FD:
Grontmij ziet in Nederland blijvend minder opdrachten
Ingenieursbureau Grontmij richt zich voortaan in Nederland op grote integrale projecten.
Dat zegt Ton de Jong, directeur van Grontmij Nederland. ‘Het volume van de Nederlandse markt blijft kleiner. We kunnen blijven mekkeren, maar de winnaars zijn die bedrijven die innovatie kunnen vertalen naar concrete opdrachten’, aldus De Jong, die het adviesbureau uit De Bilt in rustiger vaarwater moet krijgen, na roerige jaren als gevolg van de economische crisis.
Een forse tik gehad
‘We zien licht aan het eind van de tunnel’, zegt De Jong, hoewel dit nog niet uit de cijfers van het eerste kwartaal blijkt. De omzet in Nederland daalde met 5%, van €?55 mln naar €?52 mln. De winst voor aftrek van renten, belastingen en afschrijvingen van immateriële activa (ebita) daalde voor Nederland zelfs van €?2 mln naar €?1 mln, als gevolg van reorganisatiekosten.
‘Dit jaar zie ik als een transitiejaar voor de Nederlandse vestiging, want we hebben de afgelopen tijd natuurlijk een forse tik gehad’, aldus de voormalige consultant. ‘We proberen scherper te opereren en richten ons op opdrachten met een hogere marge. Ik verwacht wat dat betreft betere resultaten.’
Groei in niches
Het ingenieursbureau uit De Bilt richt zich op water, energie, infrastructuur, duurzame gebouwen en rail. Er is wel degelijk groei te vinden in niches, bijvoorbeeld in de opgave om het hoogspannings- of gasnet te onderhouden, aldus de Grontmij-directeur.
Andere groeimarkten zijn mobiliteit, als gevolg van gedragsverandering en technologische toepassingen, en omgevingsmanagement. Andere adviesbureaus storten zich ook op deze markten, waarbij De Jong een voorsprong voor Grontmij ziet door het netwerk in Nederland. ‘We kennen iedere vierkante meter van ons land.’
Consolidatie
Een verdere consolidatie van de Nederlandse ingenieursmarkt ziet De Jong voorlopig niet. Ook concurrenten als Arcadis en Royal HaskoningDHV hebben het moeilijk op de Nederlandse markt. Daarbij is Grontmij bescheiden actief in opkomende markten, wat voor sommige concurrenten een oplossing is om Nederlands personeel tijdelijk te detacheren.
‘Ik denk dat er een weinig heilzame werking uitgaat van consolidatie’, zegt De Jong, die wel toegevoegde waarde ziet in samenwerken. ‘Soms concurreren we en soms werken we samen als we expertise kunnen bundelen, zoals we doen bij de opdracht voor de waterkering in Jakarta en bij het project Oosterweel bij de ring van Antwerpen.’