond het spoor die bij hevige regenval problemen opleveren, als er geen oplossingen komen.
„Dat is geen statisch proces. We zijn constant bezig om verbeteringen aan te brengen, zoals waterbekkens bij stations om neerslag weg te leiden. Ook controleren we of bouwwerken harde windstoten kunnen weerstaan. En we kappen uit voorzorg waar nodig bomen rond het spoor. Stroomvoorzieningen worden op een hoger niveau aangelegd”, aldus Hazelaar.
Volgens hem wordt er al serieus gekeken naar de klimaateffecten op treinverkeer in 2050. „Zo kun je investeringen verantwoord spreiden en ben je structurele verstoringen voor. Het doel is om vertragingen op het spoor tot het minimum te beperken. Maar dat gaat niet vanzelf. Er zijn nieuwe technieken om knelpunten tijdig op te sporen.”
Uitschieters
Jak verwacht dat dagen met hoge temperaturen gaan verdubbelen.
„Met meer uitschieters boven 40 graden. Dat is misschien leuk voor mensen die van warmte houden, maar minder prettig voor de trein. Tegelijk zijn er forse stijgingen van neerslagpieken. Daar zijn we benauwd voor”, stelt hij.
Hazelaar en Jak weten zo een honderdtal locaties op het spoor van ruim 7000 kilometer te noemen, die direct aandacht verdienen. „We werken nauw samen met provincies, gemeenten en waterschappen om zwakheden in beeld te krijgen, te repareren of te vervangen. Maar dat is niet even gauw gepiept.”
Er komt volgens hen een gericht plan. „Bewustwording in Den Haag is nodig. Ja, het kost miljarden extra. Logisch als de omstandigheden zo veranderen. We moeten aan de bak om punctueel te blijven.”