Uit het NRC van vandaag (maar dat hadden jullie natuurlijk ook zelf al gelezen).
==================
Een nieuw laboratorium en grotere auto’s
[afbeelding]
Door onze redacteur Philip de Witt Wijnen | pagina 30 - 31
Bij het begin van het nieuwe beursjaar volgen op deze pagina enkele aansprekende bedrijven die in de afgelopen jaren van de Amsterdamse beurs verdwenen. Hoe ging het verder? Vandaag: biotechbedrijf Crucell.
Van universiteitslab tot groot farmacieconcern
De naam Crucell staat voor ‘cruciale cellen’. Het zijn de zogenoemde PER.C6-cellen – menselijke cellen die door de toevoeging van een stukje DNA uit een virus onsterfelijk zijn gemaakt. Grondlegger Dinko Valerio, destijds hoogleraar gentherapie, ontwikkelde ze begin jaren negentig op de Universiteit Leiden. Met deze technologie wist Crucell grote hoeveelheden vaccins en medische eiwitten te ontwikkelen, ter preventie van allerhande besmettelijke ziektes, zoals tuberculose, influenza tot hiv. In 2010, het laatste jaar als zelfstandig bedrijf, boekte het met 1.400 medewerkers een omzet van een kleine 330 miljoen euro.
Voor trouwe beleggers in het Leidse biotechbedrijf Crucell had het miljardenbod dat het grote Amerikaanse farmacieconcern Johnson & Johnson eind 2010 uitbracht iets controversieels.
Ja, het was financieel gezien een interessant bod. De Amerikanen boden 24,74 euro per aandeel en dat lag bijna 70 procent hoger dan de gemiddelde beurskoers in de voorafgaande twaalf maanden. Maar had het management van Crucell sinds de beursgang in 2000 niet steeds om geduld van de beleggers gevraagd? De ambitie van het bescheiden bedrijf uit het Leidse Bio Science Park, een spin off van de belendende universiteit, was om op eigen houtje vaccins te ontwikkelen tegen verschillende besmettelijke infectieziekten.
Maar nadat Johnson & Johnson in september 2009 een belang van bijna 18 procent in Crucell had genomen, leek de directie de ooit beoogde zelfstandigheid te hebben laten varen. Een jaar later bood Johnson & Johnson iets meer dan 2 miljard euro op de resterende 82 procent van de aandelen. Dat bod werd direct door bestuurders en commissarissen omarmd. Het topmanagement van Crucell beschikte zelf over een omvangrijk optie- en aandelenpakket, dat minimaal 35 miljoen euro waard was. Na licht verzet van enkele beleggers, gingen de aandeelhouders in februari 2011 overstag: Crucell werd van de beurs gehaald.
Ook de ondernemingsraad had destijds kritische vragen. Pieter Rijken, nog altijd voorzitter: „Wij wilden garanties op het gebied van werkgelegenheid, onze autonomie en onze cultuur.” Die cultuur was van belang, want Crucell was sinds de oprichting altijd een beetje een rebellenclub geweest: een dynamisch bedrijf waar het ondernemerschap werd gestimuleerd. Zou dat onder Amerikaanse hoede niet snel zijn afgelopen?
En zou Crucell überhaupt wel kunnen blijven bestaan? Het schrikbeeld was Organon, de pillendochter van AkzoNobel. Niet lang na verkoop aan het Amerikaanse Schering-Plough in 2007 werd de fabriek in Oss gesloten.
OR-voorzitter Rijken is tot nu toe niet in de nieuwe eigenaar teleurgesteld. „Johnson & Johnson heeft veel in ons geïnvesteerd, zowel in mensen als in infrastructuur. Er werken nu zo’n 1.630 mensen in Leiden. In 2010 waren dat er ruim 1.400. En een deel van ons laboratorium is compleet vernieuwd.” Rijken, zelf verantwoordelijk voor de afdeling Formulation Development (die zich bezighoudt met het stabiel maken van de werkzame stoffen in vaccins), kon in de afgelopen twee jaar zijn afdeling meer dan verdubbelen. Hoewel de „transitie” nog niet is afgerond, heeft Johnson & Johnson volgens Rijken geen plannen om banen in Leiden te schrappen, laat staan de activiteiten af te bouwen.
Volgens een voormalig manager, die voor dit verhaal anoniem wil blijven, heeft Johnson & Johnson zeker wél gesneden in de kosten. „Wat sceptici destijds al vreesden is dat er flink het mes is gegaan in marketing en verkoop. Dat is volledig om zeep geholpen. Johnson & Johnson heeft kennelijk alleen aandacht voor de eigen merken, geneesmiddelen met een hoge marge en niet voor de vaccins van Crucell waarop veel minder te verdienen valt.”
Opvallend verschil met de periode vóór de overname is het management. De toenmalige directie en de subtop zijn bijna allemaal vertrokken. Inmiddels lopen er veel Belgen rond, afkomstig van Janssen Pharmaceutica – al jaren een Belgische dochter van Johnson & Johnson.
De oud-manager zag nog een opmerkelijke verschuiving: „Vanuit Amerika kwamen er personeelsmanagers langs om te zeggen dat de salarisniveaus moesten worden aangepast aan die van de grote concerns.” Dat bevestigt OR-voorzitter Rijken. „Vooral op secundaire arbeidsvoorwaarden is iedereen erop vooruitgegaan, met name in vakantiedagen.”
Toch vertrok de oud-manager uit onvrede. „Ik ging weliswaar 20 procent meer verdienen, maar er viel niet veel meer te lachen. Ik was gewend als zelfstandig manager te opereren en nu werd ik een klerk bij een kleine dochtermaatschappij. Crucell is natuurlijk maar een vlekje op de winst- en verliesrekening van Johnson & Johnson. Daar had ik geen zin in.” Voor andere werknemers die kritisch zijn of waren op de nieuwe aandeelhouder moet het omvangrijke optieprogramma van destijds troost hebben geboden. OR-voorzitter Rijken: „Niet alleen de directie, maar ook veel werknemers hebben goed verdiend aan de overname. In 2011 zag ik ineens veel nieuwe auto’s op de parkeerplaats staan.”