Ebusco wijkt uit naar China: fabriek in Deurne krijgt hulp uit het mekka van de elektrische bussen
DEURNE - Vanwege aanhoudende onderdelentekorten in Europa laat de Deurnese busfabrikant Ebusco een deel van zijn nieuwe generatie bussen assembleren in China. Paniekvoetbal? Welnee, verzekert directeur Peter Bijvelds.
Peter Scholtes 09-08-23, 15:00 Laatste update: 15:10 Bron: ED
Ebusco weet goed de weg in China. Tien jaar geleden begon het bedrijf als pionier in Europa met de import van Chinese elektrische bussen. Nog altijd worden de bussen van de 2.2-generatie van Ebusco in China geproduceerd. Maar in Deurne is het bedrijf een nieuw leven begonnen, met een eigen fabriek voor de lichtgewicht 3.0-bus met een chassis dat bestaat uit composiet op basis van koolstofvezels.
Voor de 3.0 scoort Ebusco de ene order na de andere, maar met de aflevering van de bussen schiet het niet op. Twee weken geleden moest het bedrijf laten weten dat het eerder beloofde resultaten niet kan waarmaken. Voortdurende tekorten aan onderdelen en geschikt personeel nopen tot een koerswijziging. Om de productie zo goed mogelijk op te voeren, wordt een deel van de assemblage uitbesteed aan drie partners.
Woensdag maakte Ebusco tijdens de presentatie van de halfjaarcijfers meer bekend. Twee partners bevinden zich in China. Het gaat om de fabriek die de 2.2 met het ‘ouderwetse’ stalen chassis produceert en een fabriek die de allereerste Ebusco 1.0-generatie voor zijn rekening nam. De derde partner is de Portugese bussenfabrikant Unvi.
Meer materiaal en meer mensen in China
De eerste 3.0-bus is in China inmiddels van de band gekomen, zegt directeur Peter Bijvelds. De onderdelentekorten spelen daar veel minder een rol. ,,Voor onderdelen als kabelbomen en connectoren zijn de levertijden daar vier tot zes weken, tegen vier tot zes maanden in Europa.” Ook collegafabrikanten als VDL kampen met vertraagde afleveringen van bussen als gevolg van onderdelentekorten.
In Europa worden per jaar 25.000 bussen geproduceerd. In China zijn dat er 400.000
Peter Bijvelds, Ebusco
De capaciteit van de Chinese markt voor elektrische bussen en daarmee ook die van de toeleveringsketen is vele malen groter. ,,In Europa worden per jaar 25.000 bussen geproduceerd. In China zijn dat er 400.000”, illustreert hij. En dan is China ook nog eens hét land waar batterijen voor elektrische bussen worden geproduceerd. ,,Bepaalde types batterijen zijn in Europa niet meer verkrijgbaar.”
Daar komt bij dat de Chinese fabrieken beschikken over voldoende gekwalificeerd personeel voor de assemblageactiviteiten. In Deurne en omgeving is dat een groeiend probleem geworden, merkt Ebusco. Van een stap terug of paniekvoetbal wil Bijvelds niet weten. Uitbesteding van een deel van de assemblage is volgens hem van meet af aan een optie geweest. ,,We hebben veel meer orders voor de 3.0-bussen gekregen dan gedacht. Al een jaar geleden hebben we dit ingezet.”
Op de boot naar en uit China
Omslachtig, tijdrovend en kostenverhogend is het wel. De in Deurne geproduceerde composiet casco-delen moeten op de boot naar China en als geassembleerde bus terug worden vervoerd naar de klant in Europa. Toch weegt dat volgens het bedrijf op tegen de tijd en kosten die zijn gemoeid met assemblage in Deurne. Daar worden twee van de drie productielijnen nog altijd gebruikt voor het completeren van bussen die al maandenlang op ontbrekende onderdelen wachten.
Hoewel Ebusco eerder verklaarde dat de winstmarge op de in Deurne geproduceerde 3.0-bussen hoger is dan op de 2.2-bussen uit China, zou onder de huidige omstandigheden assemblage in Chinese fabrieken voordeliger zijn. Ebusco publiceerde halfjaarcijfers die in lijn zijn met de eerder bekendgemaakte voorlopige resultaten. De omzet steeg van 37,1 naar 41,7 miljoen euro. Het nettoverlies nam toe van 14,1 naar 35,8 miljoen euro.