Strijd om ABN Amro zaak van kansrekening
02 Jun 07, 08:00
door Rien Meijer
AMSTERDAM (DFT) - Het meeslepende overnamegevecht om ABN Amro is stilaan een zaak voor rekenmeesters en statistici geworden. Het langverwachte bod van het consortium van Royal Bank of Scotland (RBS), Fortis en Banco Santander, afgelopen dinsdag, heeft daarin geen verandering gebracht. Belangrijkste onbekenden: komen Bank of America (BoA) en RBS er onderling uit over de verdeling van LaSalle en – zo niet – wat beslist de Hoge Raad over de verkoop van deze de Amerikaanse ABN-dochter?
In feite moeten alle recente speculaties in de bankenstrijd tegen de achtergrond van deze twee vragen gezien worden. Om met de eerste vraag te beginnen: de onderhandelingen tussen Bank of America, dat LaSalle in een ware bliksemtransactie in april voor $21 miljard bij ABN Amro wist los te weken, en de Schotse rivaal (die de bank ook maar wat graag wil overnemen) werden begin deze week gestaakt, maar zouden daarna weer snel zijn hervat. Een eventueel akkoord, door Theodoor Gilissen-analist Gert-Jaap Kraan in een zogeheten kansboom ingeschaald op 30%, haalt in elk geval de dreiging van een forse schadeclaim van BoA weg.
Dat is goed nieuws voor het consortium, dat zich vervolgens kan richten op het inlijven en verdelen van de rest van ABN Amro. Het is ook gunstig voor aandeelhouders en bestuurders van ABN Amro, die natuurlijk helemaal niet op (hoofdelijke) claims uit de VS zitten te wachten. Maar dat ABN Amro er bij de kemphanen op heeft aangedrongen vooral vaart te maken met hun besprekingen, zoals zakenkrant Financial Times gisteren meldde, lijkt niet erg logisch. Een Schots-Amerikaans akkoord over LaSalle verkleint immers de kansen van een overname door het Britse Barclays, waaraan ABN Amro zelf steeds de voorkeur heeft gegeven. Of dat zo blijft, ook na het hogere bod van het consortium, wordt momenteel nog door de bank onderzocht.
Bovendien zal BoA noch RBS veel aansporing nodig hebben. Beide banken weten heus wel dat als zij er onderling níet uitkomen, zij overgeleverd zijn aan de grillen van de Hoge Raad. Die doet naar alle waarschijnlijkheid vóór het zomerreces uitspraak over de vraag of de verkoop van LaSalle alsnog aan de aandeelhouders van ABN Amro moet worden voorgelegd. De Ondernemingskamer oordeelde in april van wel, maar zowel Bank of America als ABN Amro vocht die uitspraak aan bij de Hoge Raad. De uitkomst van deze unieke zaak is echter hoogst onvoorspelbaar, vindt ook Kraan, die het in zijn kansboom dan ook houdt op ’fiftyfifty’.
Niet echt een kans waarbij serieuze financiële instellingen zich erg senang voelen. Maar dat geldt ook voor Barclays, dat ervan uitging na de verkoop van LaSalle aan BoA met de rest van ABN Amro aan de haal te gaan. „Als de LaSalle-deal terug naar de aandeelhouders gaat, is de kans vrij groot dat zij tégen de verkoop zullen stemmen”, schat analist Kraan in. En dus impliciet vóór het bod van het consortium, dat immers enkele euro’s hoger én grotendeels in cash is.
De Britten doen er dan ook goed aan een ’plan B’ achter de hand te houden. Hun bod, nu nog alleen in eigen aandelen, voorzien van een cashcomponent bijvoorbeeld. Er hoeven dan minder nieuwe aandelen te worden uitgegeven, wat de koers van Barclays – en daarmee de hoogte van het bod – omhoog zou moeten helpen. Een andere mogelijkheid is het bod verhogen. Maar het enige dat zo’n stap naar de kritische aandeelhouders kan rechtvaardigen, is meer synergievoordelen dan de €3,5 miljard die in april werd gemeld. Bij de presentatie van de eerstekwartaalcijfers zei Barclays-topman John Varley al die €3,5 miljard te gaan overtreffen. Kraan komt in zijn berekeningen tot €700 miljoen extra, wat per aandeel neerkomt op 35 cent. Maar hoe groot de kans is dat dát de ABN Amro-aandeelhouder over de streep zal trekken?