Bron Follow The Money;
De Great Queen Street in Londen is een van de weinige plekken in de stad waar het leven om 7 uur ’s ochtends al welig tiert, vol mensen met een koffie in de hand die klaar zijn om aan hun werkdag in the City te beginnen.
In een luxe evenementenhal – denk aan met marmer versierde trappen, lusters aan het plafond – vindt midden oktober een conferentie plaats over de handel in en beprijzing van CO2. In de zaal zitten financiers van Australische projecten om CO2 uit de lucht te halen, verzekeraars, natuurherstellers die geldschieters zoeken en handelaars in CO2-kredieten. Dat zijn certificaten die bewijzen dat je als eigenaar ergens ter wereld ruwweg een ton CO2 uit de lucht hebt weten te houden.
De sfeer in de zaal is over het algemeen verrassend optimistisch, zeker gezien het feit dat de markt, waarvan bijna iedereen daar onderdeel is, het afgelopen jaar in een flinke dip zat.
Verschillende schandalen lieten zien dat de projecten om CO2-kredieten te verkrijgen vaak niet kloppen: ze halen geen – of slechts een minimale hoeveelheid – CO2 uit de lucht. Door deze schandalen zijn de kredieten in een klap veel minder waard geworden: bedrijven durfden hun vingers er niet meer aan te branden.
Maar de markt krabbelt langzaam weer op, en op de conferentie in oktober geloven de deelnemers dat er verandering op komst is. En die komt, zo zeggen de aanwezigen meermaals, vanzelf als kopers en verkopers gaan inzetten op projecten ‘van hoge kwaliteit’. Meestal betekent dat (grofweg): projecten waarvan aan te tonen is dat ze echt CO2 uit de lucht halen en die geen mensenrechten schenden of andere problemen veroorzaken.
En zulke projecten zijn er eigenlijk nog erg weinig. Ik schrik van de presentatie die een marktanalist op de laatste dag van de conferentie toont: in september van dit jaar voldoet ruim 80 procent van de kredieten niet aan die hoge kwaliteit (ze scoren in de B- of C-categorie). Zelf is de analist optimistisch: het gaat de goede kant uit, er komen meer projecten van ‘hoge kwaliteit’ (A-categorie) bij.
Ik ga meteen zoeken: we weten dat er veel problemen zijn op de markt, maar is het echt zo erg? Ja dus. Recent heeft de universiteit van Kyoto een onderzoek gedaan, gepubliceerd in Nature, waaruit nog een slechter beeld naar voren kwam: bijna 90 procent van de kredieten die de twintig belangrijkste kopers van CO2-kredieten hebben gekocht, zou slecht zijn. Ik schreef er dit artikel over:
Het zijn bedrijven als Shell, Delta Airlines en Volkswagen die de afgelopen jaren hun groene beloftes mede baseerden op deze waardeloze kredieten. Het twijfelachtige goede nieuws dat op de conferentie wordt verkondigd: als je de slechte kredieten nog hebt, vind je altijd wel een bedrijf dat ze op wil kopen.
Door goedkope kredieten van lage integriteit te kopen houden dergelijke opkopers slechte praktijken in stand en is het voor integere projectontwikkelaars lastig om de markt te betreden. Terwijl er op de conferentie veel over kredieten met hoge integriteit werd gesproken, besprak niemand wat die overvloed van lage kredieten op de markt in de praktijk betekenen: allemaal vervuilende praktijken die doorgaan onder het voorwendsel dat ze hun uitstoot compenseren. Een verdere achteruitgang van natuur en ecosystemen.
Sterker nog, op een conferentie die over groene oplossingen gaat, wordt vrijwel met geen woord gerept over het klimaat. Des te meer over investeringen, risico’s en opbrengst. Niet gek als sprekers soms duizenden euro’s moeten betalen voor een paar minuten spreektijd, zoals ik achteraf in de wandelgangen hoor.
In de chique evenementenzaal in Londen was integriteit het buzzword, en klimaat het verdienmodel. Maar of de poolkappen daardoor minder snel gaan smelten, is maar zeer de vraag.
Mira Sys
Auteur
Ties Gijzel
Auteur