Den Haag - De bouw komt uit een lange traditie van weinig verantwoordelijkheid, initiatief of risico, maar is in de periode van ‘markt, tenzij’ volledig doorgeslingerd naar de andere kant van het spectrum. “De kunst is nu om in het midden uit te komen.”
Die sprong in het diepe viel grotendeels samen met de economische crisis, waardoor de markt onverantwoorde risico’s naar zich heeft toegetrokken en nu met de brokken zit, geeft topman Rob van Wingerden van BAM zijn visie op de huidige markt. De sector worstelt met veel ‘oud gedrag’ in een ‘nieuwe wereld’. Het is een gigantische stap om te komen van een enkelvoudige inspanning op korte termijn (klassiek bestek), naar het garanderen van een geïntegreerde prestatie op lange termijn (dbfm).
Deze transitie naar nieuwe contractvormen en de crisis is naar zijn oordeel een “gevaarlijke cocktail” gebleken, waarin de risico’s niet in verhouding staan tot de marges.
De rekening komt volledig op het bordje van de markt en dat geeft een bittere nasmaak. “Het gaat niet allemaal fout, maar als het fout gaat, gaat het echt fout. En er gaat te veel fout, omdat het in de kern niet goed zit.”
Een situatie die in zijn ogen niet lang kan voortduren en waar op korte termijn links om of rechts om een correctie zal plaatsvinden. De tijd van beleefd luisteren en standpunten uitwisselen is wat hem betreft voorbij. “Ik praat niet in termen van verwijten of schuld, maar het primaat ligt bij de uitvragende partij. De regie ligt bij de overheid. We moeten met elkaar in gesprek en niet over elkaar. Maar de opdrachtgever bepaalt uiteindelijk de uitvraag in een markt waar veel afhankelijkheid is van die ene klant.” Van Wingerden hoopt op tijdig ingrijpen van minister Schultz en topman Dronkers van Rijkswaterstaat, maar het alternatief is dat de markt keihard corrigeert en er partijen zullen omvallen.
Wachten op de Marktvisie van Rijkswaterstaat die zal inzetten op nieuwe marktverhoudingen duurt in zijn ogen veel te lang, want uitgerekend komend jaar staan er een twintigtal grote projecten op stapel waar de sector en ook BAM graag voor wil inschrijven, maar stuk voor stuk enorme risico’s met zich meebrengen die opnieuw bij de markt zullen komen.
“We vragen elkaar nu een goed antwoord op de verkeerde vraag en gaan allemaal hard aan de slag met een onbevredigend eindresultaat tot gevolg. De tenders duren te lang, de tenderkosten zijn te hoog en het risicoprofiel is volledig uit balans”, somt Van Wingerden de grootste grieven op. Geluiden uit de markt die allesbehalve nieuw zijn, maar weinig gehoor vinden bij opdrachtgevers.
‘Onwerkbaar’
“Het is bijvoorbeeld al lastig voor de markt om het risico voor vergunningen te dragen, maar het wordt onwerkbaar als ambtenaren wordt geïnstrueerd vooral niet mee te werken bij zo’n aanvraag, vanwege het risico op claims vanuit de markt. Of wat te denken van de contractbepaling dat marktpartijen in de tenderfase is verboden om af te tasten hoe belanghebbenden over het project denken, zodat totaal niet duidelijk is hoeveel weerstand is te verwachten. Zo kun je toch nooit een betrouwbaar risicoprofiel vaststellen en dat heeft niets te maken met samenwerking”, stelt Van Wingerden retorisch.
Hij stoort zich aan de geluiden dat marktpartijen de huidige situatie aan zichzelf hebben te wijten: “Dikwijls wordt gezegd: dan bied je toch niet aan? Dit is echt te simpel geredeneerd. In tijden van crisis ligt er een geweldige druk op je verantwoordelijkheid als werkgever. Wie erge honger heeft, is minder voorzichtig en kieskeurig in zijn eetgedrag. Vooral als het er lekker uitziet en je denkt te weten wat erin zit.”
De verkeerde inschattingen zijn het gevolg van te veel kijken met een ‘oude bril’ naar de nieuwe ontwikkelingen. BAM draaide zelf over 2014 een verlies van 100 miljoen euro over een omzet van ruim 7 miljard euro en heeft nog voor 3 miljard euro aan werkvoorraad volgens de oude voorwaarden. Van Wingerden verwacht die in rap tempo weg te werken, maar ziet met lede ogen aan hoe de sector worstelt met de transitie van klassieke contracten tegen de laagste prijs, naar moderne geïntegreerde contracten.
“Die transitie is een ontdekkingsreis die onvermijdelijk gepaard gaat met vallen en opstaan. Idealiter zou je nieuwe ontwikkelingen geconditioneerd in een laboratorium willen uitproberen, eerst eens een experiment met vergunningen of een andere financiering. Maar in plaats daarvan staan we vol in de storm. De bouw gunt zichzelf niet de ruimte om te onderkennen dat zo’n transitie tijd vraagt. Er gaat wel een generatie overheen om een compleet nieuwe werkwijze met nieuw DNA door te voeren. Door meteen te experimenteren met mega-projecten pakken de maatschappelijke kosten onverantwoord hoog uit en is de aanpak weinig intelligent.”
BAM weegt al jaren serieus de risico’s af en stapt niet zomaar in elk nieuwe avontuur. Zo trok de grootste bouwer van Nederland zich op het laatste moment terug bij de A2 Maastricht, haakte af bij de Rechtbank Amsterdam en greep naast de wegverbreding Schiphol-Amsterdam-Almere, de A15 MaVa en de Coentunnel.
Aan prijsduiken doet het bedrijf in principe niet mee, maar er wordt op het scherpst van de snede ingeschreven om opdrachten binnen te halen. Dat bouwers bij rijksprojecten gemiddeld 30 procent onder de directieraming inschrijven, zegt de topman weinig. “Wie zegt dat de directiebegroting juist is? We maken onze eigen afweging.” Bij A12 Lunetten-Veenendaal schreef het bedrijf ver in onder de directiebegroting, maar het project werd wel voor iedereen een groot succes, onder meer door omdat de snelweg anderhalf jaar eerder klaar was en de tevredenheid van de omgeving. “Ook daar hadden we te maken met risico’s voor vergunningen, maar niemand van de omwonenden bleek grote bezwaren te maken, waardoor het project snel en financieel positief is afgerond. Zo’n succesverhaal is nu te veel een toevalstreffer.”
Publicatie datum: 13-05-2015 09:34