voda schreef op 24 oktober 2016 17:10:
Deel 2:
Niet veel later vlogen de drie Nederlanders gezamenlijk naar de VS. Op de 30ste verdieping van een wolkenkrabber in Manhattan bespraken ze twee dagen lang hun onderzoek en hun toekomstplannen. De klik was er en het vertrouwen ook. De conclusie was logisch: de twee bedrijven gingen samen verder. Een van de drie Amerikanen bedacht de nieuwe naam. Hij zette de voornamen van de vijf oprichters op een rij, plus die van de financier die hen had samengebracht. De voorletters van Allard, Cisco, Edward, Raquel, Tjeerd en Ahmed maakten Acerta. ‘Het klonk meteen goed’, zegt Barf.
De Amerikanen brachten nog een andere kwaliteit in, zo vertelt Van Wezel. Ze kenden ook enkele belangrijke investeerders. In februari 2013 lagen de eerste miljoenen op tafel en kon Acerta officieel van start, met een vestiging in Oss en een in de buurt van San Francisco. Met de Amerikanen aan boord werden de plannen al snel ambitieuzer. Eind 2013 stapten nog meer grote investeerders in. Tientallen miljoenen kwamen beschikbaar om de werkzame stof — acalabrutinib gedoopt — op patiënten te gaan testen.
4
Doodzieke mensen
kunnen weer tuinieren
‘Ik kan me de eerste patiënt nog goed herinneren’, vertelt Barf. ‘Ik dacht: lieve hemel, kan het nog erger?’ Die eerste patiënt die acalabrutinib kreeg, was al met vier andere therapieën behandeld en had ook een stamceltransplantie ondergaan. Het had allemaal niet geholpen. De vrouw was doodziek.
Kaptein: ‘Binnen een maand kwam er een telefoontje van haar behandelend arts. Die zei: "dit ziet er wel heel goed uit". De arts voelde dat de tumoren in haar lymfeklieren met wel driekwart waren afgenomen.’ Al snel kwamen er gedetailleerde gegevens van meer patiënten binnen, van mensen die waren uitbehandeld en weinig andere opties hadden gehad dan meedoen met het testen van het experimentele middel. Bij wel negentig procent van de patiënten sloeg het nieuwe middel aan. Barf: ‘We kregen mee welke impact dat had op mensen, bijvoorbeeld via blogs van patiënten. Dat komt bij mij altijd het hardst binnen. Doodzieke mensen die weer kunnen tuinieren.’
Al die tijd had Acerta onder de radar geopereerd. ‘We hebben nooit de publiciteit gezocht. Dat zou ons alleen maar hebben afgeleid’, zegt Barf. Voor Van Wezel was er nog een andere reden om niet de aandacht op het nieuwe bedrijf te vestigen. Hij wilde de concurrentie niet wijzer maken dan die al was. ‘We zitten in een heel competitief veld’, zegt Van Wezel. ‘Pharmacyclics was al ver gevorderd met zijn middel.’ Vanuit commercieel perspectief moest Acerta vooral vaart maken.
In de loop van vorig jaar werd het steeds moeilijker om geen aandacht te trekken, ook omdat investeerders in mei 2015 nog eens $ 375 mln in Acerta staken. Het klinisch onderzoek onder patiënten werd sterk uitgebreid. ‘Op enige moment liepen er twintig onderzoeken, ook naar combinatietherapieën en andere soorten kankers. Dat begon natuurlijk op te vallen.’
Eind 2015 trad het bedrijf voor het eerst officieel naar buiten. Op de belangrijkste jaarlijkse conferentie over de behandeling van bloedkankers had Acerta een enorme stand opgebouwd, tussen de allergrootste farmabedrijven. 'Voor veel mensen kwamen we uit het niets. Dat was een hele mooie grap’, zegt Van Wezel.
5
De miljardendeal
Van Wezel had zelf geen aandelen Acerta, maar wel uitzicht op een mooie bonus als zijn investeringsfonds BioGeneration een hoog rendement zou maken. In 2015 was ook al duidelijk dat de ontwikkeling van een succesvol medicijn met de hoofdprijs zou worden beloond. Concurrent Pharmacyclics was al begonnen met de verkoop van zijn medicijn Imbruvica, en werd kort daarop voor maar liefst $ 21 mrd overgenomen door het Amerikaanse farmaconcern AbbVie. En dan te bedenken dat Acerta werkt aan een medicijn dat wellicht beter werkt en minder bijwerkingen heeft.
Enkele investeerders wilden Acerta zelf uitbouwen tot een farmabedrijf, net als Pharmacyclics had gedaan. Anderen schrokken terug voor de enorme extra investeringen voor de opbouw van een eigen verkoopapparaat. Ze gaven de voorkeur aan een snellere verkoop van Acerta. ‘Dat leverde een stevige discussie op’, vertelt Van Wezel. ‘En terecht. We hadden misschien nog meer waarde kunnen creëren door acalabrutinib zelf naar de markt te brengen.’
Zo ver kwam het niet. Verschillende grote farmabedrijven stuurden teams van specialisten naar Acerta om te kijken of het verhaal echt waar was. Een paar concerns kwamen met een ‘serieus’ overnamebod. Het was een ‘big boys sandbox’, in de woorden van Van Wezel. Uiteindelijk won AstraZeneca het pleit. Het Brits-Zweedse farmabedrijf kocht voor $ 4 mrd een meerderheidsbelang en zal in de toekomst mogelijk nog eens $ 3 mrd neertellen om zich helemaal eigenaar te mogen noemen.
‘Het nieuws dat de handtekeningen waren gezet, kwam hier binnen tijdens de kerstborrel’, zegt Tjeerd Barf. ‘Daarna overheerste natuurlijk de euforie.’ Edward van Wezel: ‘Van zo’n deal kun je alleen maar van dromen. Net een jongensboek. Het was op dat moment de grootste overname van een niet-beursgenoteerd biotechbedrijf ooit.’
6
Epiloog
De onvermijdelijke slotvraag: hoeveel hebben de twee oprichters van het eerste uur overgehouden aan de deal? Direct gevolgd door het onvermijdelijke antwoord: dat willen ze niet zeggen, het was ook weer niet zoveel (hun aandelenbelang was sterk verwaterd) en het was hen sowieso nooit om het geld te doen. ‘De grootste beloning voor ons zijn de verhalen van de patiënten’, zegt Kaptein.
Maar ze hebben zichzelf toch wel iets gegund? Een mooie vakantie in een ver buitenland? ‘Ik ben gewoon weer in Nederland op vakantie geweest’, zegt Barf. ‘Een vriend van me vroeg laatst: Wat heb je voor jezelf gekocht?’, vertelt Kaptein. ‘De waarheid is dat het er nog niet van is gekomen. Pas bij die vraag begon ik erover na te denken.’
Wanneer het kandidaat-medicijn op de markt komt, is moeilijk te zeggen, maar de oprichters van Acerta twijfelen er niet aan dat acalabrutinib goedgekeurd gaat worden. Financieel is dat nog altijd van groot belang. Uitbetaling van de resterende $ 3 mrd is onder meer afhankelijk van goedkeuring van het medicijn door diverse toezichthouders.
De toekomst van Acerta in Oss lijkt voorlopig verzekerd. ‘AstraZeneca heeft zich enorm gecommitteerd, ook voor de lange termijn’, zegt Barf. Het farmaconcern heeft zijn nieuwe Nederlandse dochterbedrijf verantwoordelijk gemaakt voor al het onderzoek naar medicijnen tegen bloedkankers. ‘Er is weinig veranderd. We zijn al weer bezig met nieuwe ideeën.’
De deal gaf vooral rust, zo verzekert Tjeerd Barf. ‘Dat zit hem in het feit dat we iets hebben verzonnen dat nu echt op de markt lijkt te komen. We zijn van a tot en met z betrokken bij de ontwikkeling van dit medicijn. Dat is uniek. Zoiets maak je als onderzoeker zelden mee.’
Bron:
fd.nl/ondernemen/1172199/in-vijf-jaar...