vervolg:
'Het anti-westerse gevoel kan twee kanten op gaan', meent Pikajev. 'Het kan Rusland samensmeden en een eenheid creëren waar het tot nu toe aan heeft ontbroken. Dat kan een basis zijn om de hervormingen voort te zetten, zij het op onze eigen, Russische manier. Maar het kan Rusland ook fataal worden. Het kan leiden tot een nieuw, dictatoriaal regime. De overeenkomst tussen Weimar-Duitsland in de jaren dertig en het Rusland van nu zijn voor iedereen duidelijk: een verslagen natie, de economische crisis, het gevoel van vernedering. Jeltsin voldoet uitstekend in de rol van Hindenburg, en de Hitlers hebben we voor het uitkiezen.'
Wie wil begrijpen waar dat gevoel van vernedering vandaan komt, moet ophouden Rusland door de ogen van Westerse politicologen en economen te bekijken. Het is in het Westen gemeengoed te denken dat Rusland op weg is van het communisme naar de democratie. De overgangstijd is misschien moeilijk, maar noodzakelijk, en aan het eind ervan ligt welvaart voor allen in het verschiet. Ook wordt in het Westen algemeen gedacht dat de hervormingen maar het best zo radicaal mogelijk kunnen zijn, dan duurt de overgang korter. En als de Russen zelf de politieke moed niet kunnen opbrengen voor de zogenaamde schoktherapie, dan moet het Westen hen - in hun eigen belang! - daartoe dwingen.
De meeste Russen zien dat anders. Verval, ineenstorting, afbraak - die woorden schieten hun te binnen als je vraagt of ze de toestand van het land kunnen beschrijven. In de Russische kranten duikt telkens weer de verwijzing op naar het begin van de 17de eeuw, de Tijd der Tegenspoed, toen Rusland na de dood van alleenheerser Ivan de Verschrikkelijke werd geteisterd door anarchie, ruziënde troonpretendenten, en de ene na de andere invasie uit het Westen.
Probeer de hervormingen door de ogen van de Russen te bekijken. Je ziet de door-en-door corrupte machthebbers, die zich onder het mom van privatisering de paar lucratieve staatsbedrijven en de bodemschatten hebben toegeëigend. Je ziet ook de armoede, zelfs in Moskou, waar meisjes uit de provincie tippelen langs de Tverskaja-boulevard en oorlogsinvaliden zitten te bedelen in de metro.
Zeventig procent van de bevolking leeft op of onder het absolute minumum. De gemiddelde Russische man wordt door de slechte voeding, de ineenstorting van de gezondheidszorg en alcoholisme niet ouder dan 58 jaar. Ruilhandel heeft de plaats ingenomen van de geldeconomie. Veel fabrieken liggen stil, en ingenieurs, ambachtslieden en arbeiders zijn veranderd in keuterboertjes die aardappelen telen op een lapje grond buiten de stad om hun families te eten te geven.
Veel Russen hoopten dat de moeilijkheden tijdelijk zouden zijn. Toen ging de roebel in augustus ten onder, en stortten de valutahandel, de aandelenmarkt en uiteindelijk het hele bankwezen als een kaartenhuis in elkaar. De Russen die van de hervormingen hadden geprofiteerd - de opkomende middenklasse in de grote steden -, werden zwaar getroffen. Tienduizenden raakten in een klap hun baan en spaargeld kwijt.
Weg hoop. De toestand is gestabiliseerd, maar het geloof in hervormingen is verdwenen. Geen wonder dat Brezjnjev in de opiniepeilingen als de beste Russische leider van deze eeuw uit de bus komt, en je overal radio Retro hoort, een station dat alleen Sovjet-smartlappen uitzendt.
'Als het in feite achteruitgang is, waarom noemen we het dan hervormingen?', valt de Amerikaanse Rusland-deskundige Stephen Cohen de Russen bij in een artikel in Post-Soviet Affairs. Hij hekelt de arrogantie van zijn collega's die veronderstellen dat Rusland op weg is naar de Amerikaanse way of life. 'Een onbetamelijke uiting van Koude Oorlogs-triomfalisme.'
De Russen geven de internationale financiële instellingen en de politici die het Westerse hervormingsbeleid hebben doorgevoerd, de schuld van de crisis. Een meerderheid wil dat Rusland geen dollars meer leent, kome wat komen moge, en sommige communisten maken duistere toespelingen op joodse financiers in Wall Street. Veel Russen vermoeden dat de Amerikanen er ondanks alle mooie woorden op uit zijn de rest van de wereld hun wil op te leggen. De aanval op Joegoslavië is voor hen het bewijs wat er gebeurt met landen die zich daartegen proberen te verzetten. Vandaar dat je in de demonstraties tegen de NAVO steeds dezelfde leuze ziet: 'Gisteren Bagdad, nu Belgrado, morgen Moskou.'
We gaan in de richting van een nieuwe Koude Oorlog, denkt Sergej Kolmakov, internationaal expert van de liberale Politika-denktank. 'De Russische politieke klasse ziet de NAVO als een agressieve militaire organisatie die nieuw gebied, nieuwe invloedssferen wil veroveren.' Zijn voorspellingen zijn niet erg bemoedigend. 'Rusland zal zijn militaire strategie herzien, meer geld aan Defensie uitgeven, wapenbeheersingsverdragen herzien, en na het aftreden van Jeltsin nucleaire wapens plaatsen in Wit-Rusland.'
Er zijn genoeg militairen die het graag zouden opnemen tegen het Westen. Luitenant-generaal Viktor Tsjetsjevatov, de commandant van de Russische troepen in het Verre Oosten, liet een grootscheepse oefening houden om de paraatheid van zijn troepen te demonstreren. Terwijl de Mig-straaljagers overscheerden en ontploffende granaten de heuvels omploegden, verklaarde de generaal voor de tv-camera's dat hij de president zou verzoeken hem en de soldaten onder zijn bevel naar Joegoslavië te sturen.
Maar veel van het wapengekletter is theater. Joelia Latjanina schreef in de Moscow Times dat het bombardement op Joegoslavië een prachtcadeau is voor de Russische autoriteiten: 'Rusland heeft de kans een virtuele oorlog te voeren, een die alleen positieve kanten heeft.' De natie is verenigd, de verhalen over corruptie en het dreigend bankroet zijn naar de achtergrond verdwenen, en er hoeft geen Rus voor te sneuvelen. 'Wij vechten niet. Zij komen thuis in zinken kisten, wij niet. Wij zien de oorlog op tv, veilig en comfortabel.'
De protesten tegen de NAVO-bombardementen zijn een gelegenheid om stoom af te blazen. De Russen mogen boos zijn op het Westen, in een confrontatie heeft volgens de opiniepeilingen bijna niemand zin. Sterker, veel Russen geloven nog in democratie en de vrije markt, maar ze willen wel de kans krijgen die zelf vorm te geven. 'We willen best naar de Verenigde Staten luisteren, maar niet voorgeschreven krijgen wat wel en wat niet goed voor ons is', zegt Natasja Soldatova.
Ze studeert aan het Staatsluchtvaartinstituut dat begin dit jaar gestraft werd met Amerikaanse sancties omdat het rakettechnologie zou hebben geleverd aan Iran. 'De Amerikanen hebben enorm veel bereikt op politiek, economisch en wetenschappelijk gebied. We kunnen van ze leren, maar het is fout alles te kopiëren. Rusland is anders en moet zijn eigen weg zien te vinden.'
Hoe die weg eruit zal zien, durft niemand te voorspellen. Toen president Jeltsin in 1996 een speciale commissie instelde om een 'nationaal idee' te vinden, bleek Rusland te diep verdeeld, en geen van de voorstellen beklijfde. Sindsdien lijkt er een nieuwe consensus te zijn ontstaan, zegt Andrej Pikajev van de Carnegie Foundation. 'Rusland is anders dan het Westen. Rusland is Rusland.'"