Shortsellers dol op Just Eat Takeaway
Deze beleggers profiteren juist wél van duikvlucht aandelen
Door JOHAN WIERING
41 min geleden
in FINANCIEEL
Na een verkoopadvies van zakenbank BNP Paribas Exane dook maaltijdenbezorger Just Eat Takeaway vrijdag op de Amsterdamse beurs verder omlaag tot nabij de laagste koers ooit. Ook Alfen is de laatste maanden veel minder waard geworden.
Pijnlijk voor de vele particuliere beleggers die de aandelen van deze middelgrote beursfondsen in bezit hebben. Daar staat tegenover dat de grote shortposities die zijn ingenomen door veelal Angelsaksische hedgefondsen, door de stevige koersdalingen juist veel meer waard zijn geworden. Zij zitten lang niet altijd goed, maar hebben ditmaal wel enorm veel profijt gehad van hun geavanceerde computersystemen en enorme hoeveelheden data.
Shortsellers zijn bij de meeste particuliere beleggers niet geliefd, alleen al omdat het innemen van deze posities - zeker als dit op grotere schaal gebeurt - voor koersdruk zorgt. Veelzeggend is de euforie die in 2021 onder particulieren ontstond, toen zij deze ’slechte’ partijen met grote verliezen opzadelden door zwakke bedrijven tot extreme koershoogtes op te blazen.
Liquiditeit
Professionele beleggers kijken over het algemeen veel positiever tegen shortselling aan, zo ook vermogensbeheerder Renco van Schie (Valuedge). „Shortselling leidt tot meer liquiditeit en tot een efficiëntere markt, omdat hierin verschillende visies samenkomen. Het werkt ook disciplinerend en zorgt ervoor dat het management scherp blijft.”
Shortposities in specifieke beursgenoteerde bedrijven worden hoofdzakelijk door hedgefondsen ingenomen. Zij lenen dan aandelen bij een professionele partij en verkopen deze in de verwachting de aandelen later tegen een lagere koers terug te kunnen kopen. Van Schie benadrukt dat hedgefondsen tegenover een shortpositie vaak een longpositie in een sectorgenoot hebben om niet afhankelijk te zijn van de grillen van de markt. „Op lange termijn stijgen aandelenmarkten en verlies je geld als je uitsluitend inzet op voorziene koersdalingen.”
Grote shortposities in op de Nederlandse beurs verhandelde bedrijven moeten worden gemeld bij de Autoriteit Financiële Markten (AFM), die deze op dagelijkse basis toont op zijn site. De shortsellers hebben de afgelopen paar jaar vooral goed verdiend aan Just Eat Takeaway. Niet alleen vanwege de duikvlucht van de maaltijdenbezorger, maar ook vanwege de relatief hoge shortposities die thans optellen tot bijna 10% van het uitstaande aandelenkapitaal. Alfen volgt na de sterke toename in de afgelopen maanden op de voet, nadat duidelijk werd dat de groeivooruitzichten voor de laadpalenleverancier minder florissant zijn dan eerder gedacht.
Opmerkelijk is dat de adviezen van bankanalisten voor deze bedrijven, afgaande op wat dataleverancier Bloomberg meldt, nog altijd overwegend positief zijn. Zij gebruiken fundamentele analyses en waarderen een bedrijf op basis van onder meer de voorziene marktgroei, de concurrentiepositie en de verwachte kostenontwikkeling. Veel grote hedgefondsen hebben hoofdzakelijk wiskundigen, economen en computerwetenschappers in dienst en leunen vaak sterk op computermodellen, meldt Albert Menkveld, hoogleraar Finance aan de Vrije Universiteit Amsterdam. „Zij investeren veelal enorme bedragen in zeer krachtige computers en complexe computermodellen en beschikken over een enorme hoeveelheid data, die onder meer via satellietbeelden verkregen worden. Ze kunnen bijvoorbeeld zien hoeveel parkeerplekken bij een groothandel bezet zijn. Op basis van de verzamelde informatie en met gebruik van kunstmatige intelligentie concluderen ze of sprake is van onder- of overwaardering.”
Analist Robbert Manders van het Nederlandse hedgefonds Antaurus, dat op basis van fundamentele analyses posities inneemt, wijst erop dat grotere hedgefondsen ook sterk kijken naar de ontwikkeling van de aandelenkoers. „Er wordt veel belang gehecht aan momentum (hoe sterk of zwak een aandeel er volgens de koersgrafiek bij ligt, red.). Als de koers in de voorgaande twaalf maanden is gedaald, is de kans groot dat deze verder daalt. Hedgefondsen beschikken gewoonlijk ook over veel data, waaraan andere beleggers moeilijk kunnen komen. Dat kan bijvoorbeeld de locatie van olietankers zijn en hoe volgeladen zij zijn. Vaak is de macro-economische ontwikkeling leidend. Dit in tegenstelling tot de door ons gevolgde bottom-up benadering, waarbij we de merites van een bedrijf als uitgangspunt nemen.”
Publiciteitsschuw
Grote hedgefondsen zoeken vrijwel nooit de publiciteit op en zelfs gerenommeerde zakenkranten als de Financial Times slagen er maar hoogstzelden in hun tot een interview te verlokken. Volgens Manders komt dit omdat het nut ontbreekt. „Zij hebben gewoonlijk alleen institutionele klanten, particulieren kunnen vaak niet eens bij hen terecht. Ze zijn natuurlijk ook bang voor negatieve publiciteit. Deze kan institutionele klanten die met publieke perceptie te maken hebben, zoals pensioenfondsen, afschrikken.”
Menkveld sluit zich hierbij aan. „In tegenstelling tot banken, die graag hun beste analisten naar buiten zien treden, hebben hedgefondsen hiermee niets te winnen. Sowieso zullen ze niet willen aangeven op basis waarvan ze een positie hebben ingenomen.”
Waar de in Nederland actieve shortsellers geen inzicht geven in hun strategie en de redenen van hun beleggingskeuzes, zijn ze niet in alle opzichten een black box. Misschien wel de meest opvallende is de Amerikaanse Renaissance Technologies, wat deels te danken is aan zijn oprichter Jim Simons.