Zorgen over exportrestricties ASML: hoe zit het precies?
Bert van Dijk
Nederland breidde deze week de maatregelen tegen export van chipmachines naar China uit. Het is de zoveelste aanpassing waar Nederlandse chipmachinemakers als ASML mee te maken hebben. Vijf vragen en antwoorden over hoe zij in een geopolitieke storm verzeild raakten.
In het kort
ASML wordt getroffen door complexe, steeds veranderende Amerikaanse en Nederlandse maatregelen tegen China.
De effectiviteit ervan is nog onduidelijk.
Tweede Kamerleden zijn bezorgd over de langetermijnimpact van deze exportbeperkingen.
1. Wat heeft Nederland precies aangescherpt?
Per 7 september 2024 geldt voor de export van meer soorten geavanceerde chipmachines een nationale vergunningplicht. ‘Geavanceerde halfgeleiders kunnen […] een belangrijke rol spelen in geavanceerde militaire toepassingen. Ongecontroleerde export van de productieapparatuur heeft gevolgen voor Nederlandse veiligheidsbelangen’, aldus het kabinet.
2. Waarom is de aanscherping nodig?
Hoewel China nergens expliciet wordt genoemd, is de maatregel vooral gericht op dat land. De Verenigde Staten zijn bezorgd over de snelle ontwikkelingen in China en vrezen dat het land met behulp van westerse technologieën de VS van de troon kan stoten als technologische wereldmacht. De VS zetten daarom bondgenoten als Nederland en Japan, waar hoogwaardige chipmachines worden gemaakt, onder druk om die machines niet meer te exporteren naar China.
3. Wat waren de maatregelen tot nu toe?
Dat is heel complex. Door het Wassenaar Arrangement, waarin een groot aantal landen in de wereld afspraken maakten over de export van gevoelige technologie, mocht ASML zijn meest geavanceerde machines al niet meer naar China exporteren. Het gaat om machines die met EUV-licht de kleinste onderdelen op een chip kunnen zetten. Daarna zijn ook andere, iets minder geavanceerde machines van ASML gaan vallen onder de maatregelen.
De complexiteit zit hem vooral in de groeiende lijst van apparatuur en technologieën die onder de vergunningsplicht zijn gaan vallen, en de bijbehorende licenties voor het verlenen van onderhoud en het leveren van reserveonderdelen. Daarnaast gelden er ook beperkingen voor de levering van apparatuur aan vijf specifieke chipfabrieken in China.
De snelle technologische vooruitgang bij chipmachinemakers, en de complexiteit van de technologie, maken dat beleidsmakers moeite hebben om de ontwikkelingen bij te houden. En daarmee helemaal te voorkomen dat geavanceerde technologie in China belandt.
‘Om de meest geavanceerde chips te maken, heb je drie verschillende technologieën nodig, waarvan lithografie (waar de machines van ASML op gebaseerd zijn, red.) er één is’, zegt Sanne van der Lugt, China-expert bij het Leiden Asia Centre.
‘Je hebt ook depositie nodig, waarmee je zo nauwkeurig mogelijk een laagje aanbrengt op de wafer, waar de chips op worden gemaakt. En je moet nog etsen: materiaal verwijderen van de wafer. Als je de meest geavanceerde depositie- en etstechnologie in handen hebt, kun je ook met minder geavanceerde lithografiemachines heel geavanceerde chips maken.’
Dat laatste is ook de reden dat de meest geavanceerde machines van het Almeerse ASM, dat depositiemachines maakt, ook onder het exportvergunningregime vallen.
Chipmakers kunnen echter ook processen met oudere chipmachines herhalen, waardoor ze toch heel geavanceerde chips kunnen maken. Het is dan weliswaar veel duurder, maar het eindproduct is bijna net zo goed. Dat beseft dringt steeds meer door en is de reden waarom de VS de exportbeperkingen steeds verder wil uitbreiden.
4. Hoe effectief zijn de maatregelen tegen China?
Dat is moeilijk vast te stellen, omdat China steeds minder naar buiten brengt over de impact van de maatregelen en de technologische vooruitgang die het land boekt. De introductie van een nieuwe smartphone van Huawei in 2023, waarin een zeer geavanceerde Chinese chip zit, suggereert dat China succesvol de nieuwste technologie kan blijven ontwikkelen.
Ook hebben de VS nooit een degelijke kosten-batenanalyse gemaakt van de exportbeperkende maatregelen, wat het land op veel kritiek van westerse en Japanse chipbedrijven is komen te staan. Door de maatregelen wordt de wereldwijd nauw aan elkaar verbonden chipindustrie uit elkaar getrokken, wat leidt tot hogere kosten.
‘De pogingen om Chinese bedrijven op een willekeurig technologieniveau te bevriezen, brengt dit onvermijdelijke gevolg met zich mee’, zegt Paul Triolo, China-expert bij het Amerikaanse Albright Stonebridge Group. ‘Het beleid wordt gemaakt door ambtenaren die de complexiteit van de toeleveringsketens in de chipindustrie niet begrijpen, net als de schade die wordt veroorzaakt door beleid dat geen grondige kosten-batenanalyse heeft ondergaan.’
5. Wat betekent dit voor ASML?
De jongste maatregel van Nederland is vooral een technische aanpassing, zonder financiële gevolgen. Maar met ongeveer de helft van de omzet uit China, is ASML wel kwetsbaar voor toekomstige maatregelen. Dat is ook de zorg van een aantal Tweede Kamerleden. Zo heeft GroenLinks-PvdA Kamervragen gesteld over mogelijke tegenmaatregelen van China.
Anderen willen dat het kabinet de beperkende maatregelen niet zomaar blijft opschroeven. ‘Ik weet niet zeker of het kabinet wel doorheeft wat de strategische waarde is van ASML’, zegt Laurens Dassen, fractievoorzitter van Volt. Hij heeft vragen gesteld aan minister Reinette Klever voor Buitenlandse Handel naar aanleiding van de aangescherpte maatregelen. ‘We moeten ons er in Nederland van bewust zijn dat de belangen van de VS en die van Europa niet altijd gelijklopen. Hoe voorkomen we dat we in deze strijd tussen de VS en China de dupe worden?’
‘Exportcontroles zijn bedoeld om ervoor te zorgen dat producten niet gebruikt worden voor militaire doeleinden, mensenrechtenschendingen of risico’s voor de nationale veiligheid. Niet voor economische doeleinden. We moeten goed kijken hoe we ervoor zorgen dat we voldoende geld blijven verdienen om te investeren in onderzoek en ontwikkeling. Dat gebeurt met de oudere machines van ASML. Dat is de cashcow. Daar wordt het geld verdiend om nieuwe machines te kunnen maken’, aldus Dassen. ‘Ik wil van het kabinet weten hoe ze die afweging maakt.’
China’s strategieChina was decennialang afhankelijk van het buitenland voor computerchips. Het land gaf meer uit aan de import van halfgeleiders dan aan olie. Met de economische ontwikkeling van China is het land aan een transformatie begonnen: van een land dat spullen voor de rest van de wereld maakt, naar een land dat zelf hoogwaardige technologische producten bedenkt en maakt. Technologie en innovatie zijn daarvoor cruciaal. Chips zijn essentieel voor belangrijke militaire toepassingen als gevechtsvliegtuigen, drones en raketten. Tegelijkertijd vragen de snelle ontwikkelingen rond kunstmatige intelligentie om steeds krachtiger chips en bevatten elektrische auto’s, laadpalen en windturbines ook steeds meer chips. China wil daarom minder afhankelijk worden van de rest van de wereld. Het wil meer chips zelf produceren, maar ook in de rest van de waardeketen (productiemachines, chipontwerp, intellectueel eigendom en verpakking) een groter marktaandeel opbouwen. Via grote staatsinvesteringen in onderzoek en ontwikkeling en innovatie, onder andere via het zogeheten Big Fund, probeert Peking een eigen geavanceerde chipindustrie op te bouwen. Tegelijkertijd bouwt China tientallen chipfabrieken om minder geavanceerde chips te maken, die noodzakelijk zijn voor belangrijke toepassingen in de industrie, de energiesector en de transportsector, in eigen land en in de rest van de wereld.