Gewoon wat informatie over de ontwikkelingen bij onze zuiderburen , zover is het bij ons nog niet maar zegt niet nooit.
Postbedrijven moeten hun netwerk van pakjesautomaten openstellen voor concurrenten, maar doen dat amper. Minister Petra De Sutter wil de postwet aanpassen om het delen van de infrastructuur vlotter te kunnen opleggen.
DHL dat zijn pakjes dropt in een pakjesautomaat van GLS, of Bpost dat retours ophaalt via de lockers van PostNL. Het kan al volgens de postwet, maar pakjesbedelers maken zelden tot nooit gebruik van de mogelijkheid.
‘In de wet staat dat postoperatoren moeten kunnen gebruikmaken van elkaars infrastructuur, ten voordele van de consument en om de concurrentie aan te moedigen’, klinkt het op het kabinet van minister van Post Petra De Sutter (Groen). ‘Maar postbedelers gebruiken het argument dat hun pakjesautomaten niet tot de postinfrastructuur behoren. Met een aanpassing van de postwet geven we expliciet aan dat dat wel zo is en dat ze die verplicht moeten delen.’ De aanpassing wordt vrijdag voorgelegd op de ministerraad.
De pakjesbedeler GLS maakt al gebruik van het een deel van de 800 pakjesautomaten van Bpost.
De verduidelijking moet ertoe leiden dat het BIPT, de waakhond voor telecom en postdiensten, spelers op de pakjesmarkt gemakkelijker kan opleggen hun automaten open te stellen voor andere. Het BIPT zal ook de factor duurzaamheid kunnen inroepen om de verplichting te beargumenteren. De postwaakhond wilde nog niet reageren op de wetswijzigingen omdat hij 'nog geen inzage heeft gekregen in de finale tekst'.
Volgens de postwaakhond telt Bpost een 800-tal pakjesautomaten en stelt het die open voor andere spelers. GLS, de pakjesbedeler die ontstond uit het Britse Royal Mail, maakt daar al deels gebruik van. Hoeveel het daarvoor betaalt aan Bpost 'maakt deel uit van commerciële onderhandelingen' en is daarom niet geweten. DHL Parcel heeft voor zijn lastmilelevering sowieso een overeenkomst met Bpost.
sluit
De Sutter hoopt consumenten er via de wetswijziging toe aan te zetten minder te kiezen voor thuislevering en meer voor ophalingen en retours via een automaat. ‘Dat is minder vervuilend dan een aankoop die tot aan de voordeur wordt gebracht, zeker in stedelijke gebieden’, zegt De Sutter. ‘Nu kunnen niet alle pakjes via een automaat verdeeld worden omdat niet alle spelers automaten hebben.'
Voor duurzaamheidswinst zijn wel voldoende automaten nodig. Volgens een studie van de VUB, die besteld werd door het kabinet van De Sutter, bengelt ons land onderaan in de ranking van het aantal automaten per inwoner. De Scandinavische landen en Polen tellen 5 tot 14 automaten per 10.000 inwoners. Bij de middenmoters, zoals Duitsland, het VK, Portugal en Spanje, zijn dat er 1 tot 2. België bevindt zich, samen met onder meer Nederland en Frankrijk, in de groep van landen met 0,5 automaten per 10.000 inwoners. Volgens het BIPT, dat meewerkte aan de studie, wordt in ons land momenteel amper 1 procent van alle pakketten bedeeld via automaten.
De meeste studies zijn het eens over de vraag of pakjesautomaten duurzamer zijn dan thuislevering. Een Franse studie leert dat leveringen in een pakjesautomaat gemiddeld 641 gram CO2 de wereld insturen. Dat cijfer loopt bij leveringen aan huis op tot gemiddeld 2.060 gram, ook al hangt het ervan af hoe de consument naar de automaat gaat: te voet of met de auto. Dat hangt dan weer af van waar de automaat staat, in stedelijke of ruraal gebied.
Uit de VUB-studie blijkt dat de externe kosten (de ecologische en maatschappelijke kosten die nu niet in de prijs van een pakje zitten vervat, zoals files, luchtvervuiling) van een levering aan huis bijna drie keer hoger liggen dan via een pakjesautomaat (0,66 euro versus 0,23 euro per pakje). Het duurzaamste ideaal is dat van één automatennetwerk dat alle postoperatoren delen.