’Problemen nemen alleen maar toe’
Door ONZE PARLEMENTAIRE REDACTIE
DEN HAAG - De woningbouwplannen van het kabinet dreigen in het water te vallen door migratie, stikstof en de oplopende rente. Volgens woonminister Hugo de Jonge is de tegenwind ’fors toegenomen’. Het harder tegen de wind in fietsen doet hij vooralsnog vooral met onderzoeken wat zou kúnnen werken. „Eén oplossing is er niet.”
PUTTEN
Iedereen is het erover eens dat er meer huizen moeten worden gebouwd. Ook in politiek Den Haag. Maar hoe dat voor elkaar te krijgen, voor wie er moet worden gebouwd en waar dan, daarover is de eensgezindheid in de Tweede Kamer veel minder groot.
Aan ambitie geen gebrek bij minister De Jonge (Volkshuisvesting). 900.000 woningen moeten er in de jaren tot 2030 bijkomen, en van dat doel wijkt hij niet af. Het is volgens hem een taak, geen belofte. Het ene plan na het andere. De ene woningdeal bovenop de andere. En wat te denken van regionale versnellingstafels? Er is niet één oplossing, „maar we kunnen wel hard werken”, zegt De Jonge.
Alleen in ambitie, werklust en plannen kun je niet wonen; een merkbaar effect van alle inspanningen blijft vooralsnog uit. Het aantal bouwvergunningen neemt af, projecten worden geschrapt en investeerders lopen weg. Kortom, het schiet niet op. Er komt weinig van de ambities terecht, klinkt het donderdag daarom tijdens het Kamerdebat over de haperende woningbouw.
Migratie en vergrijzing
Sterker nog: de problemen nemen alleen maar toe. Al was het maar doordat het aantal huishoudens flink groeit. Daarvoor zijn twee grote oorzaken, ziet De Jonge. „De meest forse groei is afkomstig van migratie en de verdunning van huishoudens door de vergrijzing.” Daarom is ’meer regie’ op Volkshuisvesting en ’meer grip’ op migratie nodig, zegt de minister. „Daar moeten we niet voor weglopen.” En: er zal meer buitenstedelijk kunnen worden gebouwd.
Volgens De Jonge is het grootste probleem voor de bouwcrisis de almaar oplopende rente. „Die is veel harder gestegen dan de woningprijzen zijn gedaald”, zegt hij. „En daardoor kunnen kopers niet meer kopen.” Andere oorzaken zien Kamerleden in personeelstekorten, stikstof en het weglopen van investeerders.
Belasten winst op grond
Oppositiepartij PvdA komt daarom op de proppen met een ’planbatenheffing’, een belasting op stijgende grondwaarde. Grondbezitters en speculanten verdienen nu grof geld aan het verkopen van grond die meer waard wordt als een gemeente bepaalt dat er woningbouw op mag plaatsvinden. Opbrengsten kunnen dan worden ingezet om betaalbaarder huizen te bouwen. „Is een planbatenheffing verstandig? Nou... ja”, reageert De Jonge. „Maar: in een tijd waarin het allemaal lastig is rond te breien, is de vraag of dit een handig moment is.” Of hij daadwerkelijk zo’n heffing wil invoeren, daarover neemt hij later een besluit.
Andere ideeën die voorbijkomen om de bouwcrisis en woningnood aan te pakken? Een bouwplicht - zodat bouwgrond niet braak blijft liggen omdat investeerders denken er later nog meer aan te kunnen verdienen, een lagere overdrachtsbelasting, ’optoppen’ van woningen (bovenop bestaande woningen bouwen), minder migratie, meer elektrisch bouwen (want geen stikstofuitstoot), splitsen van woningen, doorbouwgaranties, terugkeer van de hospitaregeling, en het versoepelen van de regels voor bouwen in het groen.
De Jonge beaamt er vele, en zet de Kamer toe binnen anderhalve maand met een voortgangsrapportage te komen. Daarin staat dan hoe het met de woningbouwplannen gaat. Ook laat hij weten te zullen onderzoeken wat de effecten zijn van een start-bouw-subsidie en een doorbouwgarantie. Om te weten wat de voor en nadelen- en überhaupt de te verwachten effecten zijn. „Waarbij geldt: hoe ongerichter, hoe minder enthousiast ik ben”, zegt De Jonge.
Sociale woningbouw
Linkse partijen zijn op hun beurt weer niet zo enthousiast over het aantal sociale huurwoningen dat De Jonge wil laten bouwen. Zij vrezen dat er niet genoeg bijkomen. De Jonge heeft plannen voor 250.000 van die woningen. De vraag is ten eerste hoeveel daarvan terecht komt, en ook: of het vervolgens genoeg is, gelet op de harder groeiende bevolking. Dat hangt ook af van hoeveel er gesloopt wordt, maar daar gaan gemeenten over. Niet het Rijk. Conclusie, zo geeft De Jonge toe: „Het zou inderdaad kunnen dat het percentage sociale huurwoningen ietsje daalt.”