Solvabiliteit verzekeraars onder druk door rekenrente
Donkere wolken blijven
Foto: Foto Buro Dijkstra
door Thijs Rösken
Amsterdam - Dankzij toezichthouders is de solvabiliteitsdiscussie bij Nederlandse verzekeraars nog lang niet ten einde.
Een naderende aanpassing van de rekenrente voor de zeer lange termijn, de Ultimate Forward Rate, kan een dreun betekenen voor hen. Een lagere UFR heeft impact op de solvabiliteit raken, terwijl het kengetal bij sommige verzekeraars sinds dit jaar toch al veel stress oplevert.
Delta Lloyd heeft via een claimemissie in maart de kapitaalpositie hersteld naar een niveau van 154%. Een verlaging van de rekenrente kan dat effect direct te niet doen. De solvabiliteit zou weer op een kritiek niveau komen door een negatieve impact van 33 procentpunten bij een UFR-verlaging van 4,2% naar 3,2%.
Impact
Als de solvabiliteit zo hard daalt wordt dividendbetaling onzeker. Bij de andere grote verzekeraars (Achmea, NN en ASR) is de donkere wolk van de renteaanpassing iets kleiner, met een impact van tussen de 15 en 20 procentpunten. Bij Aegon Nederland bedraagt de solvabiliteit na het eerste kwartaal nog maar 135%. Een UFR-verlaging naar 3,2% kost 18 procentpunt in de solvabiliteit, aldus Aegon. Het maakt dat de Nederlandse tak mogelijk niet meer bij kan dragen aan de dividend van de holding.
Eiopa, de Europese toezichtkoepel, houdt op dit moment een consultatie over UFR-verlaging. Vanaf juli buigen de samenkomende toezichthouders zich over hoe ver de UFR omlaag moet. „Het huidige percentage van 4,2% is verre van realistisch”, vindt analist Marcell Houben van SNS Securities. „Voor 20- tot 50-jarig geld wordt nog maar ongeveer 1% betaald.”
Een UFR-verlaging doet in Nederland veel pijn, omdat verzekeraars hier relatief veel verzekeringen met gegarandeerde uitkeringen op de lange termijn hebben.
Eiopa pleitte in april toch voor een verlaging van ’slechts’ een half procentpunt. Houben vindt het lastig te zeggen hoe hoog de impact op de solvabiliteit zal zijn, maar hij schat die in als meer dan de helft van die bij 1 procentpunt verlaging.
Flinke hap
De UFR zal op z’n vroegst in 2017 omlaag gaan. Dat duurt nog even, maar door geldverruimingsbeleid van de ECB tot minimaal 2017 laag blijven. Voor dat jaar kan een flinke hap uit de solvabiliteit ook de dividendbetaling onzeker maken. Houben: „Erg pijnlijk, want aandelen in verzekeraars koop je niet voor groei, maar voor dividend.” Toezichthouder DNB stelt dat verzekeraars nog wel even tijd hebben om aan hun solvabiliteit te werken. „Ze kunnen nu al rekening houden met een lagere UFR door dit jaar veel kapitaal aan te trekken en niet al te veel dividend uit te keren”, zegt een woordvoerder.
DNB bepleitte deze week een UFR die lijkt op de vergelijkbare rekenrente voor Nederlandse pensioenfondsen met een systematiek die volgens de toezichthouder beter rekening houdt met de marktontwikkelingen en kijkt naar een langere termijn. De UFR voor pensioenfondsen is al 3,2%.
Discussie te vroeg
Het Verbond van Verzekeraars snapt niet dat DNB dit nu naar buiten brengt. „DNB is zelf lid van Eiopa en komt nu met iets dat Eiopa niet wil. Bovendien hebben verzekeraars sinds dit jaar te maken met Solvency II, het strengste toezicht ooit. Wacht met de discussie over de UFR nu tot de evaluatie van Solvency II in 2017.”
DNB zegt in een reactie met het statement helderheid te willen geven over haar inzet. „En we willen een signaal afgeven aan verzekeraars.” Zowel DNB als Eiopa gaat overigens voor een stapsgewijze verlaging, wat de impact op de solvabiliteit niet direct heel groot maakt. Maar ook dan dienen verzekeraars in uitdagende marktomstandigheden extra kapitaal aan te trekken. Bovendien houdt de discussie over de solvabiliteit beleggers erg onrustig.
Bron: DFT Premium