Het is een groot vraagteken wanneer de bouw weer voluit kan. Bouwend Nederland vreest zelfs voor faillissementen als er geen stop komt op wetten met een averechtse werking. „We verwachten een daling van onze omzet, dat is een economisch en maatschappelijk drama.”
YTEKE DE JONG
De dag na Vissers officiële start besloot het kabinet niet meer te investeren in nieuwe wegen, daarnaast holt de nieuwbouw achteruit. „Het is een groot vraagteken wanneer de bouw weer voluit kan”, zegt Visser. „De voortekenen zijn niet gunstig. Een deel van de achteruitgang komt omdat kapitaal zich terugtrekt omdat de huren gemaximeerd zijn, waardoor projecten onrendabel zijn. De val van het kabinet is het moment om een aantal zaken opnieuw te overdenken. Stop met wetten die een averechtse werking hebben op de bouw. En dan gaat het met name om hoeveel er betaalbaar gebouwd moet worden, naast de maximering van de huur.”
Deze nieuwe wetten kunnen door de Tweede Kamer controversieel verklaard worden. En als dat gebeurt, dan kunnen investeerders terugkomen. De bouwplannen liggen er, aldus de Bouwend Nederland voorman. „Investeerders als institutionele beleggers en pensioenfondsen kunnen dan bij wijze van spreken morgen terug zijn, om met gemeenten en provincies de woningbouw vlot te trekken. Zij kunnen dan weer rendement maken op hun investering.”
Het stilvallen van de bouw is een veelkoppig monster, want er is ook nog sprake van oplopende kosten, de gestegen rente en de stikstofproblematiek. Visser is daar opmerkelijk genoeg wel voor doorgaan op het huidige pad. „We kunnen niet meer anderhalf jaar op onze handen zitten. De net gestarte aanpak piekbelasting moet doorgang vinden, ook onder een demissionair kabinet. Anders gebeurt er in de stikstofaanpak niets meer."
Visser is nu niet voor aanpassing van de stikstofregels. Met een realistischer uitstootnorm zou het hele bedrijfsleven toch voor langere tijd uit de brand zijn? „Los van juridische implicaties, kom je opnieuw in discussie met voor- en tegenstanders. Ik zie nu huizen en wegenbouw stilliggen, plus de hele energietransitie. We verwachten een daling van onze omzet in de bouw in 2024 en 2025, dat is een economisch en maatschappelijk drama. De politiek moet er voor zorgen dat de stikstofruimte naast de boeren ook voor andere bedrijfstakken wordt gebruikt.”
Treintje
Demissionair bouwminister Hugo de Jonge richt zich met de 1 miljoen woningen uitsluitend op plekken in binnensteden, waar nu bijvoorbeeld bedrijven gehuisvest zijn. Volgens Visser moet de mix anders: minder appartementen en meer huizen met tuinen. En daarbij is het zaak om zo veel mogelijk in gang te zetten, want er gaan ook altijd plannen niet door. „Alleen de focus op appartementen in binnensteden is niet slim, want het merendeel van de woonconsumenten zoekt een huis met een tuin. En als daar een starter naartoe doorstroomt, laat die zijn woning weer achter voor een nieuwe starter of koper. Zo breng je een treintje op gang, omdat één nieuwbouwwoning vier verhuizingen op gang brengt. En er liggen plannen voor het bouwen aan randen van de stad. Gemeenten moeten dat oppakken.”
De verwachting is dat de nieuwbouw volgend jaar terugzakt naar 64.000 woningen, terwijl er 100.000 per jaar nodig zijn. Snel opschalen is de enige remedie, aldus de Bouwend Nederland-voorman. „Wat je nu mist aan nieuwbouw, kun je niet zomaar het volgende jaar inhalen. We hebben capaciteit om 90.000 woningen per jaar te bouwen, het is niet zo dat we het jaar erop ineens 130.000 kunnen doen. Er ontstaat dus een boeggolf van uitgestelde nieuwbouw die je over jaren pas inhaalt. Nog los van of je het personeel houdt als er minder werk is. Er gaan nu nog geen bedrijven over de kop, maar de vraag is of dat zo blijft als er niets verandert.”