2
En als het nou een geweldige auto wás, dan zou het nog tot daaraan toe zijn. Maar nee hè, er is altijd wat met dat ding.
Dat hij ineens REMT, als de computer op 30 kilometer afstand een eekhoorntje detecteert – en dan hangt iedereen in de airbags. Dat de deuren niet sluiten, rampzalige lak. Dat alles binnen voelt als van plastic, sterker nog, dat alles plastic ís. Dat, als je boven de 1,75 meter bent, je er amper rechtop in kunt zitten. Dat je altijd bij de verkeerde Tesla met je telefoon staat te prutsen omdat iedereen in de straat dezelfde heeft, vertelde een Tesla-rijder me.
Maar serieus: een auto die je met een app moet openmaken! Zonder stoere sleutelbos die je achteloos op tafel neerlegt in het café.
En hij heeft niet eens een dashboard! Wie wil er nou een auto zonder dashboard!? In plaats daarvan zit er een computerschermpje. Naast het stuur. Als je een raampje open wilt doen, moet je eerst 36 menuutjes doorscrollen. Alsof je auto een flexplek is.
Het ís dan ook geen auto hè, zeggen de echte autoliefhebbers in mijn vriendenkring. „Een Tesla is een computer”, hoor ik dan steeds. Als je er weer eens mee langs de kant van de weg staat – „wat nogal vaak is” – staat zelfs de Wegenwacht (!) machteloos. „Ze kunnen alleen vragen of je hem al hebt uitgezet en dan weer aan”, zei een Tesla-hater laatst. „Wat net als bij je computer ook nooit helpt.” En ook dát gezeur moet ik allemaal aanhoren. Je zou er bijna niet alleen een hekel aan Tesla-rijders van krijgen, maar ook aan de Tesla zelf.
Er zit dan ook niks anders op dan keihard in te grijpen. Anders gaat de Tesla aan z’n eigen succes ten onder. Zeker als er in 2023 ook nog eens een ‘budget-Tesla’ van 25.000 euro op de markt komt, zoals nu het plan is.
Ik stel dus voor om óf Tesla’s weer schandalig duur te maken, óf om de fiscale regeling ervoor te schrappen. Kennen jullie Buckler nog?
Als we niets doen, gaat de Tesla daar geruisloos achteraan.