Het is vijf voor twaalf voor biotechnologie
Wim Huppes
maandag 08 augustus 2011, 00:00
update: maandag 08 augustus 2011, 15:11
Moleculair genetisch onderzoek bij KeyGene in Wageningen.
In 2010 waren er 329 biomedische organisaties met een jaarlijkse omzet van € 20 mrd en 25.000 werknemers. Nederland heeft in de wereld een toppositie in research (vierde plaats), patentposities (vijfde plaats) en belang van research (achtste plaats). Maar met het overheidsbeleid voor de ontwikkeling van geavanceerde biotechnologie gaat het minder goed (24ste plaats).
Als percentage van het bruto binnenlands product zijn onze overheidsinvesteringen in biotechnologiebedrijven de laagste ter wereld geworden. Hiermee samenhangend zijn de private investeringen gering, dit kapitaal is immers afhankelijk van overheidsinvesteringen. Het kabinet wil per 2012 de investeringen in de biotechnologie geheel stoppen en die gelden verleggen naar het ambtenarenapparaat van vijf ministeries en zestig overheidsinstituten die de zorgplaneconomie beheren.
Van de 329 biotechnologiebedrijven zijn er 150 start-ups met 5 medewerkers of minder. Zij zijn afhankelijk van extern kapitaal en zullen de subsidiestop niet overleven. Een paar grote bedrijven, zoals Philips Healthcare, leveren nu nog 80% van de omzet in de Nederlandse biotechnologie, maar zijn bezig hun bedrijvigheden naar het buitenland te verplaatsen. Dit jaar gingen MSD-Organon en Philips-Duphar verloren.
Goede regelgeving
Een gezonde biotechnologie sector vereist niet alleen een betrouwbaar investeringsbeleid van de overheid, maar ook goede regelgeving. Deze is noodzakelijk om innovaties als verzekerde zorg geaccepteerd te krijgen.
Het kabinet wil hierop inspelen door veel subsidiegeld te steken in een nieuw instituut voor de zorg: het Nationaal Audit Instituut. Dit instituut zou in een belangrijke behoefte van biotechnologie bedrijven voorzien door de zorgresultaten te meten. Maar ondanks miljoenen en vier jaar voorwerk is er nog geen concreet spoor van een resultatensysteem te vinden en wordt de regelgeving op geen enkel punt aangepast.
Resultaten meten
Toch zou verbeterde regelgeving het interessant maken om resultaten te meten. Zo zouden de gecontroleerde databases van biotechnologiebedrijven tegen gering hogere kosten ook de resultaten van de standaardgeneesmiddelen uit de overheidsrichtlijnen kunnen meenemen bij het onderzoek naar nieuwe medicijnen.
Sinds de oprichting in 1986 heeft bijvoorbeeld het Centre for Human Drug Research (CHDR) in Leiden de werking van honderden nieuwe geneesmiddelen in de mens getest. De winst werd geïnvesteerd in meettechnologieën die op wereldschaal competitief zijn. CHDR is een sterk bedrijf dat vooroploopt in onderzoeksmethoden voor geneesmiddelen in de mens en kan zonder subsidies concurreren in de kennisintensieve eerste testfasen. Helaas vindt het lucratieve, grote vervolgonderzoek altijd plaats in het buitenland.
Wim Huppes is internist te Hilversum.