Israël, een wonder van God
Volgens David kan alleen de dwaas in zijn hart zeggen: "Er is geen God" (Ps. 14:1). Er zijn namelijk zoveel Godsbewijzen, die tot geen andere conclusie kunnen leiden dan dat God werkelijk bestaat. Denk alleen al aan de schepping: het wonder van de opeenvolgende seizoenen, de planten- en dierenwereld, het menselijk lichaam, het planetenstelsel enzovoorts. Het is een fantastisch raderwerk, waar alles in zo'n geordende samenhang functioneert dat David in Psalm 19 uitroept: "De hemelen vertellen Gods eer en het uitspansel verkondigt het werk Zijner handen". Met die grootheid van Gods schepping in gedachten zegt Paulus: "Want hetgeen van Hem niet gezien kan worden, zijn eeuwige kracht en goddelijkheid, wordt sedert de schepping der wereld uit zijn werken met het verstand doorzien.." (Rom. 1:20).
De Bijbel bewijst een Goddelijke Auteur
Naast de schepping hebben we ook de Bijbel als tastbaar bewijs van de levende God. Boven ruimte en tijd verheven openbaart God daarin Zijn wezen in samenhang met Zijn schepping. Is er een boek ter wereld dat zich ook maar in één enkel opzicht met de Bijbel zou kunnen meten? Elke bladzijde toont het watermerk van Zijn Goddelijke auteurschap. Kijk alleen maar naar de wetten die de Here aan Israël heeft gegeven. Ze vormen het bewijs dat de Bijbel de ontwikkeling van de medische wetenschap duizenden jaren vooruit was. Zo hebben de spijswetten het volk bewaard voor gevaarlijke ziektekiemen die onreine dieren bij zich dragen; de reinigingswetten hebben zorggedragen voor de hygiëne die het volk vrijwaarde van allerlei ziekten; zelfs door het verbondsteken, de besnijdenis hebben Joodse vrouwen negen keer minder kans op baarmoederhalskanker dan andere gehuwde vrouwen. En op de achtste dag, waarop volgens de wet de besnijdenis van een jongetje moet plaatsvinden, blijkt het stollingsmechanisme zich zelfs tot 110 procent van de normale waarde te hebben ontwikkeld, zodat ‘de operatie' zonder levensgevaar verricht kan worden. Volgens een in 1997 verschenen hoofdartikel van ‘The New England Journal of Medicine' is aangetoond dat vaak terugkerende urineweginfecties, met als gevolg mogelijke beschadiging van de nieren, bij niet-besneden jongens twaalf maal zoveel voorkomen als bij wel-besneden jongens. Het risico om op latere leeftijd kanker aan genitaliën te krijgen is bij niet-besneden mannen ongeveer 1 op 500 terwijl dit bij wel besneden mannen 1 op 50.000. Vrijwel alle seksueel overdraagbare aandoeningen, inclusief de HIV-infectie (de veroorzaker van aids) treden meer op bij mannen, die niet zijn besneden. Hoewel bij ons de besnijdenis geen primair therapeutische doel heeft, zijn er wel degelijk vele preventieve voordelen aan verbonden.
En wat te denken van de profetie? De Bijbel is het enige Boek ter wereld dat de toekomst beschrijft als ware het reeds geschiedenis. De betrouwbaarheid ervan is af te meten aan de talloze profetieën die reeds in vervulling zijn gegaan. Ruim 300 profetieën werden tot in de kleinste details vervuld tijdens de eerste komst van de Here Jezus. Profetieën die duizenden Joden de eeuwen door tot inzicht brachten dat Jezus van Nazareth wel de Messias moet zijn.
Het volk Israël bewijst de God van Israël
Maar er is nog een bijzonder Godsbewijs. Was het bij Voltaire de schepping die hem tot erkenning van de Schepper bracht - hij zei: "De wereld brengt me in verlegenheid, en ik kan me niet voorstellen dat deze klok bestaat terwijl er geen klokkenmaker zou zijn" - bij Frederik de Grote van Pruisen waren het de Joden die hem in verlegenheid brachten. Van hem is bekend dat toen hij zijn hofprediker spottend de vraag stelde: "Geef me een bewijs dat er een God is?", deze eenvoudig antwoordde: "De Joden, Majesteit".
Zowel het ontstaan als het voortbestaan van Israël is een niet te weerleggen Godswonder. Na 2500 jaar van wereldwijde verstrooiing zijn zij niet geassimileerd, wat bij andere volken binnen één of twee generaties wel gebeurt. Ondanks alle pogingen tot uitroeiing is het volk met grote vitaliteit onder ons en levert het bijzondere bijdragen op alle terreinen van de wetenschap, kunst en cultuur. Denk aan mannen als Einstein, Spinoza, Marx, Freud, Pascal, Newton, Karl Landsteiner, de Oostenrijks arts die in 1901 de bloedgroepen ontdekte, enz. De meeste Nobelprijzen zijn trouwens aan Joden uitgereikt. Meer dan 150 Joodse wetenschappers kregen sinds 1901 deze prestigieuze prijs. Als we bedenken dat Joden zo'n kwart procent van de totale wereldbevolking vertegenwoordigen, is dat kwart procent dus goed voor 20 procent van de Nobelprijzen!
Is het daarbij niet onvoorstelbaar hoe zij sinds de oprichting van de staat Israël in 1948, ondanks voortdurende oorlogsdreigingen en pogingen om hen van de kaart te vegen, een dor land tot leven hebben weten te wekken; dat zij in staat zijn geweest om enkele miljoenen immigranten uit alle delen van de wereld op te vangen, huisvesting en werk te geven; hoe zij ondanks al die verschillende talen, culturen, levensbeschouwingen, een redelijk homogene samenleving met een democratische staatsinrichting hebben kunnen ontwikkelen en last but not least... hoe een dode taal, Hebreeuws, weer tot leven is gekomen?
Israël leeft en zal leven omdat de God van Israël leeft. Als Schepper, Formeerder, Verlosser en Bewaarder van Zijn volk, staat de Here Zelf voor hun toekomst garant. Luister maar wat de HERE Zelf zegt:
"Maar nu, zo zegt de HERE, uw Schepper, o Jakob, en uw Formeerder, o Israël: Vrees niet, want Ik heb u verlost, Ik heb u bij uw naam geroepen, gij zijt Mijn. Wanneer gij door het water trekt, ben Ik met u; gaat gij door rivieren, zij zullen u niet wegspoelen; als gij door het vuur gaat, zult gij niet verteren en zal de vlam u niet verbranden. Want Ik, de HERE, ben uw God, de Heilige Israëls, uw Verlosser." (Jes. 43:1-3).